Installateurs, technisch dienstverleners en retailers hebben hun voertuigen nodig om klanten te bedienen en storingen op te lossen. De overgang naar elektrisch vervoer vraagt investeringen, maar die moeten we kunnen doen volgens een realistisch tijdpad en tegen heldere randvoorwaarden. Met de afspraken in de Uitvoeringsagenda hebben we dat voor elkaar gekregen.

Ondernemers met een bestelauto van emissieklasse 6 krijgen tot 1 januari 2029 de tijd om over te stappen op elektrisch vervoer. Dat is een jaar langer dan aanvankelijk gepland. Daarnaast hebben we afgesproken dat er een landelijke regeling komt voor ontheffingen. Ondernemers hoeven dus niet langer bij iedere gemeente apart aan te kloppen. Dat scheelt een hoop rompslomp, zeker voor bedrijven die afhankelijk zijn van specialistisch materieel waarvoor nog geen goed elektrisch alternatief is. Denk bijvoorbeeld aan rioolservicebedrijven of installatiebedrijven die zware apparatuur vervoeren.
Ook op het gebied van laadinfrastructuur hebben we flinke stappen gezet. Samen met Bovag hebben we bedongen dat er voldoende oplaadpunten in de zero-emissiezones zelf komen. Dat is cruciaal voor servicebedrijven die flexibel en snel ter plaatse moeten kunnen zijn. Zonder voldoende laadmogelijkheden komt de continuïteit van hun dienstverlening in gevaar.

Wat mij betreft is dit een schoolvoorbeeld van hoe je samen werkt aan een haalbare energietransitie. Gemeenten, het ministerie, ­brancheorganisaties; iedereen heeft zijn verantwoordelijkheid genomen, en we hebben oog gehouden voor de praktijk van alledag. Want verduurzaming lukt alleen als we het samen doen.
Met deze afspraken weten ondernemers waar ze aan toe zijn en blijven onze binnensteden schoon en leefbaar.