EW07 Omslag 600
Oktober 2022

Maak ­klachten op tijd bespreekbaar ­tegen burn-out

Combinatie hoge druk en weinig invloed is funest

70 01

Met de enorme personeelsschaarste, vaak fysiek zwaar werk en soms ook nog het bijklussen in de vrije tijd, lopen installateurs het risico zichzelf voorbij te lopen en een burn-out te krijgen. Sinds 2019 erkent de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) het als een zelfstandige beroepsziekte door alle branches heen. Wat kan de installatiesector doen om een burn-out te voorkomen?

In 2021 deed 38 procent van alle werknemers in Nederland fysiek belastend werk. Dat betekent: regelmatig veel kracht zetten, werken in een ongemakkelijke houding, veel herhalende bewegingen maken of werken met trillend gereedschap of trillende voertuigen. Installatiemonteurs maken deel uit van die groep. Daarnaast gaat het ook niet echt goed met de psychosociale arbeidsbelasting, zoals emotionele belasting, de moeilijkheidsgraad van het werk, kwantitatieve taakeisen, en de mate van autonomie. Vooral de twee laatste elementen – een veeleisende baan waarin je weinig invloed hebt – zijn potentieel funest. In 2021 nam het percentage hoge taakeisen toe en de mate van autonomie af.

‘Goed’ nieuws

Fysiek en psychisch staat werkend Nederland dus stevig onder druk. Maar er is ook relatief ‘goed’ nieuws: vergeleken met andere sectoren melden professionals in de bouw zeker niet de meeste burn-outklachten. Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2021 van TNO en CBS, een van de grootste periodieke onderzoeken naar de werksituatie van werknemers in Nederland bekeken door de ogen van werknemers. Van de dertien branches die in kaart zijn gebracht blijken alleen werknemers in de landbouw minder klachten te ervaren dan de werknemers in de installatiebranche. Kleine, maar niet onbelangrijke disclaimer: dat was voor de meest recente stikstofplannen van het kabinet. Voor de rest ervaren werkenden in onder meer de industrie, onderwijs, zorg en zelfs ICT een grotere fysieke en psychosociale belasting in hun werk. Aangezien we door de statuur van de onderzoekers niet hoeven te twijfelen aan de representativiteit van het onderzoek, betekent dit dat monteurs en al die andere installatietechnici óf enorme bikkels zijn (wat we zomaar aannemen), óf dat we als sector inmiddels goed op weg zijn met investeren in duurzame inzetbaarheid.

‘Steeds meer werk moet worden gedaan met minder mensen’

Landelijke vitaliteitsdesk

Dat laatste kan Annemarijn Glasbergen bevestigen, projectleider Duurzame inzetbaarheid binnen Equans (voorheen Engie Services). ‘Sinds 1 juli van dit jaar hebben wij de hele vitaliteits- en verzuimorganisatie ondergebracht in een landelijke vitaliteitsdesk, die centraal wordt aangestuurd. Tegelijk zijn de bijbehorende processen en werkwijzen aangepast. Daardoor is voor alle medewerkers duidelijk: er is één centraal servicepunt voor als je vragen hebt rond inzetbaarheid. Zit je niet lekker in je vel, ben je niet in staat om te werken, neem dan contact op met de vitaliteitsdesk. Want voorkomen is beter dan genezen.’ De urgentie om meer grip te krijgen op het verzuim is hoog bij de technisch dienstverlener. De afgelopen jaren is het gemiddelde verzuimpercentage bij de acht grote regionale bedrijven die samen Equans vormen toegenomen. In het eerste half jaar van 2022 ligt dat rond de zes procent. Glasbergen: ‘Met name onder de praktisch opgeleide medewerkers is het percentage langdurige uitval gestegen. En waar vroeger de meeste uitval voortkwam uit fysieke klachten, is het aandeel mentale gezondheidsklachten inmiddels net zo groot. We kunnen er niet omheen dat de pandemie daar een grote invloed op heeft gehad, maar ook de ervaren werkdruk door de krapte op de arbeidsmarkt. En ja, de gemiddelde leeftijd.’ Veel bedrijven lijken zich op dit moment in een vicieuze cirkel te bevinden, ziet Glasbergen. ‘Steeds meer werk moet worden gedaan met minder mensen. Daardoor stijgt het verzuim en moet het werk met nog minder mensen worden gedaan, waardoor het verzuim weer stijgt.’ Met de inrichting van de vitaliteitsdesk is de verzuimdrempel bij Equans wel hoger geworden en snappen medewerkers volgens Glasbergen dat zij zelf ook een verantwoordelijkheid hebben in het tijdig aan de bel trekken. ‘Daarnaast zorgt de desk ervoor dat wij makkelijker trends ontdekken en op tijd aan de juiste knoppen kunnen draaien.’ Voor de langere termijn moet het werk anders worden georganiseerd, stelt Glasbergen. ‘Denk hierbij aan hoe teams worden samengesteld en hoe taken kunnen rouleren onder medewerkers. Want de impact van dingen als bedrijfsfitness, fietsplannen en fruit op het werk op de inzetbaarheid is slechts heel beperkt.’

Drie tips over burn-outs voor werkgevers

Annemarijn Glasbergen, projectleider Duurzame inzetbaarheid binnen Equans: ‘De schoen wringt misschien ook wel omdat we heel graag superspecialisten aanbieden, terwijl taakroulatie mensen veel wendbaarder, breder en duurzamer inzetbaar maakt.’

Bram Keuning, zelfstandig consultant/organisatieadviseur: ‘Organiseer gesprekstrainingen met een acteur. Dan wordt opeens wél gepraat over thuissituaties, arbeidsbeperkingen of de relatie met collega’s.’

Sebastiaan Lem, HR manager bij Mansveld Techniek: ‘Bij een burn-out formeren we altijd een team van teamleider, leidinggevende en HR-medewerker én de persoon zelf. Zo maken we met elkaar een goede analyse van de reden van de uitval en welke oplossing, rekening houdend met alle belangen, het best passend is.’

Geen stress toevoegen

‘Steeds meer ondernemers zeggen geen opdrachten meer aan te nemen van aanvragers die geen vaste klant zijn of overduidelijk shoppen, zodat ze hun organisatie niet over de kop jagen’, merkt Bram Keuning. Hij is zelfstandig consultant/organisatieadviseur en bij Wij Techniek en Techniek Nederland bezig met projecten op het gebied van duurzame inzetbaarheid, sociale innovatie en ontwikkelcultuur. ‘Dat is een heel verstandige keuze om je medewerkers te beschermen tegen overbelasting. De focus ligt vaak op het wegwerken van het tekort aan handjes, maar zorg allereerst goed voor je eigen mensen.’ Keuning baseert zich op onderzoeken die uitwijzen dat medewerkers ontevreden zijn over hun baas: geen fatsoenlijk functioneringsgesprek, geen schouderklopje, geen ontwikkelingsmogelijkheden. Geforceerd aannemen van mensen voegt volgens hem juist stress toe aan de organisatie. ‘De productiedruk is hoog maar de groep gekwalificeerde mensen is beperkt, dus er worden ook mensen binnengehaald die niet geschikt zijn voor het werk. Met als gevolg dat er meer begeleiding nodig is en meer fouten worden gemaakt. Ik hoor ondernemers zeggen dat ze tienduizenden euro’s uitgegeven aan werving en selectie van nieuwe mensen die net zo snel door de achterdeur verdwijnen als ze zijn gekomen.’ Ook de digitalisering heeft grote impact op het werk. ‘En zeker niet altijd in positieve zin’, ziet Keuning. ‘Monteurs moeten van alles doen met tablets en computers: werkbonnen en rapportages lezen en invullen, maar ook bijvoorbeeld vakantiedagen aanvragen. Veertig tot vijftig procent van de medewerkers heeft het gevoel dat ICT tegenwerkt.’

‘Geen fatsoenlijk functioneringsgesprek, geen schouderklopje, geen ontwikkelingsmogelijkheden’

Basisstabiliteit belangrijk

Sebastiaan Lem, HR-manager bij Mansveld Techniek, herkent de verhalen van Glasbergen en Keuning en hamert op het geven van basisstabiliteit aan werknemers. ‘Er is vaak onvoldoende besef bij met name leidinggevenden, dat duurzame inzetbaarheid en het voorkomen van spanningsklachten en verzuim, vooral aan de voorkant zitten. Denk aan een prettige bedrijfscultuur, heldere taakomschrijving, autonomie, een veilige werkomgeving, eerlijke arbeidsvoorwaarden en een open relatie met collega’s en leidinggevenden. En niet te vergeten: een duidelijke structuur. Ik ben echt van mening dat basisstabiliteit direct weerslag heeft op het welzijn en de energie van mensen.’ Lem ziet in de eigen organisatie dat in teams waar die basisstabiliteit nog niet goed op orde is, het verzuimcijfer aanzienlijk hoger is.  Gemiddeld is dat 6,4 voor heel Mansveld, maar met een spreiding van 1 tot 10 procent tussen de verschillende onderdelen. ‘Veel of onregelmatig werken is op zich niet erg, maar de factor stress moet buiten spel blijven staan. Dat begint met het maken van realistische afspraken met opdrachtgevers. Daarna zijn ook goede planningen, goede communicatie, persoonlijke aandacht  en beschikbaarheid van goede gereedschappen heel belangrijk.’ Lem vertelt dat Mansveld soms ook ‘de fout heeft gemaakt’ om heel goede monteurs te laten doorstromen naar een leidinggevende positie. ‘Die mensen zijn weliswaar heel goed in het begrijpen van de techniek, maar dat wil nog niet zeggen dat je een goede mensenmanager bent; empathisch zijn, coachen, goed kunnen communiceren, kwaliteiten kunnen verbinden. We hebben daarom binnen Mansveld nu een profiel gemaakt van de ‘leider’, dat we gebruiken bij de invulling van relevante functies.’
Beoordelen aan de hand van een afvinklijstje, daar gelooft Lem overigens niet in. ‘In de kern van de beoordeling gaat het over het managen van elkaars verwachtingen. Daarvoor is het belangrijk dat je op voorhand heel duidelijk stelt wat je van elkaar mag verwachten, wat je nodig hebt van elkaar om die verwachtingen waar te maken, en vervolgens intensief samen met elkaar monitoren en bijsturen. Meer de dialoog aangaan, doorvragen en complimenteren. Verwachtingsmanagement is daarom ook geen ad-hocactiviteit, maar een continu proces dat uitgesproken verwachtingen en neergelegde afspraken toetst.’

Lichamelijke klachten en symptomen van een burn-out:

• Je voelt je uitgeput en oververmoeid
• Onrustig of nauwelijks kunnen slapen
• Hoofdpijn
• Duizeligheid
• Pijn in je borst
• Hartkloppingen
• Maagklachten of buikpijn

Psychische klachten en symptomen van een burn-out:

• Je voelt je geestelijk vermoeid, waardoor je je moeilijk kunt concentreren en/of dingen kunt onthouden.
• Je wordt ‘s ochtends vermoeid wakker.
• Je ziet op tegen een werkdag.
• Je praat cynisch over je werk.
• Je zelfvertrouwen wordt minder (verlies aan gevoel van competentie).
• Je bent snel prikkelbaar (geïrriteerd of boos).
• Je kunt slecht tegen drukte of lawaai.
• Je begint gemakkelijk te huilen.
• Je piekert veel over je werk.
• Je hebt last van een opgejaagd gevoel.
• Je voelt je machteloos, alsof je geen grip hebt op jouw situatie.
• Het lukt je niet om dagelijkse bezigheden zoals je werk of sociale leven bij te benen.

(Bron: fnv.nl)

Tekst: Kerstin van Tiggelen
Fotografie: iStock