Mark van Hoften nam in 1999 het stokje van zijn vader over. Die startte het bedrijf in 1978 als loodgieter. Verschillende overnames later kwam de nadruk meer te liggen op installatietechniek voor sanitair en klimaatinstallaties, en dan vooral in de woningbouw. ‘Gewoon lekker productie draaien’, zoals Van Hoften het omschrijft. ‘Maar je kunt geen tien ballen tegelijk in de lucht houden; je moet kiezen. Ik koos voor datgene waarin ik het beste was en wat ik het leukste vond.’ Die keuze is waarschijnlijk de slimste zet van het bedrijf geweest. Van Hoften Installatietechniek omvat nu onder meer een prefabruimte van 1.200 m² waar de installaties seriematig worden klaargemaakt voor montage. Dat werkt zeer efficiënt, beperkt de afvalstromen en minimaliseert transportbewegingen. ‘Voor zaken die geen core business zijn, zoeken we deskundige partners. Je wilt toch het beste resultaat voor de opdrachtgever.’

Ben je niet bang dat je ‘partner’ de volgende opdracht inpikt?

‘Nee. Wij zijn goed in wat we doen. Dat hebben we ruimschoots bewezen en dat weten onze opdrachtgevers ook. Niet voor niks komt 90 tot 95 procent van al ons werk één-op-één binnen. Er zijn sowieso niet veel bedrijven die ons kunstje beheersen: het seriematig maken en monteren van installaties in de woningbouw. Sterker nog, juist dankzij samenwerkingsverbanden kunnen wij die focus houden. Een opdrachtgever wil wel eens meer dan wij in huis hebben. Door ze voor te stellen aan onze sterke partners, kunnen we grotere en complexere projecten aannemen. Samen kom je verder en ga je sneller. Dat levert voor iedereen profijt op.’

Nooit geprobeerd er disciplines bij te snoepen?

‘Natuurlijk wel. En daar hebben we ook van geleerd. Want wil je het goed doen, dan moet je voor elke discipline die je aanpakt een expert in huis hebben. Dat hebben wij niet en gaan we ook niet doen. Doordat wij hoofdzakelijk in de woningbouw actief zijn, is ook de service van de warmtepompen, ventilatiesystemen en cv-ketels belangrijk. Aangezien dit niet onze core business is, zijn we de samenwerking aangegaan met een partner die de service van ons overneemt.’

Dus dan maar ‘nee’ verkopen?

‘Inderdaad. We doen tegenwoordig niet snel iets waar we minder kennis van hebben of geen medewerkers voor hebben. Dat betekent soms dat je een opdrachtgever moet teleurstellen. Het is als bedrijf ook helemaal niet verkeerd om klanten te zoeken die bij jou passen. Die aansluiten bij jouw processen en daar in mee willen gaan. Daarmee schep je ook duidelijkheid en ontzorg je hen. Wij werken bijvoorbeeld heel procesmatig met een bouwtraject in vier stappen: een ontwikkelingstraject, een ontwerptraject, een uitvoeringstraject en een nazorgtraject. Daar hebben we de beste mensen voor en zullen de opdrachtgever zeker niet teleurstellen.’

‘Met samenwerkings-verbanden kom je verder en ga je sneller’

Je hebt het over medewerkers. Hoe belangrijk zijn die voor het bedrijf?

‘Je personeel is allesbepalend. Ik wil alleen goede mensen om me heen. En daar investeren we dan ook volop in. Er zijn constant zo’n vijftien tot twintig personeelsleden in opleiding. Jong en oud, alles door elkaar. Ik vind het belangrijk dat ze zich blijven ontwikkelen. Dat levert het bedrijf en de medewerker concreet profijt op. En dan heb ik het niet alleen over technische monteurs en adviseurs, maar ook over bijvoorbeeld de administratie. We hebben op die afdeling nu twee mensen die het perfect regelen, vroeger waren dat er vier. Daar ben ik trots op. Het is geen kwestie van harder werken, maar slimmer. Trouwens, Van Hoften heeft zo’n honderd medewerkers in dienst en ik heb ze allemaal persoonlijk aangenomen. Daar maak ik tijd voor vrij. Ik zie het als mijn taak om een goed team samen te stellen.’

Zou jij jezelf ook een slimme ondernemer noemen?

‘Haha! Nogmaals, ik zorg graag voor slimme mensen om me heen. Ik ben echt niet de hele tijd bezig met aansturing en beleid. Ik zweef als een soort helikopter boven het bedrijf en probeer het totaaloverzicht te houden. Een beetje prikken hier en daar, netwerken, enzovoorts. En ik houd de markt in de gaten. Welke ontwikkelingen zijn er? Welke kant gaat het op? Dat ‘fingerspitzengefühl’ heb ik wel. Nee, dat kun je niet leren. Voor mij is het gewoon werk en ik vind het leuk.’

En nieuwe technieken? Wie bepaalt dan welke technieken meerwaarde bieden?

‘Dat doen we samen en nooit overhaast. Onze eigen adviseurs zijn scherp op innovatieve technieken en spelen in op de actuele wet- en regelgeving. In de installatietechniek word je overstelpt door nieuwe modellen, oplossingen, types, enzovoort. Neem warmtepompen. Elke fabrikant beweert wel de beste oplossing te hebben, maar wij laten ons niet zo makkelijk verleiden. Een techniek moet zich eerst op grote schaal bewezen hebben en dan willen wij er best een pilot mee starten. Van Hoften is zeker geen proefkonijn! Een apparaat of techniek moet passen in onze manier van werken; moet efficiënt en doelmatig ingepast kunnen worden. Pas als het een proces daadwerkelijk beter maakt, implementeren we het in onze werkwijze. En dan zijn we er ook trouw aan.’