Januari 2020
Jong Techniek Nederland heeft de toekomst in handen
Samenwerking, professionalisering en digitalisering
De klimaatdoelen die zijn gesteld, kunnen we als installatiesector simpelweg niet ontkennen. Reden te meer voor Jong Techniek Nederland om extra hard te werken aan een gezonde branche. Bestuursleden Desiree Kon, Henriette Nijmeijer en Duke Kolsters vertellen hoe zij de toekomst vorm willen geven aan de hand van de thema’s samenwerking, professionalisering en digitalisering.
SAMENWERKING
Volgens Desiree Kon kunnen de kleine en middelgrote bedrijven nooit alle expertise in huis hebben. ‘Dat hoeft ook niet, zolang je maar bereid bent om samen te werken. Door kennis te bundelen, worden we allemaal sterker en zijn we beter in staat om projecten succesvol te realiseren. Samen zit je ook met meer vertrouwen aan de onderhandelingstafel. Als je een kloppend verhaal hebt en je weet dat uit te dragen, dan gaan de overige partijen vanzelf naar je luisteren. Daar ben ik van overtuigd.’
Lef en doortastendheid
Daar is volgens Duke Kolsters lef en doortastendheid voor nodig. ‘De passie die wij als jonge ondernemers hebben, vertalen we rechtstreeks naar kansen. Het is aan ons, de jonge installateurs, om de toekomst vorm te geven. Niet passief, maar door actief de leidersrol te pakken. Daar hebben we iedereen uit de sector bij nodig. De kennis die er is bij veel jonge ondernemers, kunnen we daarbij heel goed gebruiken.’
Desiree: ‘Je klanten zijn gebonden aan de klimaatdoelstellingen zoals gesteld door de overheid. Als installateur denk je met hen mee en biedt hen oplossingen aan. De geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van een verhaal is uiteindelijk belangrijker dan de goedkoopste zijn in de aanbesteding. Zorg daarom dat je gehoord wordt en dat je verhaal bekend is. Niet alleen bij klanten, maar ook bij andere bedrijven, organisaties en overheden.'
Elkaar vinden
'Dát netwerk,' vervolgt Desiree, 'is je belangrijkste marketingkanaal. Het is niet langer ieder bedrijf voor zich. Uitvindingen worden niet dubbel gedaan en de vraag van de één, kan ingevuld worden door de ander. In die situatie bepaalt de samenstelling en grootte van je netwerk het succes van je bedrijf. Omdat ondernemers elkaar eenvoudiger moeten kunnen vinden, zet Jong TN vol in op bijeenkomsten, nieuwe media en een kennisplatform om te zorgen dat ondernemers elkaar beter kunnen vinden.’
PROFESSIONALISERING
‘De installatiesector heeft van ‘oudsher’ last van het calimerocomplex’, zegt Henriette Nijmeier. ‘Vanuit gewoonte namen bedrijven genoegen met een ‘ondergeschikte’ rol, zoals opgelegd door de bouwpartners. Installateurs vinden het moeilijk om architecten en aannemers tegen te spreken. We houden ons liever op de achtergrond, terwijl we als installatieprofessionals bij projecten heel veel kunnen betekenen als we bij het hele traject betrokken zijn. Als werkvoorbereider vergezel ik regelmatig collega’s naar projectbijeenkomsten. Ze weten inmiddels dat als berekeningen niet kloppen, of in tekeningen onvoldoende rekening is gehouden met installaties, ik dat duidelijk aankaart. Niet met een grote mond, maar gewoon omdat wij vanuit onze expertise die kennis bezitten en horen in te brengen in het project. Ja, de wenkbrauwen worden dan wel eens gefronst aan de andere kant van de tafel. Ze zijn niet gewend dat installateurs een gelijkwaardige rol opeisen, maar onze generatie heeft daar weinig boodschap aan. Wij zijn trots op ons beroep en ijveren simpelweg voor het beste resultaat.’
Beroepstrots
Desiree draagt die beroepstrots vol overgave uit. ‘Voer gesprekken met collega’s, ketenpartners en de overheid’, zegt ze, ‘en vertel wat je kunt en vraag wat je nodig hebt. Dat doe ik ook als voorzitter van Jong TN. Onlangs zat ik in mijn rol als voorzitter zelfs bij de minister-president aan tafel in het Torentje. Het is hoog tijd dat we ons als branche serieuzer gaan presenteren. We zijn niet enkel loodgieter of elektricien, we zijn professionals die volledige installaties ontwerpen, maken en monteren. We zijn de makers van een duurzame morgen. En dat zal ik overal uitdragen.’
Toekomstbestendig
Ook Duke pleit als bestuurslid vol passie voor meer emancipatie in de keten. Hij onderschrijft daarmee het verhaal van Henriette en Desiree. ‘De tijd dat we op verzoek van de aannemer een cv monteerden en weer vertrokken, is echt voorbij. Tegenwoordig huren we zelf de onderaannemer in. Een goed voorbeeld zijn geothermie-projecten, waarbij wij als installateur vaak de regie hebben en andere partijen aansturen. Met die omkering van verhoudingen krijg je automatisch ook meer verantwoordelijkheden. Dat kan een valkuil zijn, want stel dat de ingehuurde onderaannemer fouten maakt bij de boring, dan ben jij het aanspreekpunt. Een toekomstbestendig bedrijf zal daarop voorbereid moeten zijn; middels verzekeringen, juiste contractvormen en een verdere bewustwording van juridische en financiële risico’s. De nieuwe generatie ondernemers moet zich verdiepen in die materie.’
Passie uitdragen
‘De combinatie van complexiteit van projecten en de toonaangevende rol van installateurs bij innovaties maakt de installatiesector aantrekkelijker dan ooit’, constateert Desiree. ‘Dat is nodig, want er is nu een personeelstekort. Ondanks allerlei dure campagnes en samenwerkingstrajecten met scholen is installatiemonteur nog steeds geen ‘sexy’ beroep. Als we als jonge ondernemers ons gezicht vaker en serieuzer laten zien, zal dat op termijn zeker omslaan. Voor onze generatie is de klimaatverandering bijna een gegeven. Als wij voldoende inzichtelijk maken dat we met innovatieve installatietechniek het tij kunnen keren, zal de interesse voor ons vakgebied vanzelf groeien. Dat verhaal vertellen is een van de rollen van mij en mijn medebestuurders. Richting het onderwijs moeten we vertellen dat installatietechniek een multidisciplinair vakgebied is dat iedereen past. Doceer het daarom breed. Dus betrek niet alleen studenten E&W, maar benader vooral ook studierichtingen als ICT en bedrijfskunde. Dat is nodig om meer hoger opgeleiden naar de sector te lokken, want juist die jongens en meiden zijn in het installatiebedrijf nieuwe stijl hard nodig.’ Duke: ‘Dat klopt. Had je vroeger bij wijze van spreken één man op kantoor en twee in het veld, nu is dat precies andersom. Het daadwerkelijke montagewerk is door plug&play steeds vaker maar een klein deel van het werk. De meeste arbeid zit in het voor- en natraject. In die stadia heb je engineers nodig en mensen die de systemen kunnen uitlezen.’
Alhoewel minder in aantal, zal ook de vakman volgens Desiree altijd nodig blijven. ‘Daarom vind ik dat we anders moeten gaan denken over arbeidsvoorwaarden en met name de lonen. Het functiehandboek moet aansluiten op huidige functies en de verloning daarin. Technici die gecertificeerd zijn om bepaalde werkzaamheden te mogen uitvoeren, bijvoorbeeld aan gasinstallaties, moeten we beter mogen belonen. Ook daarmee vergroot je de aantrekkingskracht van de sector.'
Desirée Kon van Installatiebureau Kon, voorzitter Jong TN
‘Wij zijn Techniek Nederland, de makers van morgen’ is sinds vorig jaar de boodschap van de brancheorganisatie. Als voorzitter van Jong TN vertegenwoordig ik deze ‘makers van morgen’ ‘.
Henriette Nijmeier van Harwig Installaties, Bestuurslid Jong TN,
‘De installatiesector lijdt aan het calimerocomplex. We moeten ons zelfbewust gaan opstellen als installatieprofessionals.’
Duke Kolsters van Kolsters Installatietechniek, Bestuurslid Jong TN,
‘Als bestuurslid vertegenwoordig ik jonge ondernemers, maar we kunnen niet zonder de passie en kennis van oudere ondernemers.’
DIGITALISERING
Los van de verschillende functieniveau’s vindt Duke dat elk bedrijf gebaat is bij een goede mix van mannelijke en vrouwelijke medewerkers van uiteenlopende leeftijden. ‘Als bestuurslid van Jong TN vertegenwoordig ik jonge ondernemers, maar we kunnen niet zonder de passie en kennis van oudere
ondernemers. Die moeten we koesteren en integreren in nieuwe bedrijfsvoeringstructuren. Het is wel aan de jongere garde om de schakel daarin te zijn, om de samenwerking te zoeken. Heel belangrijk, want kennis delen is een belangrijke factor voor succes. Binnen een organisatie, maar zeker ook tussen bedrijven onderling. Daarvoor is het trouwens heel belangrijk dat we het ‘oude’ concurrentiedenken van ons afschudden.’
Flexibiliteit en verantwoordelijkheid
Organisaties nieuwe stijl vragen volgens Henriette ook een ander type werkgeverschap. ‘De millennials - en straks de generatie Z - zitten niet te wachten op de ouderwetse hiërarchie. De medewerker van morgen gedijt beter bij flexibiliteit en verantwoordelijkheid. Automatisering van bedrijfsprocessen speelt daarin een belangrijke rol. Met alle automatiseringsmogelijkheden die voorhanden zijn in deze digitale wereld, is een starre een-op-een-aansturing niet nodig. Medewerkers kunnen meer zelf, en de technologieën die ze gebruiken vragen juist om multidisciplinair handelen.
Digitalisering is dé gamechanger
Digitalisering is volgens Henriëtte zelfs dé gamechanger van het toekomstige bedrijf. ‘Alle systemen die we ontwerpen en de technieken die we daarbij gebruiken, moeten met elkaar verbonden worden. Met de opkomst van sensoren halen we een enorme hoeveelheid big data binnen, maar het gaat er om wat je er daarna mee doet. Ik pleit daarom voor een verdere acceptatie van ICT in de bedrijfsprocessen om de mogelijkheden beter te benutten. Engineering is nu eenmaal een dynamisch proces. Met wat knip- en plakwerk kom je simpelweg niet meer weg. Neem bijvoorbeeld ontwerpen en tekeningen, die veranderen gaandeweg het werkproces. Er zijn tegenwoordig zat digitale tools om die flexibiliteit te ondersteunen. Digitalisering verbetert tevens de samenwerking met anderen; als alle betrokken partijen op voorhand dezelfde, meest actuele documenten kunnen inzien, voorkom je allerlei problemen achteraf. Kortom’, zo concludeert Henriëtte, ‘het digitaliseren van werkprocessen verhoogt de samenwerking en professionaliteit van elk installatiebedrijf. Steeds meer opdrachtgevers verlangen dit van ons. Ketensamenwerking leidt tot veel minder starre bestekken die ons worden opgelegd, maar tot interdisciplinaire bouwteams die gezamenlijk een project van a tot z begeleiden. Ofwel, het gezamenlijke resultaat moet meer leidend worden.’
Tekst: Jojanneke Rodenburg
Fotografie: Herbert Wiggerman