EW04 Omslag 600
Juni 2020

Hybride docent brengt praktijk naar school

Beroepsopleiding als coproductie bedrijfsleven en onderwijs

62 01

Het mbo staat te springen om goede techniekdocenten. En de installatiebranche streeft naar een betere aansluiting van opleidingen op de praktijk. De oplossing: ervaren installatieprofessionals die in deeltijd lesgeven op beroepsopleidingen. Zie daar de hybride docent. Om hen op te leiden, ontwikkelden hogescholen een eenjarige cursus die wordt vergoed door Wij Techniek, Oom en A+O Metalektro.

Wie had een jaar geleden gedacht dat we nu al een doorbraak van de hybride docent zien in het technisch beroepsonderwijs’, klinkt het bijna jubelend uit de mond van Techniek Nederland-voorzitter Doekle Terpstra. Er zijn inmiddels zo’n driehonderd installatieprofessionals in opleiding of zelfs al aan het werk als docent in het mbo en vmbo. Het doel waar hij zich al jaren via onder meer het Techniekpact voor inzet - een steviger koppeling tussen lesmateriaal en de beroepspraktijk - is inmiddels realiteit geworden. Maar de ambitie reikt verder: ‘Wat mij betreft wordt de hybride docent dé standaard in het beroepsonderwijs.’

Ervaring en kennis overbrengen

Installatieprofessionals hebben alle reden om trots te zijn op hun vak. Ze houden het land met hun kennis en techniek draaiende en zorgen dat bedrijven en consumenten de stap naar duurzaamheid kunnen zetten. Er zijn steeds meer collega’s die hun ervaring willen overbrengen aan de jongste generatie, of aan vakgenoten die hun niveau willen verhogen met een BBL-opleiding. Ze zijn als hybride docent meer dan welkom in het beroepsonderwijs. Voor een paar uur per week, overdag en vaak ook ’s avonds. Zoals Armand Gummels, praktijkopleider bij Feenstra, die op dinsdagmiddag, dinsdagavond en woensdagavond als docent voor de klas staat op het roc van Amsterdam. Hij werkte tot enige tijd geleden nog als hoofdmonteur. ‘Omdat we tekorten hadden aan vakbekwaam personeel werd mij gevraagd om zij-instromers te begeleiden, als taak erbij. Dat ging zo goed en vond ik zo leuk, dat het uitgroeide tot een officiële functie. Dat was de reden om op zoek te gaan naar een training voor mezelf. Want doe ik het wel goed?’

62 02Armand Gummels van Feenstra: ‘Als ik een les geef over een warmtepomp, dan neem ik een warmtepomp mee.’

Springen van enthousiasme

Gummels kwam uit bij het scholingstraject voor hogescholen, ontwikkeld in samenwerking met de Vakschool Technische Installaties VTi en de daarbij aangesloten onderwijsinstellingen, brancheorganisaties en opleidingsfondsen Wij Techniek, A+O Metalektro en Oom. Martin de Haan, programmamanager bij VTi, stond aan de wieg van de cursus. ‘Leraar zijn is een vak. Daarover bestaat geen twijfel. We zijn gaan kijken welke opleidingen tot techniekdocent er bestonden; die waren er niet. Met alle partijen hebben we overlegd over een faciliteit in de regio, waar vakmensen leren hun kennis goed over te dragen. De eerste gesprekken waren in 2017, en binnen een half jaar hadden we met de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een programma rond. Het ging mede zo vlot, omdat de HvA didactische en pedagogische modules uit andere lerarenopleiding­en binnen het eigen studieaanbod kan gebruiken. De eerste groep van zes man, in het schooljaar 2018-2019, was niet kostendekkend. Gelukkig hebben de opleidingsfondsen de financiële verplichtingen op zich genomen om de aanloopkosten te dekken en inmiddels zijn er meerdere hogescholen die een eenjarige cursus aanbieden.’

62 04Martin de Haan, programmamanager bij VTi: ‘We zijn gaan kijken welke opleidingen tot techniekdocent er bestonden; die waren er niet.’

4 op de 10

De Haan hoopt dat een hybride docent in het techniek-onderwijs de norm wordt. Doekle Terpstra ziet dat door het enthousiasme voor de hybride docent, een parallel lopende campagne vleugels krijgt. ‘In 2015 formuleerde ik als aanjager van het Nationaal Techniekpact 2020 samen met het Platform Bèta Techniek ‘4 op de 10’. Dat was de kernachtige benaming voor het streven om op alle onderwijsniveaus te bereiken dat vier op de tien studenten kiezen voor een technische opleiding. We hebben de uitdaging inmiddels uitgebreid naar ‘10 op de 10’. Daarbij hebben we voor ogen dat álle kinderen in het basisonderwijs in contact komen met techniek. We zijn in alle opzichten goed op weg.’ Ook het ministerie van Onderwijs kijkt met sympathie naar wat er nu gebeurt. ‘Begrijpelijk’, volgens Terpstra, ‘want we laten de overheid concrete voorbeelden zien. De hybride docent bewijst al grote meerwaarde in het technisch beroepsonderwijs, maar er is nog veel meer mogelijk. Van de basisschool tot aan het hoger onderwijs zie ik in de nabije toekomst hybride docenten werken. En de technieksector is op dit gebied koploper. Andere sectoren discussiëren nu pas over hybride docenten voor de klas, bij ons staan ze er al.’

Eenjarig programma

De opleiding Hybride Vakdocent duurt gemiddeld tien maanden (16 tot 18 scholingsdagen, namiddag en avond). Daarnaast loopt de docent tachtig uur stage bij een roc of op een vmbo. De opleiding wordt verzorgd door een hogeschool. Na afloop ontvangen deelnemers het Pedagogisch Didactisch Diploma en mogen zij lesgeven op een roc of vmbo. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) was de eerste hbo-instelling die de cursus opnam in het programma. ‘Inmiddels zwaait bijna de tweede lichting alweer af’, vertelt Misha van Berlo, opleidingscoördinator HvA. De groep was met vijftien deelnemers helemaal  ‘volgeboekt. In oktober start een nieuw cohort. ‘Wie deze cursus volgt, wordt opgeleid tot gastdocent, die weet wat de beste manier is om kennis te delen. Didactiek (het effectief delen van kennis en vaardigheden in onderwijs) en pedagogiek (de opvoedkundige kant van onderwijs) zijn de belangrijkste vakken. Deze brede inzet levert vanuit verschillende perspectieven belangrijke winst op. Natuurlijk helpt dit om het lerarentekort in het beroepsonderwijs op te heffen. Daarnaast ontstaat door de brugfunctie van de hybride docent een betere aansluiting van school op de huidige beroepspraktijk. Verder zullen de mbo’ers die doorstromen naar de techniek ook minder uitvallen, omdat het bedrijfsleven beter weet hoe jonge mensen gemotiveerd moeten worden. Tot slot maken hybride docenten zo ook vmbo’ers, die nog geen gespecialiseerde technische richting volgen, al enthousiast voor een technische vervolgopleiding.’

62 03Kees de Vries, directeur Van Dorp Installaties Amsterdam: ‘Als hybride docent kan ik bij uitstek de theorie met de praktijk verrijken.’

Dicht bij het vuur

Kees de Vries volgde als een van de eersten de opleiding aan de HvA. Hij heeft niet alleen ervaren hoe het is om als vakman voor de klas te staan, maar ook wat het belang is voor werkgevers in de installatiebranche. Als directeur van Van Dorp Amsterdam realiseert hij zich dat het altijd goed is om dicht bij het vuur te zitten en te begrijpen welke achtergrond de studenten meekrijgen. ‘We hebben constant twee stagiairs van het roc in ons bedrijf. Die jongeren willen ook op school iets over de nieuwe technieken horen. Dat is nodig om het totale techniekvak sexy te maken. Nu zitten we plots middenin de coronacrisis, maar straks zitten we weer te springen om kwalitatieve instroom.’ De Vries geeft nu ook les en is goed te spreken over het niveau op het roc. ‘Daar werken docenten die het vak echt kennen’, merkte hij. ‘Ik heb daar slechts een beetje gesleuteld aan de lesstof, bijvoorbeeld op het gebied van ventilatie. Waar we vooral in moeten investeren is het vmbo. Vroeger bood de lts de richtingen hout, metaal of elektra. Als je ervan afkwam, had je echt wat geleerd. Nu is het praktijkonderwijs heel breed, terwijl we meer dan ooit specialisten nodig hebben.’

Warmtepomp in de klas

Ook Gummels van Feenstra heeft de lesstof aangepast. ‘We hebben met drie hybride docenten gekeken welke lesstof niet meer relevant is op het roc waar ik stage liep. De ouderwetse keukengeisers staan nog steeds prominent in de boeken. Die hangen weliswaar nog overal en nergens, maar worden nooit meer geïnstalleerd. Daarom hoeven de leerlingmonteurs niet meer in detail te weten hoe zo’n apparaat werkt, als ze maar de gevaren van dit soort openverbrandingstoestellen kennen en herkennen.’
Gummels benadrukt hoe belangrijk het is dat leerlingen detailkennis opdoen van moderne duurzame technieken, zoals een warmtepomp met pv-panelen. ‘Als echte praktijkman gebruik ik heel veel praktijkvoorbeelden. En als ik een les geef over een warmtepomp, dan neem ik een warmtepomp mee. Dan kunnen ze alle onderdelen zien en aanraken. Waar ik zelf altijd op school heel erg tegenaan liep: er werd van alles verteld, maar ik had er geen beeld bij. Als hybride docent kan ik bij uitstek de theorie met de praktijk verrijken.’

Tekst: Kerstin van Tiggelen
Fotografie: Jos Kottmann/Feenstra, Van Dorp, VTi