Februari 2022
‘Nu is de tijd om je te verdiepen in de toekomst’
Interview met Rob Ubaghs (27), projectleider bij Sjef Ubaghs Installatietechniek en lid van Jong Techniek Nederland
‘Ik vergelijk ontwikkelingen in de techniek weleens met de beursgang van cryptovaluta. Wanneer stap je in? Wanneer heb je de boot gemist?’, zegt Rob Ubaghs, projectleider bij Sjef Ubaghs Installatietechniek uit Limburg. Maar juist dat vindt hij het interessante van de toekomst: het onvoorspelbare en het onvoorstelbare. Zeker in de techniek. De ontwikkelingen gaan snel en zijn heel divers. De jonge Ubaghs beseft dat er veel op stapel staat, met verduurzaming voorop. En installateurs spelen een belangrijke rol om dat te realiseren. Ubaghs: ‘Je moet je constant oriënteren op de mogelijkheden en kiezen wat je wel en wat je niet doet. Net doen of er niets verandert, is geen optie.’
‘We moeten iets gaan doen aan het klimaat.’ Rob Ubaghs verwoordt simpel datgene wat hele generaties aan het hart gaat. En hij is ervan overtuigd dat het gaat lukken. De grote vraag is nog wel: hoe? Wordt alles elektrisch, gaan we massaal over op energienetten of is toch waterstof het toverwoord. Vooralsnog houdt de projectleider bij Sjef Ubaghs Installatietechniek alle opties open. ‘Het is als met aandelen op de beurs. Je weet vooraf nooit zeker wat in waarde gaat stijgen of juist gaat zakken. Maar als je alles nauwlettend volgt, kun je wel tijdig inspelen op ontwikkelingen.’ ‘Dat is ook een beetje wat wij als installateur doen. Je moet je oren en ogen openhouden en afwegen waarin je je gaat verdiepen.’ Vandaar ook dat Ubaghs lid is geworden van Jong Techniek Nederland. De brancheorganisatie verzamelt en analyseert bestaande en nieuwe kennis en biedt dit haar leden aan.
Er is nu volop werk, waarom dan zoveel tijd steken in de toekomst?
‘Ik hou van mijn vak en ben oprecht geïnteresseerd in nieuwigheden. Daarnaast geloof ik dat de energietransitie noodzakelijk is om de aarde gezond te houden. En tja, met die ontwikkelingen heb je als installateur wel dagelijks te maken. Een groot deel van mijn dag ben ik bijvoorbeeld bezig met vragen beantwoorden van klanten. Over de toekomst. Over welke kant het op gaat en welke installaties daarbij passen. Zij verwachten duidelijke antwoorden van mij en die kan ik alleen geven als ik zelf goed op de hoogte ben. Het op waarde schatten van nieuwe technieken en installaties werkt dus twee kanten op.’
Maar hoe selecteer je welke technieken toekomst hebben en welke niet?
‘Dat zijn keuzes die je maakt op basis van gevoel en kennis. Oftewel, ondernemerschap! Bijna elke dag horen we wel van ‘baanbrekende’ nieuwe installaties die de toekomst gaan bepalen. Laatst nog kwam er een fabrikant langs met een PCM-boiler. Prachtige verhaal, mooie techniek en de beste bedoelingen. Maar de investering is vrij hoog en er zit helaas geen subsidie op, waardoor de terugverdientijd helemaal niet interessant is. Ik zou het graag willen omarmen, maar het verkoopt slecht. Dat is dan weer anders met hybride warmtepompen. Deze worden flink gestimuleerd door de overheid en verkopen ontzettend goed. Ik bedoel maar, je moet je constant oriënteren op de mogelijkheden en kiezen wat je wel en wat je niet doet. Net doen of er niets verandert, is geen optie.’
‘Als installateur ben je tegenwoordig vooral ook een informateur’
Is het lastig voor kleinere bedrijven om die risico’s te nemen?
‘Ja en nee. Grote bedrijven hebben inderdaad het volume om financieel gezien makkelijker in te stappen in duurzame projecten. Qua beschikbaar budget hebben ze een voorsprong. Tegelijkertijd merk ik dat wij, een familiebedrijf, toegankelijker zijn en meer maatwerk kunnen leveren. Juist bij nieuwe technieken is dat vaak gewenst. Een mooi voorbeeld hiervan is het TIORC-project in Heerlen. Op verzoek van de overheid renoveerden meerdere mkb-bedrijven met Zuyd Hogeschool samen een jaren 60-woning. Er was geen sprake van aanbesteding, iedereen was gelijk. Elk bedrijf integreerde zijn eigen specialiteit – wij verzorgden bijvoorbeeld alle artificial intelligence-toepassingen – en daardoor ontstonden innovaties die individuele ondernemers alleen niet voor elkaar zouden krijgen. Nu geldt dit pand als voorbeeldwoning voor duurzame transformatie van de hele wijk.’
Is er in de toekomst nog wel plek voor het mkb of blijven alleen de ‘grote jongens’ over?
‘Ik denk dat alle type bedrijven bestaansrecht houden. Enerzijds is massa inderdaad kassa en zullen de grote, allround bedrijven flink wat meters kunnen maken, maar er is ook een grote groep klanten die juist een meer persoonlijke aanpak wenst. Mensen die een nieuwsbericht over de stijgende gasprijs of een legionella-uitbraak lezen en dan in paniek hun installateur bellen voor meer informatie. De grote bedrijven zitten ze daar echt niet op te wachten. Wij kunnen daar wel wat mee.’
‘Als installateur ben je tegenwoordig vooral ook een informateur. De klant heeft vragen en jij helpt ze de beste keuze te maken. Dat is misschien een heel ander verdienmodel, maar wel een essentieel onderdeel van verduurzaming. Wil je dat niet, dan is er misschien in de toekomst geen plaats voor je. Want linksom of rechtsom, je zult als bedrijf wel mee moeten met de ontwikkelingen. Als jij ‘niet zo gelooft in nieuwe technieken’ mis je straks echt de boot. Nu is de tijd om je te verdiepen.’
Verdiepen als in specialiseren?
‘Anders dan de grote bedrijven, kun je als kleinere ondernemer simpelweg niet overal goed in zijn. Sjef Ubaghs startte ooit als allrounder, maar heeft gaandeweg ook disciplines afgestoten. Daken maken bijvoorbeeld. Opa was een hele goede dakdekker, gespecialiseerd in koperen en zinken daken. Die machines staan nu stof te happen of zijn zelfs verkocht. En slechts een klein deel van ons personeelsbestand bestaat uit elektriciens. Maar wat we doen, doen we goed. Op die kunde worden we ingehuurd. Hebben we aanvullende expertise nodig, dan benaderen we partners, bedrijven waarmee wij wel vaker werken. Elkaar aanvullen is makkelijker dan alles zelf in huis hebben. Mensen die zeggen alleskunner te zijn, geloof ik eigenlijk niet. Als je al ziet hoeveel energie en tijd we in ons personeel hebben gestoken om (hybride) warmtepompen goed onder de knie te krijgen. Dat lukt nooit voor alle disciplines.’
Tja, personeel. Worden robots en drones de medewerkers van de toekomst?
‘Haha, nee hoor. Zeker op de bouwplaats blijven ‘handjes’ altijd nodig. Automatisering gaat wel een steeds grotere rol spelen. Mooie hulpmiddelen als 3D-ontwerpprogramma’s en lasers zorgen dat installeren beter, sneller en veiliger gaat. En veel repeterend productiewerk kan ook door robots worden overgenomen, maar voor het uitvoerende deel, voor de daadwerkelijke montage heb je toch echt een monteur nodig. En gelukkig groeit de aanwas van vakkrachten wat, maar nog onvoldoende om de energietransitie tijdig te kunnen realiseren. Daarom blijft het opleiden en vasthouden van installateurs de belangrijkste uitdaging waar we als branche nu voor staan. Ongeacht welke kant de toekomst op gaat.’
En welke energievorm gaat de boventoon voeren?
‘Ik sta open om verrast te worden! Er wordt veel over waterstof gesproken, maar daar ben ik zelf wat kritisch over. De natuurkundige eigenschappen maken het gebruik nogal lastig. De UEL, de maximale grenswaarde waartussen een mengsel van waterstofgas en lucht ontvlambaar is, zit bijna op 75 procent en waterstof heeft een lagere calorische waarde dan aardgas. Zomaar installaties overzetten, gaat dus niet. Daarnaast is waterstof dunner dan gas en kunnen de oude draadverbindingen van het huidige leidingenstelsel dus problemen opleveren. Dat zijn allemaal uitdagingen die we eerst moeten aanpakken.’
‘En bij zowel de productie van ‘grijze’ als ‘blauwe’ waterstof zijn kolen of gas nodig als brandstof en komt er dús CO2 vrij. Waterstof is pas groen als het wordt geproduceerd met groene stroom - wind of zon - en ik vraag mij af of daarvan voldoende aanwezig is. Het aandeel hernieuwbare energie was in 2020 immers nog maar 12,5 procent. Wellicht is kernenergie een oplossing. Maar dat durf je in Nederland bijna niet hardop te zeggen.’
‘Mensen die zeggen alleskunner te zijn, geloof ik eigenlijk niet’
Is het glas half vol of half leeg?
‘Absoluut half vol. Misschien klink ik nu nog wat sceptisch, maar ontwikkelingen gaan snel en we zijn tot veel in staat. Kijk maar naar de zelfrijdende auto’s of de mobiele telefoon. In 2000 had ik mijn eerste Nokia 3310 waar ik mee kon bellen en sms-en. Nu hebben we smartphones waarmee we zelfs bankieren of onze hartslag meten. Toen Nederland destijds overstapte van stookolie naar aardgas, werd aardgas ook explosief en gevaarlijk genoemd. Buurlanden verklaarden ons voor gek! Toch overwonnen we de uitdagingen en realiseerden een prima netwerk. Datzelfde gaat ons nu ook met waterstof lukken. Ja, er moet nog veel werk verzet worden, maar duurzaam worden we! Binnen tien jaar wordt lastig, maar over twintig jaar zeker.’
De grote vraag: hoe komen we daar?
‘Stap voor stap, denk ik. Het is nu nog te groot, daarom kun je beter één probleem goed beetpakken. Neem The Ocean Cleanup; een supervoorbeeld van hoe je een idee kunt omzetten in een werkend concept. In 2012 ontwierp Boyan Slat zijn drijvende installatie om plastic uit de zee te vangen, in 2013 wist hij via crowdfunding 2 miljoen euro binnen te halen voor een pilot. In 2016 werd het prototype te water gelaten in Scheveningen, eind 2017 was 35 miljoen euro opgehaald en nu drijft de installatie succesvol in de grote oceaan. Het kan dus gewoon! We moeten leren creatief en met lef zaken aan te pakken. Niet afwachten tot bijvoorbeeld de overheid alles voor ons oplost.’
Welke stappen neem jij nu?
‘Ik vergelijk ontwikkelingen in de techniek wel eens met de beursgang van cryptovaluta. Wanneer stap je in? Wanneer heb je de boot gemist? Wil je tijdig investeren, dan moet je kort op de ontwikkelingen zitten. Daarom houden wij onze kennis continu op peil. Dat kan via vakbeurzen, vakbladen, gesprekken met collega’s en natuurlijk lidmaatschap van de branchevereniging. Zodat als de route naar de toekomst ingezet wordt, wij die bocht makkelijk kunnen maken. Dus toen ze mij vroegen om zitting te nemen in de Commissie Jong Techniek Nederland, hoefde ik niet lang na te denken. Mijn opa was lid, mijn oom was lid en nu ik. Het is een kans om mijn stem te laten horen en zo het vak ook in de toekomst net zo mooi te houden als het nu is.’
Tekst: Jojanneke Rodenburg
Fotografie: Aron Nijs