EW07 Omslag 600
Mei 2021

‘Bij evenementen moet je snel kunnen schakelen, dat is je vak!’

Interview met Henk van Lin (73), elektro- en geluidstechnicus uit Overasselt

04 01

Het had weer een mooi jaar moeten worden, vol evenementen. Helaas heeft Henk van Lin nog maar een paar projectjes kunnen draaien. ‘De verhuur van installaties ligt op zijn gat.’ De ervaren technicus reist al tientallen jaren vanuit Gelderland heel Nederland door om geluid, licht, decor- en podiumtrucs te verzorgen. Hoe spectaculairder hoe beter! ‘Je bent vaak de hele dag aan het opbouwen voor een show van nog geen twintig minuten. Maar het is prachtig als alles dan werkt!’

Het installatievak is Henk van Lin met de paplepel ingegoten. Zijn vader had een eigen bedrijf en verwachtte min of meer dat hij zijn voorbeeld zou volgen. Met zijn diploma’s op zak werkte Henk een tijdje voor zijn vader, maar de ­installatiebranche kende toen ook al zijn pieken en hij besloot dat de tijd rijp was om zijn eigen koers te varen. ‘Ik deed alles, behalve sterkstroom; dat bleef mijn vaders terrein.’ Als vanzelf kwamen er vanuit het dorp kleine verzoekjes binnen bij Henk. Een tijdelijke aansluiting voor de braderie of geluidsinstallatie bij een open dag. ‘Ik zei toen A en heb de rest van mijn leven B gezegd. En daar heb ik nooit spijt van gehad.’

Wat was je eerste grotere klus?

‘In Overasselt en in omliggende dorpen was er jaarlijks kermis. Ik ben toen gevraagd om al die wagens op het elektriciteitsnet te zetten. We hadden één zwaar aansluitpunt en één groot verdeelpunt, waarvandaan iedereen zijn eigen kabeltje kreeg. Dat was pionieren, hoor. Ik heb eindeloos gelast en geknutseld. En die kermissen waren vaak op het platteland, dus zorgde ik ook dat alle kabels netjes ingegraven werden. Uiteindelijk kwam dan op zaterdag een inspecteur de boel keuren en natuurlijk een partijtje moeilijk doen.’

Een kermis op het elektriciteitsnet?

‘Toen nog wel. Tegenwoordig plaatsen we gewoon een paar aggregaten. Veel makkelijker. Zeker voor het afrekenen. Vroeger hadden al die regio’s namelijk hun eigen energieleveranciers en moest de gebruikte stroom op de man afgerekend worden. Dat leidde natuurlijk geheid tot ruzie. Gelukkig had ik een mooi pressiemiddel. Niet betalen? Stekker eruit en kabeltje weer oprollen. Ja, ik heb wat meegemaakt, hoor.’

En je naam was gevestigd?

‘Klopt. Als mensen weten dat je het kunstje beheerst, word je vaker gevraagd. Het werd een fulltime bezigheid van mijn zaak. Want ook buiten het kermisseizoen zijn er tal van evenementen. Denk aan een ‘eerste paal slaan’, bedrijfsopeningen, presentaties en theater. Op dat soort momenten is er behoefte aan goede geluids- en lichtapparatuur en aan handjes die alle spullen aansluiten. De installaties heb ik gaandeweg aangeschaft en dankzij mijn technische opleiding ben ik in staat om grote en kleine problemen het hoofd te bieden. Mensen willen gewoon dat alles werkt, dus dan moet je soms creatief zijn.’

‘Mensen willen gewoon dat alles werkt, dus dan moet je soms creatief zijn’

Die creativiteit, is dat jouw kracht?

‘Misschien wel, ja. Een evenement is haast altijd eenmalig en op steeds een andere plek. Je weet van tevoren nooit precies wat je te wachten staat, wat je op locatie tegenkomt. Het moet dan ook vreemd lopen willen zich niet een paar problemen voordoen. Die moet je snel oplossen, dat is je vak! Je moet snel kunnen schakelen. Ik werkte soms met collega’s die overal moeilijkheden zagen en eindeloos wilden overleggen. Had je er plots twintig problemen bij. Dat gaat dus niet in deze branche. Een telefoontje plegen oké, maar het moet niet over teveel schijven gaan.’

Nooit medewerkers in dienst gehad?

‘Een paar. Groot groeien is nooit mijn ambitie geweest. Ik doe het liefste alles zelf. Dan begin ik gewoon wat eerder aan een klus. Voordeel voor mijn klanten is dat het daardoor vaak ook goedkoper kan. En met evenementen weet je ook nooit precies wat er aan zit te komen. Een langetermijnplanning is lastig. Sommige klussen gaven gelukkig wel wat meer vastigheid. Zo heb ik jarenlang de Veronica Drive-in Shows verzorgd; gingen we met een grote podiumwagen het hele land door. We hadden alle installaties en benodigdheden zelf bij ons. Met zo’n tien jongens voor het sjouwwerk bouwde ik het podium op en zorgde dat alles klaar stond als de presentator kwam. En na de show weer opruimen, inladen en naar huis rijden. Leuk, maar het werd steeds minder spannend. Het werd een trucje dat we haast gedachteloos konden afdraaien.’

Is met zulke opdrachten het grote geld te verdienen?

‘Veronica, Renault, Mazda en theaterproducties van John de Mol. We werken voor veel grote namen, maar dat betekent niet per definitie dat je binnenloopt. De opdracht gaat vaak via een organisatiebureau en alles staat vast omschreven. Dan maak je vooraf een offerte en middel je de prijzen wat. Weet je waar je vroeger wel goed kon verdienen? Bij sigarettenmerken; Marlboro en Philip Morris hadden een groot budget en waren niet bang dat uit te geven. We hebben regelmatig licht en geluid voor hun roadshows verzorgd en zijn heel Europa rondgereisd. Dat was ronduit geweldig.’

04 02

Welk evenement blijft je altijd bij?

‘Dat was in Nigeria. Je hebt daar een grote Nederlandse gemeenschap en die wilde eens goed Koninginnedag vieren. Haring en bier werd ingevlogen en via via werd mij gevraagd de installaties voor de verschillende optredens te verzorgen. Ter plaatse kregen we het advies vooral niet het lokale elektriciteitsnet te gebruiken. Dat scheen ’s nachts nog wel eens uit te vallen. Dus regelden we een paar enorme dieselgeneratoren die de volledige stroomvoorziening van het dorp overnamen. De lichten knipperden een paar keer en toen schakelde alles over. Dat was wel heel bijzonder.’

Wanneer wordt het echt spannend?

‘Speciale opdrachten waarbij je nauw moet samenwerken met andere disciplines en bedrijven. Zo werkten we mee aan een grote vuurwerkshow bij Zutphen. De locatie was al spannend, want midden in de uiterwaarden van de IJssel en onze vier geluidsystemen moesten natuurlijk nauw worden afgestemd op het vuurwerk. Dus aggregaat mee en de hele dag opbouwen, heel veel meters kabelwerk. Het moest in één keer goed gebeuren. Uiteindelijk duurde de show nog geen twintig minuten, maar het verliep vlekkeloos.’

Ben je nooit bang dat je spullen gesloopt of ­gestolen worden?

‘Je bedoelt bij buitenevenementen? Nee, dat is nog nooit gebeurd. Alles wat ik nodig heb aan apparatuur neem ik zelf mee en op locatie zorg ik dat er niks in de looproutes ligt. Over het algemeen blijven mensen van elektriciteit wel af. Dat vinden ze toch een beetje eng. En na afloop ruimen we alles gelijk weer op. Er blijft dus niks onbeheerd achter.’

‘Je weet nooit precies wat eraan zit te komen. Een langetermijnplanning is lastig’

Ook nooit problemen met de stroomvoorziening?

‘Bedrijfsopeningen of presentaties zijn meestal binnen, dan kun je de installaties makkelijk aansluiten op het elektriciteitsnet. Alhoewel, zelfs dan kom je soms rare dingen tegen. Ik herinner me een klus in België waar we alleen maar vierpolige CEE-contactdozen zagen. Daar werkten ze nog met 120-240 netten. Daar sta je dan met je apparatuur. Op zulke momenten is het handig dat je installateur bent. Ik ben er eens voor gaan zitten en heb alles omgebouwd naar drie fasen en 0, 220 volt. Gelukkig hebben we altijd veel spullen bij ons. Inclusief onze eigen energie, dat heb ik door de jaren heen wel geleerd. In een weiland of op het dorpsplein vind je niet zo snel een stopcontact. Dan stellen we gelijk het aggregaat op. Betrouwbaar en goedkoop.’

Klinkt niet heel duurzaam…

‘Dat leeft bij evenementen inderdaad nog niet zo. Ik zie vooral veel dikke kabels en ronkende aggregaten. Niet dat ik vies ben van groene toepassingen, hoor. Thuis ben ik helemaal van het gas af. We hebben een warmtepomp, zonneboiler en pv-panelen geïnstalleerd. Mooie toepassingen, maar toch ben ik benieuwd hoe aantrekkelijk ze blijven als de salderingsregeling straks wegvalt. Vooralsnog is er veel vraag naar. In de coronaperiode heb ik naast vaste installaties ook veel aanvragen voor zonnepanelen gehad. Dat hield me zeker bezig. Maar ik hoop dat we snel weer met onze geluids- en lichtinstallaties aan de slag kunnen. Dat blijft toch het leukste.’

Welke ontwikkelingen heb je de laatste jaren wel gezien?

‘De installaties zijn veel professioneler geworden. Zat je vroeger nog te goochelen met kroonsteentjes enzo, tegenwoordig zijn de apparaten allemaal stekkerbaar; plug and play. Dat is voor ons veel makkelijker en veiliger werken. Sowieso valt alle apparatuur onder Nen 1010 en wordt alles netjes gekeurd. Een minder fijne ontwikkeling vind ik de grotere bemoeienis van opdrachtgevers. Ze bedenken van alles en maken allerlei regeltjes waarbij het overleg vaak ook nog over meerdere schijven gaat. Tegenwoordig wil iedereen overal bij betrokken worden en dat werkt vaak vertragend.’

Kun je zelf nog onbevooroordeeld naar een ­evenement van ander kijken?

‘Haha, nu je het zegt: ik erger me enorm aan al die losse kabels die je vaak ziet. Loop je over een braderie, breek je zowat je nek over losliggende snoeren. Dat kan toch niet? Hang ze hoog, graaf ze in of leg er desnoods matten overheen. Ik vind het een slordig gezicht en het is nog gevaarlijk ook. Maar waarschijnlijk is dat de aard van het beestje. Anderen ergeren zich misschien wel aan mijn werk. Als ik een probleem zie, los ik het zelf op. Dat zouden zij dan weer niet zo snel doen.’

Tekst: Jojanneke Rodenburg
Fotografie: Bart van Overbeeke