Jarenlang kregen we de boodschap mee dat ons land zich ontwikkelde tot een diensteneconomie. We moesten er daarom voor zorgen dat de beroepsbevolking vooral theoretisch werd opgeleid. En dat gebeurde ook: was in 1981 nog 11,1 procent van de beroepsbevolking ‘hoogopgeleid’, vandaag is dat ruim 35 procent. Niet verwonderlijk, want de dienstensector is sinds die tijd inderdaad gegroeid. Maar een economie die volledig uit dienstverlening bestaat, is een sprookje. Dat merkt u wanneer u in huis of in uw organisatie een technische vakman of vakvrouw nodig heeft. In alle vitale sectoren van onze samenleving hebben we te maken met ernstige tekorten aan goed opgeleid personeel. Ook en vooral in de techniek.
We beseffen het niet altijd, maar in ons dagelijks leven draait alles om techniek. Helaas begint vakmanschap een schaars goed te worden en dat brengt risico’s met zich mee. De energietransitie, de woningbouwopgave en de versterking van onze infrastructuur, om maar een paar maatschappelijke uitdagingen te noemen, zijn in het geding.

Technische vakmensen zijn onmisbaar en gelukkig begint dat besef overal door te dringen. Er is meer aandacht voor het technisch beroepsonderwijs en werken in de techniek krijgt langzaam maar zeker een beter imago. Volkomen terecht! ­
Technische beroepen bieden jonge mensen de zekerheid van een baan, een goed salaris, volop carrièremogelijkheden én een dynamische en boeiende werkomgeving. En steeds vaker blijkt een praktische studierichting de meeste ruimte te bieden voor het ontplooien van talent.
Het aantal mbo-studenten Installatietechniek groeit en ook steeds meer zij-instromers weten de technieksector te vinden. Dat zijn hoopvolle ontwikkelingen, maar we zijn er nog lang niet. ­De grote uitdagingen van deze tijd vragen om investeringen in technisch beroepsonderwijs. Ook het verder versterken van het imago van technische beroepen is nodig. De waardering voor technisch vakmanschap moet een structureel onderdeel zijn van onze maatschappij.
Elke dag opnieuw.