Omslag_EW05 600
Februari 2021

CO2-neutrale hooischuur geeft melk natuurlijker smaak

Opvallend werk

70 01

De kazen lijken er nóg smakelijker van te worden nu Aleid Blitterswijk zijn koeien hooi voert dat gedroogd is door zonnewarmte. De melkveehouder is er in elk geval zeker van dat de opslag van ruwvoer in een CO2-neutrale hooischuur resulteert in gezondere koeien én melk. De zonnewarmte geabsorbeerd door de dakpanelen verzamelt zich in de ruimte onder het dak en tussen de wanden, waarna die door het hooi wordt geblazen.

Van buitenaf zie je niet dat zich op het melkveebedrijf in ­Werkhoven een vernieuwing heeft voltrokken op het gebied van ruwvoerwinning. Samen met stallenbouwer DL Bouw en specialisten van het Regionaal Kennisnetwerk voor groene Groei ontwikkelde Aleid Blitterswijk een moderne CO2-neutrale hooischuur. Want waar melkveehouders doorgaans kiezen voor kuilgras, kiest Blitterswijk voor hooi. Het gras naar een grasdrogerij brengen, is volgens de duurzame melkveehouder geen optie, omdat het drogingsproces gepaard gaat met temperaturen boven de 100 graden. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat de hoge temperatuur de eiwitten in het gras vernietigen. Die wil wil Blitterswijk juist behouden.

70 02

Roostervloer

De hooischuur heeft wel wat van een opslag voor aardappels. ­De schuur heeft een roostervloer, waaronder zich veertien vakken bevinden die uitkomen op een centrale gang met drie ventilatoren. Opgewarmde lucht komt door de centrale gang de lange vakken binnen om dan via het rooster het gras verder te drogen. ‘Ik doe de deurtjes in de centrale gang gewoon met de hand open, naargelang de spreiding van het gras op het rooster’, legt Blitterswijk uit. Voorlopig kiest hij niet voor een geautomatiseerd systeem met sensoren. ‘Ook de ventilatoren zet ik zelf aan. Aan het gras voel ik zelf wel of het goed gedroogd is.’ De lucht die het hooi moet drogen, wordt door de zon opgewarmd tussen de dubbele zijwanden en het dubbele dak. De binnenwanden van de hooischuur zijn bekleed met geïsoleerde panelen, de buitengevel en het dak zijn opgebouwd uit donkere stalen platen. Vanuit de tussenruimte zuigen ventilatoren de lucht naar binnen naar de centrale gang. Vervolgens wordt de lucht via de vakken onder het gras geblazen. In vergelijking met een aardappelloods zijn er wel enkele opvallende verschillen. Zo is er één wand volledig open om er met een opraapwagen en een verreiker in te kunnen. Ook de wanden hoeven niet drukvast te zijn, aangezien hooi niet zo zwaar is in vergelijking met aardappelen. Hoewel het systeem goed werkt, overweegt Blitterswijk toch de drie met groene stroom gevoede  centrifugaalventilatoren te vervangen door axiaalventilatoren. In de ontwerpfase was uitgegaan van een grotere tegendruk. Maar afscheid nemen van de bestaande ventilatoren is voor hem nu nog een brug te ver, omdat hij in de toekomst wil kunnen schakelen tussen hoge druk en lage druk.

70 03

Evenwichtig rantsoen

De CO2-neutrale hooischuur dwingt hem wel tot een nieuwe ­manier van stapelen. Eerst wordt namelijk het voorjaarshooi gedroogd, waarop het zomerhooi en vervolgens het herfsthooi terechtkomt. Blitterswijk wil in de herfst vers gras mengen met voorjaarshooi, om een evenwichtig rantsoen met de juiste hoeveelheid suikers en eiwitten te krijgen. Bij het naar binnen halen van het hooi verdeelt hij daarom het op het land voorgedroogde gras over één of meer ventilatiecompartimenten. Wanneer het gras droog genoeg is, duwt hij het met een shovel naar de kant. De melk die de koeien produceren van het gedroogde hooi heeft een andere smaak dan melk van koeien die niet op deze manier worden gevoerd, oordeelt de melkveehouder. ‘Wat je erin stopt, haal je er ook weer uit,’ doceert hij. ‘De aroma’s uit vers gras en zongedroogd hooi geeft de koe door in haar melk.’ Van deze nieuwe melkstroom wordt nu de nieuwe kaassoort ‘Uut Hooi’ geproduceerd. De bedoeling is om deze kaas breed in de markt te zetten en eventueel uit te breiden met andere zuivelproducten zoals ijs, yoghurt en boter. Kaashandelaar De Groot-Verburg uit Bodengraven is ervan overtuigd dat de markt er helemaal klaar voor is en wil deze kaas naar een groot publiek brengen. ­­­Blitterswijk hoopt dat hij met zijn hooischuur een nieuwe beweging in gang heeft gezet: 'Een verdere stap naar een duurzame productiewijze, die  in mijn ogen zeker navolging verdient.'

Tekst en fotografie: Mari van Lieshout