EW11 cover 600
Juni 2019

Living Lab jaagt circulaire innovaties aan

Engie, Technische Unie, Legrand en ABB werken samen aan circulaire oplossingen

Lab-163519210

De ontwikkeling van circulaire producten is vaak een langdurig traject. BlueCity én Engie namen daarom het initiatief tot de oprichting van het Living Lab Bouwstof. Ze bedachten een efficiënt proces om dit samen met partijen in de keten van de grond te krijgen. Twee multidisciplinair samengestelde teams; het team Legrand/Engie en het team Technische Unie/ABB/Engie gingen volgens dit model aan de slag om in korte tijd prototypes van een circulaire innovatie te ontwikkelen.

Simone van Tongeren, innovation officer bij Engie en Bart van der Zande namens Blue City zijn de bedenkers en begeleiders van Living Lab Bouwstof. BlueCity is een Rotterdamse broedplaats voor talrijke innovatieve bedrijven die hun reststromen aan elkaar koppelen. Van der Zande heeft veel ervaring met innovatieontwikkeling: ‘We zien dat de stap van interesse in circulaire economie naar écht aan de slag gaan met producten en diensten nu nog vaak lastig te nemen is. Daarom hebben we gezocht naar een praktische werkwijze om circulaire innovaties aan te jagen.’ Van Tongeren vertelt dat Engie het hergebruik van producten stimuleert: ‘Wij willen een brugfunctie vervullen, zodat er circulaire producten op de markt komen waaraan ook echt behoefte is.’ De vier genoemde partijen gingen op 1 december 2018 de uitdaging aan om binnen 150 dagen twee nieuwe circulaire producten of diensten te ontwikkelen. De intensieve samenwerking moet ertoe leiden dat deze producten binnen nu en twee jaar op de markt komen. Volgens technisch dienstverlener Engie staat de markt positief tegenover afname van circulaire producten. Van Tongeren: ‘De vraag naar circulaire oplossingen neemt echt toe, merken wij, maar het aanbod loopt nog fors achter. Daarom moeten we serieuze stappen zetten en zoeken wij zelfs de samenwerking met de concurrentie. Dat lijkt vreemd, maar het draagvlak voor circulaire oplossingen is veel groter als ook zij circulaire producten inkopen en adviseren.’

Circulaire oplossingen

Een circulaire oplossing is gericht op het sluiten van de kringlopen. Doel is het voorkomen van afval en verspilling. De ontwikkelaars kijken daarbij vooral naar de hele levensduur van een product: het ontwerp van een circulair product vindt op een zodanige manier plaats dat het gehele product of de componenten waaruit het product is samengesteld, steeds opnieuw, zonder kwaliteitsverlies, zijn in te zetten. Belangrijke voorwaarde is ketensamenwerking met leveranciers, reparatiebedrijven, afvalverwerkers en installateurs.

Lab-toepassing Zucchini 5Het resultaat van de intensieve sprint-week is een nieuwe busbar, waarvan de levensduur niet langer afhankelijk is van de bestemming van een gebouw.

Minder milieubelasting

Maar hoe komt een circulair product tot stand? Het initiatief Living Lab Bouwstof is bedoeld om te experimenteren met een manier van samenwerken die straks een goed voorbeeld is voor bedrijven die ook willen bijdragen aan het versnellen van de circulaire economie. De initiatiefnemers vinden dat nodig en nemen daarom graag het voortouw. Grondstoffen raken namelijk onherroepelijk op, regelgeving verandert en de maatschappij wenst minder belasting van ons milieu (afval en CO2). Producten en diensten van technisch dienstverleners zoals Engie  kunnen volgens Van Tongeren een grote bijdrage leveren aan een circulaire samenleving. En daar kun je volgens haar als bedrijf ook gewoon geld mee verdienen. Het Living Lab-proces start met een strategische sessie met de besluitvormers binnen het bedrijf. Daarna volgt een zogenoemde ‘design sprint’ waarin multidisciplinair samengestelde teams vijf dagen achter elkaar intensief samenwerken aan het ontwerp. De 150 dagen daarna zijn ingeruimd voor de interne ontwikkeling van het product dat vervolgens tijdens een afsluitend evenement wordt gelanceerd.

Lab-AT300369Een Serenga-noodverlichtingsarmatuur van VanLien toegepast in een warenhuis.

Team Engie/Legrand

Het team Engie/Legrand (specialist in elektrotechniek en digitale infrastructuur), koos na de strategische sessie voor een product uit het assortiment van Legrand. Dit betreft de busbar (railkoker) die stroom van A naar B transporteert. In gebouwen van enige omvang (bedrijven, ziekenhuizen, retail vestigingen) zijn vaak een of meerdere busbar-systemen aanwezig. Het circulair maken ervan betekent volgens het team een flinke verduurzaming van dit product. Ook waren de teamleden positief over de marktpotentie voor hergebruik van busbars, in plaats van investeren in nieuwe systemen. Tijdens de design sprint werkten specialisten vanuit verschillende disciplines, zoals techniek, logistiek, social media, finance, calculatie, accountmanagement, productmanagement en projectleiding, fulltime samen. Het doel was de ontwikkeling van een circulair prototype voor klanten in de vastgoedwereld die duurzaamheid belangrijk vinden. Ook ‘product as a service’ was een belangrijk uitgangspunt, omdat Legrand niet alleen een busbar wil verkopen, maar de verantwoordelijkheid wil houden voor het product gedurende de volledige levensduur. Professionals vanuit het Living Lab-team, die ook al bij de strategische sessie aanwezig waren, begeleidden ook de design sprint. Lion van Nuenen, market manager van Legrand Nederland noemt deze werkwijze een perfecte manier om je als team op één taak te concentreren. ‘De procesbegeleiding is professioneel ingevuld, waardoor we snel beslissingen konden nemen. Na een week hadden we een prototype. Normaal neemt een ontwikkelingsproces maanden in beslag.’ Het resultaat van de intensieve sprint-week is een nieuwe busbar, waarvan de levensduur niet langer afhankelijk is van de bestemming van een gebouw. In plaats van tien jaar gaat deze volgens Van Nuenen nu wel zestig jaar mee. ‘Het enige wat we mogelijk moeten vervangen, is de kunststof isolatie. De andere onderdelen als metalen omkasting en vier koperen of aluminium geleiders, blijven intact. En elk exemplaar dat je niet nieuw hoeft te produceren levert een forse CO2-besparing op’, zegt van Nuenen, die verwacht dat de marktperspectieven daardoor gunstig zijn. ‘Het gevolgde proces is volgens hem dan ook uitstekend inzetbaar voor andere innovaties.

Lab-verhaalkopieTijdens de ‘design sprint’ werken multidisciplinair samengestelde teams vijf dagen achter elkaar intensief samen aan het ontwerp.

Team TU/ABB/Engie

Het andere team dat in de design sprint-week bij BlueCity bijeenkwam voor de ontwikkeling van een circulair product bestond uit de Technische Unie (TU), ABB en Engie. Ook dit team koos voor een product dat in alle gebouwen aanwezig is: noodverlichting als onderdeel van een veilig vluchtplan. ‘Iedereen kent de talrijke groene bordjes in kantoren en fabrieken’, zegt Ariane van Dijk, manager MVO bij de TU. ‘Daarachter zitten diverse herbruikbare producten. Behalve de pictogrammen zijn aan de noodverlichting een lichtbron, batterijpakket, printplaat en behuizing gekoppeld. Bij sloop van een gebouw wordt dit allemaal weggegooid. Wat wij willen is de noodverlichting recyclebaar maken via de ombouw naar een slim modulair product, waarvan de onderdelen uitwisselbaar zijn. Om zoveel mogelijk hergebruik te realiseren, wilden we dit oppakken vanuit de keten en zijn we als groothandel samen om tafel gegaan met leverancier ABB en installateur Engie.’ Het team volgde eenzelfde proces als het team Engie/Legrand en Van Dijk is enthousiast over de design sprint: ‘Tijdens dit proces denkt iedereen buiten de geijkte kaders, waardoor een beter concept ontstaat. Een week lang ligt ieders focus puur op de productontwikkeling. In rap tempo ontstaat een circulair product dat anders nooit van de grond zou zijn gekomen.’ Van Tongeren en Van der Zande ondersteunden ook dit team bij het ontwikkelen van een prototype; met adviezen, marktcontacten en de juiste tools op het vlak van de gehanteerde ‘lean start-up’-methodiek, die erop is gericht prototypes snel te ontwikkelen en te testen in de markt. Volgens Gerben Achterberg, product marketing director van ABB Benelux, is de winst van de nieuwe ontwikkelmethode dat ontwerpers nu ook moeten gaan nadenken over het modulair maken van een nieuw product. ’Samen met drie partijen een voorlopig circulair product ontwikkelen was best complex, maar zo kom je echt verder. Alleen krijg je dit nooit van de grond.’ De Technische Unie, ABB en Engie kwamen na de vijfdaagse bijeenkomst tweewekelijks bijeen om het concept verder te ontwikkelen. Van Dijk: ‘Naast het verdienmodel werkten we per partij de rollen en processen uit. We maakten onder meer een checklist voor de monteurs van Engie. Deze moeten precies weten wat de stappen, acties en procedures zijn.’ Achterberg constateerde tijdens deze fase dat de modulaire opbouw veel kansen biedt: ‘Circulariteit krijgt steeds meer draagvlak in de bouwwereld. Noodverlichting is een interessante pilot, waarbij wij de uitkomsten en ervaringen kunnen gebruiken voor andere producten uit het omvangrijke aanbod van ABB.

Tekst: Harry van Brandenburg
Fotografie: Industrie