De overstap naar elektrische bedrijfswagens wordt flink gestimuleerd met onder andere subsidies en fiscale voordelen.

Subsidies tellen op

De overstap naar emissieloze bedrijfswagens wordt flink gestimuleerd. Zo is er de Milieu-investeringsaftrek (MIA) die fiscaal voordeel oplevert bij investeringen in milieuvriendelijke producten of bedrijfsmiddelen, waaronder elektrische voertuigen of een oplaadpunt. Dan is er de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) die 10 procent van de cataloguswaarde (exclusief btw) tot maximaal 5.000 euro kan opleveren. Daarnaast zijn volledig elektrische bedrijfsauto’s (batterij-elektrisch en waterstof-elektrisch) vrijgesteld van BPM en ook van motorrijtuigenbelasting.
Een aantal gemeenten subsidieert ook nog eens de aanschaf van emissieloze bedrijfsvoertuigen. Zo hanteert de gemeente Amsterdam bij de aanschaf van nieuwe uitstootloze voertuigen een subsidiebedrag van 20 procent van de aanschafprijs, met een maximaal subsidiebedrag voor een bestelauto van 5.000 euro bij een leeg gewicht van maximaal 1.760 kg en 40.000 euro bij een leeg gewicht vanaf 1.760 kg. Dit alles maakt de overstap naar elektrisch aantrekkelijk.
Dat bevestigt ook Fred van den Brink, key account manager Fleetsales bij Renault Nederland: ‘Door subsidies kom je al in de buurt van de aanschafkosten van een diesel. Daarbij gaan de onderhoudskosten sterk omlaag in vergelijking met die van een diesel. Dan zijn er ook nog de fiscale voordelen. En als je dan als ondernemer de investering niet wilt doen, kun je ook nog eens kiezen voor full operational lease.’
Volgens de Monitor Lichte Bedrijfswagens 2021 van de RAI vereniging staan de meeste bedrijven open voor elektrische bedrijfswagens. Het merk is daarbij ondergeschikt aan functionele aspecten, zoals de actieradius, het laadvermogen, de laadinfrastructuur en financiële aspecten als de aanschafprijs en total cost of ownership. Bij de aanschaf van elektrische voertuigen wordt daarom vaker dan nu het geval is, gekozen voor full operational lease, geeft de monitor aan.

De nieuwe Renault Kangoo e-Tech Electric kan een aanhanger van 1.500 kg trekken.

Goed advies

Nu kiezen voor een elektrische bedrijfswagen kan ook verstandig zijn omdat de traditionele afschrijvingscyclus doorbroken wordt. Van den Brink: ‘Een bedrijfswagen wordt gemiddeld zo’n zes à zeven jaar gebruikt voordat inruil plaatsvindt. Met 2025 voor de deur is die inruil en restwaarde – van een diesel – niet meer zo vanzelfsprekend. Wat is dan nu een verstandige keuze? Dat hangt echt af van wat je vervoert. Neem bijvoorbeeld een hovenier die veel grind rijdt. Die moet nu geen elektrisch aangedreven bedrijfswagen aanschaffen. Het gewicht van zijn ladingen belast de accu dusdanig dat de actieradius sterk vermindert. De oplossing daarvoor komt, maar dan zijn we weer wat verder in de tijd. De Renault e-Trafic die we eind 2022 zullen introduceren, komt daaraan tegemoet met een nieuw soort accu. Daarnaast kan de nieuwe Kangoo e-Tech Electric bijvoorbeeld een aanhanger van 1.500 kg trekken.’
Naast vervoersoplossingen adviseert Renault samen met een partner over het inrichten van laadpleinen bij ondernemers. Ook oplossingen voor opladen zijn van cruciaal belang voor de overstap naar elektrische bedrijfsmobiliteit. Bij de RAI Vereniging onderstreept Dubbelman het belang van het goed inpassen van elektrische mobiliteit in de dagelijkse bedrijfsprocessen. ‘Dat is bij grotere bedrijven eenvoudiger dan bij kleinere ondernemingen. Met twee of drie bedrijfswagens kun je je geen experimenten veroorloven, het moet direct inzetbaar zijn, zonder gedoe. Dat geldt helemaal voor de zzp-er met één wagen.’

Verkopen stijgen

De elektrificatie van bedrijfsmatig vervoer gaat snel, alhoewel het aandeel op het totaal nog beperkt lijkt. Van de 68.443 verkochte lichte bedrijfswagens in 2021 waren er 3.177 uitstootloos. Dat laatste cijfer staat wel voor bijna een verdubbeling vergeleken met het jaar daarvoor. Dit blijkt uit cijfers van RAI Vereniging, BOVAG en databureau RDC. En de eerste drie maanden van dit jaar laten wederom een stijging zien, meldt de RAI Vereniging.
Het zou nog harder gaan als er geen problemen waren met de aanlevering van onderdelen. Vanwege de corona-pandemie en recent ook de oorlogssituatie in Oost-Europa is er een tekort aan vooral chips en kabelmateriaal. ‘Dat geeft problemen bij het assembleren van de aandrijflijnen van wagens, meldt Dubbelman. ‘Door de corona-pandemie is de productie van chips behoorlijk achterop geraakt en dat treft ook de automotive sector.’
Niet iedereen heeft daar veel last van. Van de Brink: ‘Bij Renault hebben we de verbinding met Nissan en Mitsubishi en dat geeft wel wat ruimte als het om leveringszekerheid gaat. Bij ons zijn de levertijden enkele maanden. Gelukkig niet meer dan een jaar, zoals ik ook wel hoor in de markt.’

Van de 68.443 verkochte lichte bedrijfswagens in 2021 waren er 3.177 uitstootloos

Feenstra test elektrische busjes in de praktijk van alledag op laadvermogen en ­actieradius.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Voor Ronald Bremmer bij van der Sluis Technische Bedrijven is elektrificatie van de bedrijfswagens geen vraag meer: ‘We zullen de omslag als bedrijf wel moeten maken. Bij ons rijden ongeveer 230 voertuigen, waarvan 130 busjes. Als bedrijf hebben we een maatschappelijke verantwoordelijkheid en daar hoort de verduurzaming van het wagenpark bij.’
Bremmer ziet nog wel aandachtspunten waar het opladen en rijden betreft: ‘Wij doen projecten door heel Nederland. De actieradius van e-bedrijfswagens zal naast laadtijden nog wel een beperkende factor zijn. Dit is voor iedereen die werkzaam is in de bouwsector echt nog wel een uitdaging.’
Bij installatiebedrijf Feenstra inventariseert een werkgroep waar het bedrijf allemaal rekening mee moet houden bij de elektrificering van het wagenpark. Daarnaast test het bedrijf in de praktijk wat dit gaat betekenen. Zo rijden er al verschillende elektrische busjes bij Feenstra, waaronder de Opel Vivaro-e en diverse Nissan e’s. Alle circa 900 bedrijfswagens van Feenstra hebben eerder al een lichtere vorm van ‘inrichting’ gekregen, waardoor zij minder zwaar beladen zijn. Dit komt de actieradius van de voertuigen ten goede.
Tijdens de uitgebreide inventarisatie naar wat het gaat betekenen om met het wagenpark volledig naar elektrisch aangedreven over te stappen, wordt onderzocht of de actieradius voldoende is en of er landelijk genoeg laadpalen zijn om de serviceverlening op niveau te kunnen houden. Maar ook of de laadpalenstructuur bij de eigen locaties/servicepunten van Feenstra uitgebreid en/of verzwaard moet worden en hoeveel kilometer een specifieke bus per dag rijdt. Dit alles past binnen het overkoepelende thema ‘Anders Reizen’, waar het bedrijf ook onderzoek naar doet. Feenstra: ‘In Amsterdam nemen we bijvoorbeeld proeven met e-bikes, omdat dat duurzamer is en we files kunnen vermijden, niet aanlopen tegen parkeerproblemen of belemmerd worden om de klant te bereiken door autowerende maatregelen. In de meeste gevallen zijn we sneller op de plek van bestemming dan met een traditioneel voertuig. Daarnaast doen wij hiermee ervaring op voor wanneer we in de toekomst niet meer met onze dieselvoertuigen de stad in mogen.’

Tekst: Tom de Hoog
Fotografie: Renault Nederland, Feenstra, Volkswagen