EW04 Omslag 600
Juni 2012

BIM-model niet over de schutting gooien

EW_600x400Verschil in de verdeling van ontwerpinspanningen tussen het traditionele en het bim-ondersteunde ontwerpproces (Spekkink C&R).

Wie wil deelnemen aan een BIM-project moet niet denken dat hij of zij klaar is met alleen het opstellen van zijn eigen Aspect-model. Er komt veel meer bij kijken. ‘Je ziet dat deelnemers hun eigen model over de schutting gooien en dat de andere partij er dan maar mee aan de slag moet. Maar het gaat niet om software, het gaat om het proces’, aldus Sander van Herpen, BIM-salesmanager bij Kubus.

Sander van Herpen, BIM-salesmanager bij softwareleverancier Kubus, staat veel mensen te woord tijdens Building Holland 2012, begin april in de RAI te Amsterdam. Daar staat hij op het Open BIM Plein, waar ook Construsoft en Brink Automatisering zijn vertegenwoordigd. Dat is ook de boodschap die hij namens Kubus uitdraagt: zorg dat je met software werkt die in staat is de bestanden volgens een open standaard te exporteren en te importeren.

Een dergelijke standaard zal gewoonlijk de IFC-standaard zijn, waarbij IFC staat voor Industry Foundation Classes. De Rijksgebouwendienst (RGD) schrijft sinds 1 november 2011 voor dat deelnemers aan een bouwproject deze standaard voor hun documenten moeten gebruiken. IFC is bedoeld om projectmodellen uit te wisselen (wanden, deuren en ramen) in tegenstelling tot DXF/DWG, dat is bedoeld om grafische entiteiten uit te wisselen (lijnen, cirkels, arceringen). IFC is een open standaard, beschikbaar voor alle partijen in het bouwproces en biedt op hoog niveau uitwisseling voor het delen van intelligente objecten tussen betrokken disciplines. Het wordt wereldwijd gebruikt bij vele projecten om interoperabiliteit te verbeteren, kosten te verlagen en de kwaliteit van het ontwerpen naar een hoger niveau te tillen.

De IFC-standaard wordt beheerd door de IAI (International Alliance for Interoperability), opgericht in 1995 door Amerikaanse en Europese AEC (Architecture Engineering and Construction) bedrijven om uitwisseling in de industrie te promoten. 

Afspraken maken

Het eerste wat volgens Van Herpen bij een BIM-project moet gebeuren, is dat er afspraken over de werkwijze worden gemaakt. Dat geldt voor alle betrokkenen: de architect, de aannemer, de adviseur, de installateur, en – als het even kan – de opdrachtgever. ‘Je moet afspraken maken over de bestandsuitwisselingen: in welk formaat doe je dat? Dat zal meestal wel IFC zijn. Maar ook wie het BIM-proces aanstuurt. Want alle partijen overleggen met elkaar en maken vervolgens hun eigen tekeningen. Meestal in 3D, maar het kan ook in 2D. De installateur maakt zijn tekeningen van de riolering, elektra, klimaatbeheersysteem en dergelijke. De architect stelt de grove lijnen en de bouwvolumen in tekening vast. Zo heeft ieder zijn eigen Aspect-model. De architect werkt bijvoorbeeld met Archicad en de installateur met DDS (Data Design System). In de praktijk zie je toch vaak dat ieder zijn eigen modelletje maakt en het vervolgens over de schutting gooit. Maar dat is natuurlijk geen BIM. Het gaat niet om 3D-software; het gaat om de onderlinge samenwerking. Het is een proces. En daar moet je samen aan werken. Je moet afspreken wie het BIM-proces in goede banen  leidt.’ Op dit punt verwijst Van Herpen naar de OpenBIM-server  die  met hulp van de TU Eindhoven en TNO is geprogrammeerd. Volgens hem hebben constructeurs en installateurs veel baat bij deze open source-software. De OpenBIM-server is geen hardware, geen server, maar software. De programmatuur is gratis  te downloaden en installeren op een willekeurige computer. Na installatie is die computer (laptop, pc of rackserver) dan een BIM-server. Deze zorgt ervoor dat de bestanden in de juiste formaten worden weggestuurd en opgehaald. De software kan ook met subprojecten werken. Elke discipline of onderdeel van het gebouw heeft dan een eigen project met eigen gebruikers en rechtenbeheer. Omdat de BIM-server snapt hoe IFC-data in elkaar zit, worden alle onderliggende subprojecten altijd netjes samengevoegd in de hoger gelegen projecten.

‘De BIM-server houdt bij welke veranderingen in de Aspect-modellen worden aangebracht en stuurt een berichtje naar alle projectdeelnemers als er iets is gewijzigd. Vervolgens, bijvoorbeeld aan het eind van de week, wordt alles bij elkaar geharkt en een nieuwe status van het overkoepelende model gemaakt’, licht Van Herpen toe.

EW-600x400Eenduidigheid over de kwaliteit en het nakomen van gemaakte afspraken is een belangrijke succesfactor bij BIM-projecten

BIM-extract

Volgens de BIM-salesmanager kunnen de meeste softwarepakketten wel overweg met open standaarden. Alleen de leveranciers van programmatuur voor de installatiebranche lopen in zijn optiek nog een beetje achter. ‘Maar ze zijn al wel de goede weg ingeslagen. Dus dat komt wel goed.’

Bij het modelleren van bouwprojecten werken de betrokkenen met objecten. Die halen ze uit een tevoren overeengekomen objectenbibliotheek, zodat iedereen over dezelfde definities en omschrijvingen beschikt. ‘Toch is een vloer voor een architect iets anders dan bijvoorbeeld voor een installateur of constructeur. De eerste geeft eigenlijk alleen het bouwvolume van een vloer weer. De installateur wil weten waar de doorvoeren voor de leidingen zitten en de constructeur wil weten of het een dragende vloer is, van welk materiaal het is gemaakt enzovoort. Al die gegevens moeten in het BIM-model zijn opgenomen. De RGD noemt het uiteindelijke, overkoepelende model overigens het BIM-extract. Dit omvat het IFC-model: de CAD-tekening, meetstaten, berekeningen, uittrekstaten enzovoort.

De RGD heeft normen opgesteld waaraan BIM-projectdeelnemers zich moeten houden, deze zijn te vinden op de RGD-website. Het belang van een goed BIM-extract voor de rgd is dat de dienst daarmee beschikt over een zeer gedetailleerd model van een gebouw, hetgeen toekomstig onderhoud ervan vergemakkelijkt.

VEEL INTERESSE VOOR SEMINARS
Kubus levert openBIM-oplossingen voor zowel de uitvoerende als ontwerpende bouw in de Benelux. De onderneming is distributeur van Archicad, Solibri en ontwikkelaar van het bestekprogramma Kubus Stabu. Van 14 februari tot 14 juni reist het bedrijf door Nederland om in alle windstreken te laten zien hoe openBIM werkt en welke voordelen ermee zijn te behalen. Wie niet in staat is een van de seminars van deze ‘openBIM tour’ te volgen, kan in bepaalde gevallen ook een incompanylezing over dit onderwerp krijgen. Volgens Sander van Herpen is de belangstelling voor de seminars goed. ‘Op de bijeenkomsten die we tot nu toe hebben gehouden, zijn rond de veertig mensen geweest. Dat is heel behoorlijk.’ ’   

Clash-testen

Als er eenmaal een BIM-extract is, mag deze geen doublures bevatten en mogen er geen objecten in zitten die niet met elkaar kloppen. Te denken valt aan een wand die door een andere wand heen loopt of een vloer die rust op minder dan 50 procent van het oppervlak van een kolom (wanneer is afgesproken dat zoiets niet mag voorkomen). In dit soort gevallen moeten dergelijke fouten naar voren worden gebracht.

‘Dat doen we met zogeheten clash-testen’, vertelt Van Herpen, terwijl hij op een beeldscherm een lijnenmodel tevoorschijn haalt. ‘Hier hebben we een BIM-extract. Hierin zijn alle Aspect-modellen samengebracht tot dat ene, overkoepelende model. Wij vertegenwoordigen het Finse bedrijf Solibri die software heeft gemaakt om dergelijke clash-testen uit te voeren. Van tevoren moet je binnen een BIM-project afspreken waarom je met elkaar gaat BIM’en. Die afspraken worden dan gecontroleerd. Als je bijvoorbeeld afspreekt dat je omschrijvingen van elk object wilt hebben, vanwege toekomstig onderhoud, dan controleert de software of dat inderdaad ook zo is. Als je afspreekt dat elke kamer een bepaald percentage zonlicht moet kunnen opvangen, dan wordt dat ook gecontroleerd. De programmatuur checkt ook of op de geëigende plaatsen de RC-waarden zijn aangegeven, of er geen conflicten zijn en of alle sparingen op de juiste plaats zitten. Noem maar op.’

Terwijl hij praat en – schijnbaar moeiteloos – het programma instructies geeft, verschijnt een lijst met problemen in het BIM-extract. ‘Kijk, hier komt – volgens de afspraken – te weinig zonlicht binnen. Dan kun je een opmerking erbij plaatsen, zoals ‘raam groter maken’. De architect zal daar dan uiteindelijk een beslissing over nemen. Maar dergelijke zaken glippen er dus niet meer ongezien tussendoor. Zodat je niet later, tijdens de uitvoering van de bouw, voor nare verrassingen komt te staan. Op die manier kun je echt de faalkosten terugdringen.

VERTROUWEN
Zeep architecten uit Amersfoort is een van de ondernemingen die al een behoorlijke tijd geleden heeft geïnvesteerd in openBIM. Ronald van Aggelen, architect/directeur van Zeep, vindt dat vertrouwen de basis is voor een goed BIM-project. Dat vertrouwen is te versterken door de kwaliteit van de BIM-modellen automatisch te controleren. ‘Het gaat niet om een blind vertrouwen in techniek of in software. De deelnemende partijen moeten vertrouwen hebben in elkaar. Zij moeten ervan op aan kunnen dat het product voldoet aan de afspraken die ze van tevoren met elkaar hebben gemaakt’, vertelt hij. De controlesoftware toont aan of al die afspraken zijn nagekomen. Hij betoogt dat dit een andere manier van samenwerken veronderstelt. ‘Mensen in de bouw gaan – haast van nature – behoedzaam met elkaar om. Dat zou anders moeten. Wij zijn al een eind op weg met onze partners. Hoewel ze mij meestal wel kunnen geloven op mijn blauwe ogen, is het toch prettig als er een kwaliteitscontrole plaatsvindt en eenduidig wordt aangetoond dat de afspraken zijn nagekomen.

Meer informatie: www.bimserver.org.

Tekst: Teus Molenaar