EW04 Omslag 600
Maart 2021

Rekentool helpt bij ontwerp buitenunits

Eindelijk geluidseisen buitenunits airco en warmtepomp

48 01

Discussie over hoe geluid wordt ervaren zal er altijd wel blijven, maar er zijn nu in elk geval harde normen. Vanaf 1 april snort en bromt een buitenunit overdag nog maximaal 45 dB en ’s nachts -40 dB. Op de erfgrens gemeten dan, of bij een te openen raam of deur van de buren. Een nieuwe, gratis rekentool helpt de installateur bij het ontwerp om te voldoen aan de regelgeving. Wim Beentjes, een van ontwikkelaars, legt uit hoe de tool werkt.

Veel burenruzies worden veroorzaakt door geluidsoverlast. Vaak is het lawaai maar tijdelijk; de muziek staat te hard, een hond blaft om aandacht, gillende kinderen die na school hun energie kwijt moeten. Maar er zijn ook geluiden die maar niet stoppen. Zo wordt er steeds meer geklaagd over de herrie van het groeiende aantal buitenunits van airconditioninginstallaties en warmtepompen. Met een meting van het daadwerkelijke geluidsniveau op locatie kan worden vastgesteld dat een unit het wettelijk toegestane geluidsniveau overschrijdt, maar… dan is het kwaad al geschied. ‘Om te voorkomen dat een geleverde unit achteraf niet blijkt te voldoen aan de wet, kan de installateur nu vooraf een akoestische berekening maken en daarmee aantonen er alles aan te hebben gedaan om te kunnen voldoen aan het Bouwbesluit’, vertelt Wim Beentjes, senior adviseur op het gebied van bouwakoestiek bij advies- en ingenieursbureau LBP|SIGHT. Het bureau kreeg van de rijksoverheid de opdracht om daarvoor een rekentool te ontwikkelen. Dat gebeurde in samenspraak met Techniek Nederland, Vereniging Warmtepompen, NVKL (de branchevereniging Koudetechniek & Luchtbehandelingen) en NVI (de Nederlandse Verwarmingsindustrie). ‘De rekentool heeft geen officiële status’, benadrukt Beentjes, ‘maar speelt wel een cruciale rol in de onderbouwing van de offerte en bij het aanvragen van de bouwvergunning. Ook kan bij klachten na installatie, eerst worden gecontroleerd of de gerealiseerde situatie in overeenstemming is met de opgestelde berekening volgens de rekentool.’

Wettelijke normen

De nieuwe wettelijke geluidsnormen staan in het Bouwbesluit 2012 (Staatsblad 2020, nr. 189 1). Ze hebben betrekking op buiten opgestelde installaties voor warmte- of koudeopwekking. In andere woorden: ­buitenunits van lucht-waterwarmtepompen en lucht-luchtwarmtepompen (de installaties in deze laatste groep worden meestal airco’s genoemd). ­

De eisen zijn van toepassing in de volgende situaties:

  • Bestaande woningen: bij plaatsing van een nieuwe installatie zonder bouwvergunning na 1 april 2021;
  • Bestaande woningen: na 1 april 2021 aangevraagde bouwvergunningen;
  • Nieuwbouw: aangevraagde bouwvergunningen vanaf 1 april 2021.

De hoofdregel is simpel: overdag (tussen 07.00 – 19.00 uur) mag er 45 dB ­aan geluid worden geproduceerd, zodat dan de warmtapwaterbereiding en ontdooicycli kunnen plaatsvinden. ’S avonds en ’s nachts is dat 40 dB. ­Heeft een buitenunit geen stille stand, dan geldt zowel overdag als ’s nachts het maximale geluidniveau van 40 dB. Ook voor bestaande bouw gelden dezelfde eisen, dus geen 10 dB verlaging voor binnen opgestelde installaties.

48 03

Gratis en inclusief handleiding

Laten we eerst eens kijken wat die rekentool precies is, voordat we op de inhoud ingaan. Altijd prettig: de tool is gratis beschikbaar op de website van de rijksoverheid, bereikbaar via de QR-code onderaan dit artikel. Er downloadt dan een rekenblad dat in veel spreadsheetprogramma’s is te openen en te bewerken. Er zijn hierbij twee mogelijkheden:

  1. Via een.ods-file die alleen draait onder Open Office. Hiervoor moet dan eerst Open Office worden gedownload. Deze .ods-spreadsheet heeft een iets vereenvoudigde grafische presentatie van de rekentool;
  2. Als volledige versie na het uitpakken van een apart .zip-bestand ook in Microsoft Excel, Apple Numbers, en Google Sheets.

Tot slot is er op dezelfde internetpagina een handleiding beschikbaar. Wat betreft de toepasbaarheid: de tool is alleen bedoeld voor grondgebonden woningen en appartementen. Voor dit type gebouwen zijn diverse veelvoorkomende situaties uitgewerkt, waarop we in dit artikel gedetailleerd ingaan. Voor uitzonderingen zal altijd de expertise van een akoestisch adviesbureau moeten worden ingeroepen, bevestigt Beentjes. ‘Denk dan aan opstellingen van meerdere buitenunits naast elkaar, zoals bij rijtjeshuizen. In principe hoeft bij de metingen conform het Bouwbesluit alleen rekening te worden gehouden met de direct links en rechts naastgelegen woning, maar soms kan bij units die vlak bij elkaar zijn gelegen een cumulatie van de geluidsniveaus optreden. Iets vergelijkbaars geldt voor meerdere units op hetzelfde perceel. Daarnaast is de tool niet goed geschikt voor situaties bij een terrasflat, waar de gevels per woonlaag ten opzichte van de laag eronder verspringen.’

Negen standaardsituaties

Voor het overgrote deel van de situaties bewijst de rekentool echter goede dienst. Er zijn in totaal negen standaardsituaties uitgewerkt, te weten vier voor grondgebonden woningen, en vijf voor appartementengebouwen. De eerste beslissing die je moet nemen, is de op voorhand meest voor de hand liggende plek voor de buitenunit. Bij woningen gaat het dan om:

  1. Op het maaiveld
  2. Op een aanbouw tegen de woning
  3. Op een bouwwerk achter in de tuin
  4. Op het dak

Bij appartementen zijn de basissituaties voor positie van de buitenunit:

  1. Aan de gevel
  2. Op de galerij
  3. Op het balkon
  4. In een (deels) inwendig balkon
  5. Op het dak

Bij grondgebonden woningen geeft de rekentool bovendien diverse extra controlepunten aan als er sprake is van afscherming in verband met variatie in de demping.

Gedetailleerde berekening

De rekentool berekent de geluidsoverdracht van de buitenunit naar alle punten van de perceelgrens die grenzen aan woningen en naar de extra punten bij te openen ramen. Ofwel: hoeveel zachter is het geluid bij het meetpunt dan bij de bron, de unit zelf. Omdat de geluidsoverdracht en het maximaal toegestane geluid nu bekend is, geeft de rekentool vervolgens het maximale geluidsvermogenniveau aan. Dit geluidsvermogen bestaat uit de volgende componenten:

  • Het maximale geluidsvermogenniveau van de warmtepomp
  • Een correctie voor tonaliteit (geluiden met zuivere tonen zijn hinderlijker dan geluiden zonder)
  • Een correctie voor het effect van een eventuele omkasting
  • Een veiligheidsmarge
48 04

Aan de hand van die berekening weet je wat het geluidsvermogenniveau bij maximaal vermogen hoogstens mag zijn. De gegevens over het maximale geluidvermogensniveau en de tonaliteit moeten worden opgevraagd bij de fabrikant/leverancier. Tijd voor een waarschuwing, vindt Beentjes, want het geluidsvermogenniveau bij het maximale vermogen is niet hetzelfde als het geluidsvermogenniveau dat vermeld staat op het CE-label. Dat is namelijk bepaald op een lager (nominaal) vermogen. Beentjes: ‘In de rekentool hebben we bewust geen overzicht van alle warmtepompen en hun specificaties opgenomen. Op de RVO-lijst staan al meer dan 3.000 modellen, en er komen steeds nieuwe bij. Daar is dus binnen het rekenmodel geen beginnen aan. Mogelijk dat de warmtepompindustrie zelf gaat zorgen voor een gezamenlijke database waarin die gegevens makkelijker toegankelijk zijn.’ De waarde die de fabrikant opgeeft kan nog in de rekentool worden gecorrigeerd. Zo kan er een toeslag voor tonaal geluid zijn van 1 tot 6 dB – in plaats van de eerder voorgestelde vaste aftrek van 5 dB bij zelfs al een gering tonaal geluid. Als er een omkasting wordt toegepast, dan is het effect daarvan afhankelijk van de combinatie warmtepomp en omkasting. Het is van belang om die gecombineerde data van geluidvermogen en de demping van de kast op te vragen bij de respectievelijke leveranciers. Verder wordt nadrukkelijk geadviseerd om niet precies op het randje te gaan zitten met het resultaat van de berekening, maar een veiligheidsmarge van 3 dB aan te houden. Deze marge is aangegeven in de rekentool en moet worden aangehouden omdat in principe geldt dat bij ontwerpen op de eis, de helft van de situaties niet voldoet. Check tot slot ook altijd of er nog aanvullende lokale verordeningen van kracht zijn, zoals gegevens over te bouwen woningen in het bestemmingsplan.

Toelichting goed lezen

De rekentool is zo overzichtelijk mogelijk gemaakt, maar vergt wel aandacht. Ook voor Beentjes was berekeningen maken met de spreadsheet op zijn scherm even oefenen: ‘In het begin heb ik een klein beetje moeite gehad om de strekking van het rekenmodel voor appartementen te begrijpen. Ik raad iedereen dus aan om de toelichting goed te lezen. Bij elke situatie staat een uitgebreide toelichting. Ik denk dat je er even voor moet gaan zitten, zodat je weet wat je doet. Het gaat er dan vooral om dat je de situaties begrijpt en hoe je die gegevens moet invoeren. Dan kom je een heel eind.’  Bovendien zijn er diverse voorlichtingsactiviteiten. Zo organiseerden alle deelnemende brancheorganisaties eind 2020 een webinar om een uitgebreide toelichting op de geluidseisen te geven en de rekentool te demonstreren (zie de QR-code om dit terug te kijken). Beentjes heeft nog een tip. ‘Als je een berekening gaat maken voor een appartementengebouw, moet je heel goed kijken naar allerlei reflecterende vlakken binnen een afstand van 2,5 m van de bron en de ontvangpositie.’

Betrouwbare basis

En als de berekening uit de printer rolt, is de installateur dan helemaal gedekt? Beentjes: ‘De berekening in het voortraject volstaat in principe. De meetuitkomst bepaalt of er wordt voldaan aan de eis. Natuurlijk kan er nog van alles gebeuren tussen de momenten van berekenen, toetsen en installeren. Maar zodra er een rapport is met de berekening en de gegevens van de leveranciers of fabrikanten, ligt er een betrouwbare basis en is er een grote mate van zekerheid vooraf.’ 

Tekst: Kerstin van Tiggelen
Illustratie: Arend van Dam en Theo Campman

48 05