Juli/Augustus 2021
‘E-mensen zijn geen W-mensen. Maar samen ijveren ze voor het beste resultaat’
Interview met Rob Grimbergen van Grimbergen Installaties uit Rijnsburg
Eind 2014 breidde Grimbergen Installaties de dienstverlening uit met een projectleider elektrotechniek en twee monteurs. -Eigenaren en broers Rob en Thijs Grimbergen zetten de nieuwkomers bewust in dezelfde ruimte als de werktuigbouwkundige medewerkers van het bedrijf. Rob: ‘Voor een goede integratie moeten beide disciplines als team optrekken; samen ijveren voor het beste resultaat. Dat gaat steeds beter, maar tegelijkertijd -zullen er altijd verschillen blijven.'
Van ambachtelijke smederij naar een modern totaalinstallatiebedrijf mét het predicaat ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Rob en Thijs zijn de achtste generatie Grimbergen die het bedrijf leiden. Dat is totaal 273 jaar aan historie. Rob: ‘Installatietechniek zou zomaar eens in ons DNA kunnen zitten. En misschien geven wij het ook wel weer door. Mijn zoon werkt bijvoorbeeld al bij ons in de elektrotechniek en mijn dochter studeert rechten, dus wie weet. Ik push ze niet hoor, dat heeft onze vader ook nooit gedaan. Maar het is gewoon een verschrikkelijk mooi vak.’ Een vak dat hij en zijn broer tot in de puntjes willen uitvoeren, met een nadruk op kwaliteit en service. En, zo merkte Rob, dat gaat het beste als je alle disciplines onder één dak hebt. Vandaar dat de broers uitbreiding realiseerden met elektrotechniek.
Jullie bestaan sinds 1748, dat is wel een heel lange tijd…
‘Ja, mooi hè? Mijn voorouders kochten voor 350 gulden een pand in Rijnsburg en startten daar een smederij. Er werden paardenhoeven beslagen en allerlei ijzerwerk gemaakt, variërend van ploegen tot schoffels. Volgens de verhalen werkten ze ook samen met een wagenmakerij en verrichtten ze timmerwerk. Het bedrijf heeft ook nog naam gemaakt in de kassenbouw en staat zelfs aan de wieg van de eerste verrolbare kas. We zitten hier vlakbij de bloemenveiling, dus we zijn bekend bij alle kwekers en tuinbouwbedrijven. Uiteindelijk werd dit een specialisme en richtte Grimbergen zich volledig op de aanleg van centrale verwarmingsinstallaties. Dankzij de komst van aardgas in de jaren zestig bleek dat een heel goede zet. Sindsdien is het bedrijf gestaag gegroeid.’
Maar als het zo goed loopt, waarom dan kiezen voor een extra discipline?
‘We kregen als W-bedrijf steeds vaker te maken met gecombineerde projecten. En aangezien we het E-gedeelte niet zelf in huis hadden, moesten we dat inkopen. Soms zaten we er dan in de calculatiefase wel eens naast. Dat is teleurstellend. Trouwens, als een opdrachtgever ons inhuurt, willen we het werk altijd met de hoogste kwaliteit opleveren; ook de elektrotechnische elementen. Wat ons betreft, lukt dat het beste als je alles zelf in de hand hebt. Vandaar.’
Zijn jullie op zoek gegaan naar een goede overnamekandidaat?
‘Daar hebben we inderdaad over nagedacht, maar bewust niet gedaan. Het voordeel van een bestaand bedrijf overnemen is natuurlijk dat je gelijk goed opgeleid personeel en een extra netwerk hebt. Wij vonden de nadelen echter zwaarder wegen. Een ander bedrijf betekent namelijk ook een andere cultuur. En de kans dat je ooit een eenheid gaat vormen, achten wij klein. Wij zijn echt een familiebedrijf en dat wij-gevoel leeft ook onder het personeel. Ze zijn loyaal aan elkaar en aan het bedrijf. Een 12,5 jarig jubileum is hier heel normaal. Komt daar een nieuwe vestiging of afdeling bij, dan verandert die fijne sfeer waarschijnlijk. Dat wilden we absoluut voorkomen.’
‘Installatietechniek zou zomaar eens in ons DNA kunnen zitten’
Hoe integreerden jullie de E-tak in het bestaande bedrijf?
‘Langzaamaan. We begonnen met één projectleider en twee elektromonteurs. Ondertussen lopen er twee projectleiders en zeven monteurs rond. Op een totaal van ongeveer 50 medewerkers. We hebben ze zelf geselecteerd. Daarbij hebben we gekeken of ze in het team passen en dezelfde aanpakkers-mentaliteit hebben als de rest. Iedereen zit bij ons ook bij elkaar. Voor een goede integratie moeten beide disciplines als team optrekken; samen ijveren voor het beste resultaat. En door de afdelingen niet te scheiden, weet iedereen van elkaar waar ze mee bezig zijn en is het makkelijker communiceren. Korte lijntjes. Dat is fijn voor het project en fijn voor de onderlinge sfeer. De E- en W-mensen zijn nu echt collega’s.’
En hoe integraal verloopt het daadwerkelijke installeren?
‘Ik zeg eerlijk: dat is elke keer weer een uitdaging. Beide expertises zijn belangrijk en bij een gecombineerde opdracht worden beide projectleiders sowieso vanaf het begin betrokken. De volgorde van uitvoering is uiteraard afhankelijk van de opdracht zelf. Het blijft wel zo dat het om twee verschillende kennisgebieden gaat, met ook twee verschillende soorten mensen. Die moeten en kunnen ook samenwerken in één team, maar ze hebben ook hun eigen inbreng. Dat is elke keer weer een beetje zoeken.’
‘De opdrachtgever moet daar natuurlijk zo min mogelijk van meekrijgen. Die wil één contactpersoon. Bij ons is dat toch meestal de W-projectleider. Natuurlijk zal ook de elektrotechnicus zo nu en dan aanschuiven, maar de meeste afstemming tussen beide disciplines vindt hier op kantoor plaats. En op de bouw natuurlijk.’
Staan de neuzen altijd dezelfde kant op?
‘E-mensen zijn geen W-mensen. Dat verschil blijft. Het gaat erom dat de klantvraag verbroedert. We willen allemaal een zo goed mogelijk afgerond project; een eindproduct om trots op te zijn. Dat lukt het beste wanneer al in het voortraject consensus wordt bereikt. Tussen de projectleiders onderling, maar zeker ook met de opdrachtgever. Op die manier voorkom je teleurstellingen achteraf.’
‘En de disciplines erkennen elkaars expertise. Dus ja, er wordt gepraat over mogelijke werkwijzen, maar altijd constructief. We willen elkaar aanvullen, niet aftroeven. Als het druk is, helpen ze elkaar ook gewoon. Een W-installateur die een grote leiding installeert, kan datzelfde trucje met een grote kabelgoot. Zodoende. We zijn één bedrijf en doen het met elkaar.’
Wanneer verloopt de samenwerking het beste?
‘Tja, dat weet je meestal pas achteraf. Bij elk project waarbij we tussentijds flexibel moeten schakelen tussen beide disciplines, ervaar ik voordeel. En als je dan als team trots bent op het resultaat, ja, dan is de samenwerking dus goed verlopen. Het mooist is natuurlijk als je vanaf het idee betrokken bent. Laatst nog evalueerden we de nieuwbouw op Vakantiepark Delftse Hout. Daar verzorgden we de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties. Ook ons voorstel om de warmwaterwatervoorziening te verduurzamen met lucht-waterwarmtepompen is doorgevoerd. Een mooi voorbeeld van een project waar alles samenkomt.’
Welke valkuilen kom je als totaalinstallateur tegen?
‘Er is veel werk en daarom kom je soms in de verleiding om te grote of te complexe opdrachten aan te nemen. Wij ook. Maar als bedrijf ben je dan meer bezig met uitbesteden dan met zelf uitvoeren. En volgens mij komt dat de eindkwaliteit niet ten goede. Voor het leveren van vakwerk moet je simpelweg grip op de zaak kunnen houden.’
Je kunt toch nooit alles zelf doen?
‘Nee, dat klopt. Sommige werkzaamheden zijn zo specialistisch, die besteden wij ook uit. Als in een opdracht bijvoorbeeld een brandmeldinstallatie is opgenomen, hebben wij daar de benodigde expertise niet voor. En het is prima om daar een geschikte partner voor te zoeken. Maar projectbreed moet je gewoon voldoende kennis in huis hebben om de hoofdinfrastructuur aan te leggen. Daarom is het zo mooi dat we zowel E- als W-mensen in ons team hebben. Die integrale samenwerking garandeert een hoge mate van kwaliteit. Alles in één alwetend persoon bundelen is een illusie. Al doende steek je natuurlijk wel veel van elkaar op, maar de basiskennis wordt toch uit de opleidingen gehaald. En zover ik weet zijn de studies elektrotechniek en werktuigbouwkunde inhoudelijk nog steeds gescheiden.’
‘Voor het leveren van vakwerk moet je grip op de zaak kunnen houden’
Heeft jullie ‘totaalvisie’ veel nieuwe klanten opgeleverd?
‘Ja, maar niet zo van het ene op het andere moment hoor. Bij Grimbergen werken we vooral met langdurige relaties en ik merk gewoon dat als je al jaren het W-werk goed uitvoert, ze je ook de E-opdrachten gunnen. Daarnaast raken de disciplines steeds meer verweven met elkaar. Vroeger was het of W of E, nu groeit het aantal combinatieprojecten. Logisch, het aantal installaties met een elektro-component neemt snel toe. En die ontwikkeling zal nog wel een tijdje doorgaan. Dan is het voor de klant wel fijn om één aanspreekpunt te hebben. Dat verwachten ze ook van je. Maar soms verkopen we ook wel een ‘nee’. We hebben niet de ambitie om heel snel veel groter te groeien. Wij halen onze meerwaarde uit de constante kwaliteit die we leveren. Dat schept vertrouwen en daarmee versterken we de band met onze bestaande klanten. Zo doen we het al sinds 1748.’
Tot slot. Wat doet een hofleverancier zoal?
‘Haha, ja die vraag krijgen we heel vaak. Het is echt niet zo dat we het installatiewerk van de koninklijke familie verzorgen. Het is meer een eerbetoon aan kleine en middelgrote bedrijven. Je mag jezelf ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ noemen als je bedrijf minimaal honderd jaar bestaat en de ondernemers van onbesproken gedrag zijn. Op dit moment zijn we een van de vijfhonderd Nederlandse bedrijven die het Koninklijk wapen mogen voeren. Dat doen we dan ook trots. En het mooie is, dat wapen en de bijbehorende titel geven potentiële klanten een bepaald gevoel van vertrouwen. Aan ons om het waar te maken.’
Tekst: Jojanneke Rodenburg
Fotografie: Arno Massee