EW04 Omslag 600
Augustus 2015

Legionellapreventie door de seizoenen heen

adaptief-zonnepaneel

Lente

Houd in het voorjaar – maar ook in het najaar – de zonneboiler in de gaten. Juist in deze periode van het jaar is de temperatuur van het water in de boiler tussen de 25 en 50 °C; ideaal voor de legionellabacterie.
Het is verstandig de boiler een keer per week automatisch thermisch te desinfecteren op 60 – 70 °C. Pas ruim voldoende zonnepanelen toe voor de benodigde capaciteit.

Zomer

Hoge zoninstraling en hoge buitentemperaturen warmen in de zomer alles lekker op. De drinkwatertemperatuur kan ter plekke eenvoudig boven de 25 °C komen. Denk hierbij aan glasoppervlakken, zolders of de bovenste laag in een hoge ruimte. Dit geldt dus ook voor het water in tuinen, fonteinen, tuinslangen en airco. Risicovolle plaatsen waar de legionellabacterie zich kan vermeerderen zijn plaatsen waar het water langere tijd tussen de 25 en50 °C is. Bij Legionellapreventie gaat het om het voorkomen van (na)groei, maar ook afdoding is van groot belang. Voer hier risicoanalyses uit. Let daarbij op temperatuur, stagnatie, vervuiling, verversing en onderhoudsregime.

Herfst

Ook in de herfst vormt de zonneboiler een risico op legionella. Maar gebruik deze periode van het jaar ook om uw controle uit te voeren bij klanten of hen te informeren. Maak analyses en stel beheersplannen op. Bekijk of logboeken in orde zijn. Vertel uw klanten bijvoorbeeld dat ze de zeefjes van douchekoppen en schuimstraalmondstukken regelmatig moeten schoonmaken.
Hier vindt namelijk afzetting plaats van kalkdeeltjes en vuil. Er kan dan een voedingsbodem ontstaan waarin legionella zich kan vermeerderen.

Winter

In de winter gaat de verwarming weer aan. Het water in de cv-installatie en de vloerverwarming vormt dan de grootste bron van opwarming van de drinkwatertemperatuur met kans op vermeerdering van legionellabacteriën. Het belangrijkste is een goed werkende installatie en gebruik overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten van de installatie. Controleer op hotspots. Zorg ervoor dat leidingen elkaar niet kruisen en dat er een minimale afstand tussen verwarmings- en waterleidingen bestaat. De plaatsen waar de waterleiding de vloer ingaat en er weer uitkomt, moeten op voldoende afstand van de verwarmingsleidingen liggen. Ook kunt u controleren of de cv-leidingen geheel en met voldoende dik materiaal zijn geïsoleerd. Ten slotte mogen er geen cv-leidingen in de vloer van de opstelruimte van de meterruimte of cv-ruimte worden aangelegd.