Februari 2023
Hoe en waar de woningnood op te lossen?
Installateur kan belangrijke rol spelen
Er moeten snel heel veel nieuwe woningen worden gerealiseerd. Een convenant dat minister Hugo de Jonge en de provincies hebben gesloten, spreekt zelfs van 900.000 te bouwen huizen tot en met 2030. Maar waar moeten al deze woningen komen te staan en waar moeten ze aan voldoen? De komende acht jaar zal er ook voor installateurs een grote rol zijn weggelegd bij het oplossen van de woningno
Minister Hugo de Jonge: ‘We staan voor een enorme opgave om de komende jaren in totaal 900.000 woningen te bouwen. Dit vraagt een gezamenlijke inzet – schouder aan schouder – van overheden, corporaties en marktpartijen. Door deze afspraken gaan we met meer regie meer betaalbare woningen bouwen, want het tekort aan woningen is enorm. Alle provincies tekenen voor de taak om de komende jaren fors meer betaalbare woningen te bouwen. Provincies en gemeenten gaan de afspraken verder uitwerken in de regionale woondeals. Daarin komen de concrete locaties, doelgroepen, verdeling huur/koop en prijscategorieën.’
De afspraken gelden tot 2030 en omvatten onder andere een verdeling van het aantal woningen per provincie. Ook is duidelijk dat 2 op de 3 nieuwe huizen zullen vallen in de categorie ‘betaalbaar’. Wat ‘betaalbaar’ precies betekent, is met de huidige huizenmarkt natuurlijk niet zo makkelijk te definiëren. Wel zegt het convenant dat dit wordt bereikt door de bouw van 350.000 huur- en koopwoningen in het middensegment (40 procent) en 250.000 sociale huurwoningen. Hiermee wordt tevens bijgedragen aan het streven naar een aandeel van 30 procent sociale huur in de woningvoorraad per gemeente.
Obstakels
Het zijn ambitieuze plannen. Temeer omdat er volop problemen zijn die een spaak in het wiel kunnen steken. Om er een paar te noemen:
• Beschikbaarheid van grond - Er is een tekort aan bouwgrond in Nederland, waardoor het moeilijk is om nieuwe woningen te bouwen. Gaat dit convenant dat oplossen?
• Financiering - Voor het versnellen van woningbouwprojecten is, zo stelt het convenant, 1,5 miljard euro beschikbaar. Naast deze versnellingsafspraken investeert het kabinet in 17 grootschalige woningbouwgebieden op het gebied van infrastructuur. Daarvoor is 6 miljard euro beschikbaar. Ook is er de Woningbouwimpuls (1,25 miljard euro) om goede projecten vlot te trekken. Verder is er 380 miljoen euro extra beschikbaar voor de versnelling van tijdelijke huisvesting. In totaal betreft het bijna 11 miljard euro voor de snelle bouw van meer woningen. Door het afschaffen van de verhuurderheffing sinds 1 januari 2023 komt er bij corporaties jaarlijks circa 1,7 miljard euro vrij. Dit heeft geleid tot gezamenlijke afspraken waarbij woningcorporaties meer dan 60 miljard euro in nieuwbouw investeren. De vraag is hoe hard deze bedragen in de praktijk zullen zijn. En zal het voldoende blijken te zijn?
• Regelgeving - Er zijn veel regels en voorschriften voor woningbouw. Daarbij zien we dat er op belangrijk politieke dossiers, zoals natuurbehoud en stikstof, voortdurend door actiegroepen geprocedeerd wordt en zij met regelmaat van de rechter gelijk krijgen. Dit maakt dat de juridische basis onder de plannen lastig is in te schatten.
• Vergunningen - Een probleem dat nauw aan het vorige punt is gerelateerd, is dat de benodigde vergunningen soms erg lang op zich laten wachten en soms ook juridisch worden aangevochten door omwonenden. Zij zitten vaak niet te wachten op nieuwe woningen in hun buurt, laat staan appartementengebouwen, en zijn graag bereid om via de lokale politiek en desnoods de rechter de komst van nieuwe woningen te voorkomen of in elk geval te vertragen.
• Integratie - Nederland kampt niet alleen met een fors tekort aan woningen, maar probeert ook stappen te maken als het gaat om bijvoorbeeld verduurzaming, mobiliteit, warmtenetten en elektrificatie. Als dit soort uitdagingen niet goed op elkaar worden afgestemd, zullen veel bewoners hiertegen in het geweer komen. Te vaak lijken deze problemen door de overheid als separate silo’s te worden aangepakt en lijkt een integrale visie te ontbreken. Met alle risico’s dat bewoners ‘dwars gaan liggen’ en de rechter hen nog wel eens in het gelijk stelt.
Doelgroepen
De verdeling van woningen over de provincies geeft aan dat Zuid-Holland, Noord-Holland, Noord-Brabant en Gelderland het gros van de woningen toebedeeld krijgen (zie kader). De vraag is voor welke doelgroepen men vooral zal gaan bouwen. De overheid spreekt vooral van betaalbare woningen. Minder duidelijk is de vraag hoe men wil inspelen op de specifieke behoeften van specifieke doelgroepen. Die kunnen sterk uiteenlopen en moeten nog via lokale woningdeals geregeld worden, stelt het convenant.
Dat kan een uitdaging worden. Starters hebben bijvoorbeeld grote belangstelling voor zeer duurzame woningen. Dat staat echter lang niet altijd bovenaan het prioriteitenlijstje van senioren. Voor die doelgroep is bijvoorbeeld belangrijk dat de woning geschikt is voor een rollator of rolstoel.
'De komende acht jaar zal er ook voor installateurs een grote rol zijn weggelegd bij het oplossen van de woningnood'
Rol van installateurs
Er zal dus nadrukkelijk gekeken moeten worden naar het ontwerp van de nieuw te bouwen woningen. Bij voorkeur zijn deze direct geschikt voor meerdere bewonersgroepen. Dus én duurzaam én uitstekend toegankelijk én voorzien van moderne connectiviteit. Ook zal gekeken moeten worden naar bijvoorbeeld mobiliteit. Waar oudere mensen vaak nog graag over een eigen auto beschikken met een parkeerplaats direct bij de woning, hebben jongeren veel meer oog voor deelauto’s en bijvoorbeeld elektrische deelbakfietsen. De mogelijkheid om deze in de buurt van nieuwe woningen te kunnen plaatsen en ruime voorzieningen voor het opladen van elektrische voertuigen staan dus hoog op hun wensenlijst. Daar moet rekening mee worden gehouden, ook als in eerste instantie wellicht vooral wordt gemikt op een oudere doelgroep. Hetzelfde geldt voor veiligheid en verlichting in de wijk, maar ook voor de aanleg van de infrastructuur die bewoners gebruiken.
Hier zou de installatiesector wel eens een hoofdrol kunnen gaan spelen. Als geen ander zijn installateurs immers op de hoogte van nieuwe technologische ontwikkelingen die een nieuwe woning, straat of wijk voor meerdere doelgroepen geschikt maken. Door de technische infrastructuur die belangrijk is voor meerdere doelgroepen al vanaf dag één in woningen aan te brengen – of woningen hierop voor te bereiden – kunnen deze voor een veel langere periode relevant gehouden worden voor soms zeer verschillende doelgroepen.
Innovaties toepassen
Dan toch nog even de stikstofproblematiek. Gaat dit al deze plannen in de weg staan? Ongetwijfeld zullen er de komende jaren woningbouwprojecten te maken krijgen met uitstel en wellicht zelfs afstel als gevolg van het stikstofbeleid. Hoeveel en waar, daarvoor is de situatie nog altijd te onduidelijk.
Wat wél duidelijk is, is dat we met de hulp van innovatie belangrijke stappen kunnen zetten. De afgelopen jaren zijn er al tal van nieuwe ideeën gelanceerd om de bouw van woningen sneller, efficiënter en duurzamer te maken. Het wordt tijd om die ook daadwerkelijk grootschalig te gaan toepassen. Denk aan:
• Modulair bouwen - Modulair bouwen maakt het mogelijk om woningen op een kosteneffectieve en energie-efficiënte manier te bouwen. Dit gebeurt in een fabriek, waardoor de uitstoot van schadelijke stoffen ook beter onder controle kan worden gehouden. Installatieprocessen zullen dan flink aangepast moeten worden.
• Slimme technologie - Tal van bestaande en nieuwe technologieën kunnen worden gebruikt om energie te besparen en het binnenklimaat van woningen te verbeteren, zoals slimme verlichting, slimme thermostaten, slimme beveiligingssystemen en slimme domoticasystemen.
• Robotica - Door robots en andere vormen van automatisering toe te passen, kan de bouw van woningen worden versneld en verbeterd.
Tiny houses
Tenslotte hebben we nog het fenomeen ‘tiny houses’. Deze woonvorm zou een rol kunnen spelen bij het oplossen van de woningnood, maar dan alleen als gemeenten bereid zijn hiervoor voldoende ruimte beschikbaar te maken. Vaak zijn tiny houses vooral interessant voor starters, door de relatief lage kosten voor dit soort woningen. Grootschalig toestaan van tiny houses zou een interessante nieuwe markt voor installatiewerk kunnen opleveren.
Tekst: Robbert Hoeffnagel
Fotografie: iStock