EW04 Omslag 600
Januari 2019

Arnold Smits, manager Duurzame Oplossingen Woningen bij Breman Woningbeheer

‘Als comfortinstallateur kan ik meer oplossingen aandragen’

EW01 02 Anton Smits_EDV8928

Het is een prachtig pand van Breman Woningbeheer in Berkel & Rodenrijs. Licht, ruim en met een prima klimaat. Een minpuntje: vanuit de ramen kijken de medewerkers uit op McDonalds. Een dagelijks terugkerend dilemma? ‘Valt mee’, betoogt Arnold Smits lachend. ‘We zijn aan het uitzicht gewend.' Gelukkig maar, want een gezond leefpatroon kun je lastig afdwingen. Een gezonde werk- en woonomgeving daarentegen is maakbaar. Het is de kern van Smits’ werk.

Als manager Duurzame Oplossingen Woningen zoekt Arnold Smits naar oplossingen die woningen nog duurzamer kunnen maken. De trend om bewoners langer zelfstandig thuis te houden, is hier uiteraard nauw aan verbonden. Meer zelfredzaamheid is goed, maar vraagt wel om extra voorzieningen; installaties en aanpassingen die passen bij de ‘lichamelijke status’ van de bewoner.
‘Mensen met bijvoorbeeld Alzheimer of versleten knieën hebben meer dan anderen behoefte aan een veilige en comfortabele woning’, benadrukt Smits. ‘Die oplossingen zijn er ook zeer zeker, maar het is de kunst om de juiste oplossing bij de juiste bewoner te krijgen. De standaard technische ervaring van installateurs is daarvoor vaak niet genoeg. Je hebt juist kennis nodig van de mensen achter die voordeur. Waar lopen zij dagelijks tegenaan? Soms letterlijk. Als je dat weet, kun je het verschil maken. Het is mooi om daarin een rol te spelen. En eerlijk is eerlijk, het is ook een waardevolle mogelijkheid voor ons bedrijf om het dienstenpakket uit te breiden.’

Naam:  Arnold Smits
Geboortejaar: 1979
Bedrijf: Breman Woningbeheer
Woonplaats: Dordrecht
Privé: Getrouwd, zoon (9) en dochter (7)
Hobby’s: Fikkie stoken in de houtkachel, reizen, energie besparen

Zijn cv-ketels en onderhoudscontracten onvoldoende?

‘Breman Woningbeheer is groot geworden dankzij cv’s en bijbehorende services. Vroeger was dat afdoende, nu niet meer. We merken dat het krachtenveld rondom de hele sector steeds complexer wordt. Denk aan zaken als CO2-doelstellingen en energielabels. Daardoor verandert de vraag die klanten bij ons neerleggen. Ze willen bijvoorbeeld niet alleen een technisch advies over welke ketel het beste rendement oplevert, maar verwachten ook dat we adviseren over gasvrije woningen.’
‘Zo’n tachtig procent van onze klanten bestaat uit woningcorporaties. Prima organisaties, maar ze komen niet vaak meer bij hun bewoners over de vloer; wij wel. Dankzij de cv-ketel hebben we die ingang en kennen dus de staat van hun installaties, kunnen tekortkomingen melden en adviezen geven over verbeteringen. Dat resulteert in een breed palet aan nieuwe diensten; van het maken van energie-scans tot aan het plaatsen van rookmelders. Dus ja, cv’s alleen zijn onvoldoende. We bieden tegenwoordig bijna alles aan dat leidt tot een veilige en comfortabele woning. Dat zijn we onszelf en de bewoners verplicht. Om die reden ben ik ook comfortinstallateur geworden.’

Wat houdt het in om comfortinstallateur te zijn?

‘Bewoners zijn niet allemaal gezonde dertigers, maar de meeste huizen zijn wel op die groep ingericht. Zet daar een oudere in, of iemand met een lichamelijke aandoening en er ontstaat direct een onveilige situatie. Terwijl wij als installateur juist een zo comfortabele mogelijke woning moeten realiseren. Voor iedereen!’

‘Klanten verwachten tegenwoordig dat we
ook adviseren over gasvrije woningen’

‘De landelijke trend om mensen langer zelfstandig thuis te laten wonen, prikkelde ons om daadwerkelijk iets met dat onderwerp te doen. En dus ben ik me gaan oriënteren op het register Comfortinstallateurs. Dit is een initiatief van Techniek Nederland, waar Technische Unie, Wij Techniek en Kamer van Koophandel/Syntens zich inmiddels bij hebben aangesloten. Door ‘gewone’ installateurs op te leiden tot comfortinstallateur, wordt verzekerd dat woningaanpassingen worden uitgevoerd door specialisten met actuele bouwkundige en ergonomische kennis.’

Wat kun jij wat een ‘gewone’ installateur niet kan?

‘Laat ik vooropstellen dat een comfortinstallateur zijn elektra- en installatiekennis gewoon op orde moet hebben. De speciale opleiding richt zich vooral op het menselijke aspect van comfort. Je leert onder meer om ziektebeelden te herkennen. Niet uit een boekje, maar echt in de praktijk. Tijdens de cursus laten ze je bijvoorbeeld met een geblindeerde bril door zo’n jaren ’50-appartementje schuifelen. Zo voel je hoe het is om slechtziend te zijn. Echt, je kunt schakelaars op de muur niet of nauwelijks onderscheiden. Ook hoor je de verhalen van mensen met COPD, een chronische longziekte. Bij hen leidt de stofcirculatie die door traditionele radiatoren wordt veroorzaakt, tot acute ademhalingsproblemen. Door dit soort ervaringen ben ik technische zaken op een heel nieuwe manier gaan benaderen. De oplossingen die een comfortinstallateur aandraagt, zijn dan ook veel meer op de mens gericht.’

Klinkt goed. Waarom niet standaard opnemen in elk opleidingsplan?

‘Dat is niet nodig. Het gaat bij woningaanpassingen vooral om het beter en slimmer combineren van technische mogelijkheden. En dat stadium van het werk gebeurt haast altijd aan de overlegtafel, met de opdrachtgever. Een comfortinstallateur is de sparringpartner van de klant. Hij of zij draagt oplossingen aan die een woning levensloopbestendig kunnen maken. Later zal de monteur/installateur dat dan daadwerkelijk uitvoeren. Dat kunnen ze heel goed zonder aanvullende kennis van longziekten of mobiliteitsproblemen. De opleiding is dus vooral aantrekkelijk voor installateurs die ook een adviesfunctie vervullen.’

EW01 02 Anton Smits_EDV9004

Hebben jullie nu ook een nieuwe klantengroep aangeboord?

‘Nee, dat niet. Wel merk ik dat klanten het waarderen wanneer ik kennis over langer zelfstandig thuis wonen, meeneem in besprekingen. Wij werken veel voor corporaties met een groot woningbestand. Als zij dan een deel daarvan willen renoveren, denken wij actief mee over de gevolgen van bepaalde besluiten en leveren duurzame oplossingen aan. Dat kan heel algemeen, door bijvoorbeeld bij isolatieplannen erop te wijzen dat dan ook de ventilatie moet worden aangepast. En op het vlak van toekomstbestendig wonen begrijpen we best dat een corporatie niet in elke woning elektrisch in hoogte verstelbare wc-potten gaat installeren, maar adviseren we bijvoorbeeld wel om alvast in elk toilet een elektrapunt te maken. Zo zet je voorbereidende stappen voor mogelijke latere aanpassingen op bewonersniveau.’

Dus het was de moeite waard om comfortinstallateur te worden?

‘Jazeker! De tijd en energie die ik aan de opleiding heb besteed, is te overzien; vijf dagdelen en elk jaar een terugkomdag. Wat ik ervan heb opgestoken, maakt me absoluut een betere sparringpartner voor klanten. En het helpt me ook om nieuwe technische ontwikkelingen beter in te schatten. Bij Breman kijken we bijvoorbeeld volop hoe we sensoren optimaal kunnen toepassen. Ze bieden uiteraard ontelbare mogelijkheden voor simpele woningaanpassingen. Denk bijvoorbeeld aan een bewegingssensor bij het bed van een oudere bewoner. Het is dan eenvoudig om op afstand te checken of meneer of mevrouw vanochtend uit bed is opgestaan. Los van de concrete invulling van vraagstukken, zie ik dat opdrachtgevers in hun aanbestedingen specifiek gaan vragen om een installateur die ingeschreven staat in het register KvINL, wat overigens ook een voorwaarde is om comfortinstallateur te worden.’

Wordt ‘de aangepaste woning’ een nieuw verdienmodel?

‘Hoe dan ook, het wordt wel steeds belangrijker om actief na te denken over toekomstbestendige woningen. Daarbij staan wat ons betreft een aantal speerpunten centraal: veiligheid, comfort en uiteraard de bewoner. Die aspecten gelden niet alleen voor LZTW-woningen, maar voor elke ruimte waar mensen wonen of werken. Je moet die aanpassingen dus zien in een groter verband.’
‘De scheidslijn tussen aanpassingen en standaardveiligheid is erg dun. Neem bijvoorbeeld rook- en CO-melders. Vorig jaar hebben we er voor een opdrachtgever in Schiedam meer dan 20.000 geplaatst. Uiteraard zonder onderscheid voor wie er in die woningen huist. Als comfortinstallateur kan ik voor Alzheimerpatiënten wel weer adviseren om de kookplaat aan de brandmelder te schakelen. Zodra het alarm gaat, schakelt de kookplaat automatisch uit.’

‘Ik ben technische zaken op een heel nieuwe manier gaan benaderen’

‘Je kennis is dus een plus; een extraatje in het hele complexe pakket van duurzaamheid. Je kunt het een moeilijk los zien van het ander. Ik denk zelfs dat klanten in de toekomst die kennis als vanzelfsprekend gaan beschouwen. Als installateur wordt je immers steeds meer een adviseur en daar hoort het levensloopbestendig maken van woningen gewoon bij.’

Hoe ziet de toekomst er op dit punt uit?

‘Heel leuk en uitdagend, want de ontwikkelingen gaan snel. De trend van ‘smart living’ geeft een enorme boost aan innovaties waarmee je de zorg in woningen kunt vergroten. Ik noemde eerder al sensoren, maar ook domotica maakt het voor bewoners allemaal veel simpeler. Echt, als ik over beurzen loop zie ik de mooiste snufjes, die ik graag zou willen integreren in woningen.’
‘Aan de andere kant blijft het natuurlijk ook een centenkwestie. Corporaties gaan echt niet bij voorbaat allerlei dure aanpassingen doen in hun woningen. Die investering moet komen van de bewoner zelf. Woning­eigenaren kunnen wel alvast de juiste maatregelen treffen, zodat latere aanpassingen snel kunnen worden geïntegreerd. Inzichten verkregen uit opleidingen als die van comfortinstallateur helpen daarbij. Een paar extra contactdozen, een lichtpunt bij de voordeur. Het hoeft echt niet altijd heel moeilijk, dat heb ik ook geleerd.’
‘Het is vooral belangrijk dat we het er in een vroeg stadium over hebben, integreren in plannen als nieuwbouw en renovatie. Dat levert achteraf veel voordelen op voor mensen die wat extra aanpassingen nodig hebben om comfortabel te kunnen wonen. En met het oog op de vergrijzing zullen dat er steeds meer worden. Ik pleit dan ook voor meer bekendheid van het register. Een mooie taak voor Techniek Nederland in dit nieuwe jaar!’

Tekst: Jojanneke Rodenburg
Fotografie: Eric de Vries