EW11 cover 600
Juli/Augustus 2022

Betaalbaar verduurzamen met alleen isolatie woongedeelte

Woningcorporatie start met gecompartimenteerd isoleren

52 01

Als je elke woning volledig tot nul-op-de-meter-woning wilt isoleren, brengt dat hoge kosten met zich mee. Woningcorporatie Domijn ging samen met Hogeschool Saxion op zoek naar een alternatieve, meer betaalbare werkwijze. Zij kwamen uit bij een methode waarbij van binnenuit alleen de leefruimtes extra worden geïsoleerd, en dus bijvoorbeeld de slaapkamers niet. Ook werden er verschillende warmtepompsystemen getest.

Woningcorporatie Domijn selecteerde vier woningen in Enschede, gebouwd in de periode 1946 – 1964, om deze op verschillende manieren te isoleren en met uiteenlopende warmtepompen uit te rusten. Het doel van de pilot is om een werkwijze te vinden die de corporatie helpt om haar hele woningbestand voor 2050 volledig aardgasloos en CO2-neutraal te maken. In hun zoektocht naar een duurzame en betaalbare oplossing, die zo nauw mogelijk aansluit bij de leefstijl en wensen van de bewoners, kwamen zij op het idee om de woningen gecompartimenteerd te isoleren. Dit idee komt oorspronkelijk van Pascal te Berge, senior projectleider bij Domijn. Voor de uitwerking van het idee ging hij met zijn collega Chris Geels, senior opzichter bij de woningcorporatie, om tafel. Samen zochten ze naar een partij met toegevoegde waarde en de juiste expertise. Ze kwamen uit bij Gerard Salemink, werkzaam bij het lectoraat Sustainable Building Technology van Hogeschool Saxion, dat samenwerkt met Pioneering. Deze stichting heeft als doel het faciliteren van samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, kennisinstellingen, overheid en opdrachtgevers om nieuwe werkwijzen en producten te ontwikkelen. Gezamenlijk stelden zij een team samen dat bestaat uit een aannemer, installateur, installatie-adviseur en een bouwkostendeskundige.

Ontstaan van het idee

‘Het idee is echt ontstaan vanuit het gegeven dat we alle woningen in ons woningbestand willen verduurzamen. Een bijna onbetaalbare opgave voor corporaties’, vertelt Chris Geels. ‘Daarom kwamen we op het alternatieve idee van het thermisch scheiden van het woongedeelte (woonkamer en keuken) van de rest van de woning. In 2018 gingen de eerste werkzaamheden al van start en in december 2019 is begonnen met monitoring van de woningen die in de pilot zouden meedoen. Zo konden wij samen met Saxion na de verbouwing de monitoring over een geheel jaar met alle seizoenen evalueren en definitieve uitspraken doen over het behalen van de energetische doelen.’
‘We hebben bij het begin ook zo’n honderd bewoners gevraagd hoe zij bijvoorbeeld slapen. En op één bewoner na, gaf men aan dat zij vrijwel het hele jaar door met het raam open willen slapen’, vertelt Gerard Salemink. ‘Het is dan dus niet logisch dat je die slaapkamers voor veel geld potdicht gaat maken, terwijl bewoners die kamers eigenlijk niet willen verwarmen.’ ‘Natuurlijk hebben we de slaapkamers wel van HR++ glas voorzien en is de spouwmuur van de hele woning met isolatiemateriaal gevuld’, zegt Geels. ‘Maar de leefruimte, in dit geval dus de woonkamer en keuken, is extra geïsoleerd.’ Hiervoor is een nieuw hoogwaardig isolatiemateriaal gebruikt, dat uitsluitend aan de binnenzijde van de woonkamer en keuken is aangebracht.

‘Het is niet logisch dat je slaapkamers voor veel geld potdicht gaat maken’

Isolatiebehang van 2 centimeter

‘Je kunt het zien als een ‘isolatiebehang’ van twee centimeter dik, dat in de leefruimtes tegen de buitenmuren wordt aangebracht. Zo konden we het huis dus van binnenuit isoleren, waardoor er aan de buitenkant helemaal niets aan het uiterlijk verandert. Dit is ook gunstig, bijvoorbeeld bij het aanpakken van monumentale panden. Ook in buurten waar particulieren een huis van de corporatie hebben gekocht, is deze aanpak gunstig, want je kunt particulieren niet dwingen om mee te doen aan ingrijpende, uitwendige renovaties. In elk geval zorgt deze vorm van isolatie voor een vermindering van de verbouwkosten en het is minder ingrijpend voor bewoners. De woning wordt in enkele dagen geïsoleerd en de bewoners hoeven het huis niet uit. In totaal duurt de hele operatie maximaal vijf dagen, waarvan we daadwerkelijk maar drie dagen in de woning bezig zijn’, aldus Geels.
‘In de vier woningen zijn twee soorten warmtepompen gebruikt. De laagtemperatuurwarmtepomp levert de verwachte prestatie. De prestatie van de hoogtemperatuurwarmtepomp (CO2) is lager dan verwacht. Deze toestellen zitten echt nog in de testfase zo bleek tijdens het project, en het is volgens de corporatie daarom nog te vroeg om deze bij een eventuele opschaling te gebruiken. Eén van de hoogtemperatuurwarmtepompen is inmiddels ook al vervangen voor een laagtemperatuurwarmtepomp. Het afgiftesysteem in de woonkamer is vervangen voor laagtemperatuurradiatoren. Daarnaast hebben we in de woonkamer CO2-gestuurde decentrale ventilatie met wtw aangebracht. In de rest van de woning is het natuurlijke ventilatiesysteem behouden. Op het dak zijn twintig pv-panelen geïnstalleerd die jaarlijks circa 5.400 kWh elektriciteit opwekken’, vertelt Geels.

52 02Thermisch compartimenteren: In de pilot zijn alleen de leefruimtes (groen omlijnd) extra geïsoleerd, terwijl de andere, minder gebruikte ruimtes worden verwarmd met infrarood panelen.

Pilot toont wel iets aan

Uit de metingen die de mensen van het Saxion-lectoraat hebben uitgevoerd, blijkt dat drie van de vier woningen na de verbouwing duidelijk minder energie gebruiken dan zij opwekken. Een uitzondering was een van de woningen met de hoogtemperatuurwarmtepomp, maar dat kwam doordat deze warmtepomp in het jaar van de metingen niet goed functioneerde. Hoewel een proef met vier woningen te klein is om definitief te kunnen zeggen dat deze aanpak overal en altijd soortgelijke resultaten oplevert, toont de proef volgens Geels en Salemink wel degelijk iets aan. ‘De aanpak sluit in elk geval aan bij een manier van denken die ook bij veel particuliere woningbezitters past’, vindt Geels. Volgens hem is er ook vanuit het ministerie in Den Haag aandacht en interesse voor deze aanpak. De partijen zouden hierover ook in gesprek gaan, maar door de coronaperikelen is dit op de lange baan geschoven. ‘Voor woningcorporaties is deze aanpak op dit moment lastig, omdat de Energieprestatievergoeding (EPV) die corporaties krijgen, bepaald wordt op het energieverbruik van de hele woning na de renovatie. Er is een normbedrag beschikbaar voor 30, 40 of 50 kWh per m2. Met onze renovatiemethode is het energieverbruik na de renovatie 70 kWh per m2 gebruiksoppervlak. Daarmee voldoen we niet aan het EPV-systeem en komen we niet in aanmerking voor een vergoeding. Maar in de extra geïsoleerde ruimtes ligt het energiegebruik ruim onder de grens van 50 kWh per m2’, aldus Geels.

Veel lagere kosten

De totale kosten voor de renovatie via de methode die woningcorporatie Domijn nu heeft gebruikt, bedragen circa 60.000 euro. Terwijl, zo zeggen Geels en Salemink, de verbouwingskosten van een methode waarbij de hele woning volledig wordt geïsoleerd voor een nul-op-de-meter-woning ruim 100.000 euro bedraagt. ‘Wij hebben nu, op basis van deze pilots, een opzet gedestilleerd die geschikt is voor opschaling. Daarbij kunnen we voor een bedrag van rond de zestigduizend euro, inclusief planmatig onderhoud, een woning naar aardgasloos en nul-op-de-meter renoveren. Op basis van de monitoring blijkt dit haalbaar met twintig pv-panelen.’
Volgens Geels en Salemink is het concept ‘thermisch compartimenteren’ geschikt voor grootschalige toepassing. Heel belangrijk in deze aanpak is bovendien dat de woonlasten van de bewoners zeer sterk dalen. ‘Er zijn al twee andere woningcorporaties die bij ons hebben aangeklopt en deze aanpak willen gaan gebruiken’, vertelt Salemink. Hij verwacht dat met bepaalde innovaties in de toekomst nog verdere verbeteringen en kostenreducties mogelijk zijn. ‘Vacuümglas is zo’n innovatieve techniek die naar ons idee veel mogelijkheden biedt voor de toekomst.’ Toch denkt Geels dat een grootschalige uitrol van deze methode pas mogelijk is als er vanuit het Rijk een oplossing komt voor de EPV, want zonder die vergoeding is de aanpak te kostbaar.

Concept ‘thermisch compartimenteren’ geschikt voor grootschalige toepassing

Infrarood als bijverwarming

In de coronatijd, zo merkte Chris Geels, waren er wel bewoners die ook een slaapkamer overdag wilden verwarmen, bijvoorbeeld omdat één van de kinderen thuis moest studeren. In de toekomst zal dit wellicht nog vaker worden gevraagd als mensen deels thuis willen of moeten werken. ‘In het woongedeelte hebben we het afgiftesysteem aangepast met lage temperatuur radiatoren. Maar op de slaapkamers of in de badkamer is daarin niet voorzien. In enkele van de pilotwoningen hebben we, omdat mensen die verwarming wel missen, in de badkamer en in de slaapkamer infraroodpanelen geplaatst. Zelfs in de periode waarin de mensen deze hebben gebruikt, voldeden we nog steeds aan nul-op-de-meter. Sterker nog, de woning bleef energieleverend, terwijl de bewoners het infraroodpaneel heel positief beoordeelden. Mensen zetten hem natuurlijk alleen aan op het moment dat ze de badkamer ingaan, en zetten hem weer uit als ze eruit gaan. Per persoon is dat circa acht tot tien minuten per dag. Dus zo’n grote impact heeft dit niet, terwijl we het comfort daarmee wel flink verhogen.’ Salemink: We praten hier dus echt over het gebruik van infraroodpanelen als bijverwarming. Dat is wat anders dan als hoofdverwarming, waar je tegenwoordig wel vaker over hoort en in zo’n geval vrij veel elektriciteit vraagt.’
Of en hoe snel de pilot een vervolg krijgt, is onduidelijk. ‘Vooral voor de vergoeding zal een oplossing moeten komen. Maar dat deze aanpak beter aansluit bij de wensen van bewoners is uit deze pilot wel heel duidelijk geworden. Verder denk ik dat het heel belangrijk is dat we hier niet alleen hebben laten zien dat het uitvoerbaar is en dat de uitgangspunten niet alleen kloppen als we het berekenen, maar dat het ook in de praktijk daadwerkelijk klopt en werkt’, besluit Geels.

Tekst: Marco Pijper
Fotografie: Saxion Hogeschool

Lees meer artikelen in het dossier Verwarming