EW04 Omslag 600
Juni 2011

Ventileren en energie besparen

EW-600x400

De Rijksoverheid wil door het aanbrengen van energiebesparende maatregelen in woningen de CO2-emissie al voor 2017 met 20 procent terug hebben teruggedrongen. Aan de Utrechtse Woningcorporatie Bo-Ex zal het niet liggen. Met de toepassing van een ventilatiewarmtepomp denkt de verhuurder zijn steentje bij te dragen. Dit type warmtepomp bespaart niet alleen energie, maar zorgt tevens voor een goed binnenklimaat.

Woningcorporatie Bo-Ex heeft in de regio Utrecht bijna negenduizend huurwoningen in het bezit. Verreweg het grootste deel van het bezit betreft gestapelde bouw. De complexen liggen verspreid over vrijwel de hele stad Utrecht en dateren voornamelijk uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw.

‘Het is relatief eenvoudig duurzame concepten voor nieuwbouwsituaties te bedenken’, stelt Ron van den Heuvel, senior projectleider bij Bo-Ex vast. ‘Maar voor de bestaande woningvoorraad is dat veel lastiger. Dat maakt de uitdaging voor ons des te groter. In dat segment valt nog zoveel winst te behalen. Bouwkundig en installatietechnisch zijn er veel oplossingen.’

Energiebeleidsplan

Bo-Ex heeft de daad bij het woord gevoegd. In hun eigen Energiebeleidsplan, waar Van den Heuvel vanuit zijn expertise aan heeft meegeschreven, is de visie neergelegd voor het beheer van het woningenbestand voor de komende jaren. In het document geeft Bo-Ex aan dat het stappenplan volgens de Trias Energetica leidend is. Oftewel, de corporatie zet eerst in op terugdringing van de energievraag in de woningen. ‘In de achterliggende jaren hebben we de energieprestatie van ons woningbezit in kaart gebracht. Veel woningen zullen de komende jaren worden aangepakt. We brengen ze van een E- of G-label naar minimaal het niveau van een C-label, maar gemiddeld mikken we op B. Voor een belangrijk deel gebeurt dat door de isolatie van de gebouwschil te optimaliseren.’

Een van de maatregelen is dat bij vervanging van glas zoveel mogelijk hr++-glas wordt teruggeplaatst. Gevels van woningen die nog onvoldoende zijn geïsoleerd, worden aangepakt, waarna de isolatie minimaal overeenkomt met de prestatie van een gevulde spouwmuur. Hr-ketels in de woningen kunnen weinig meer bijdragen, want drie jaar geleden al beschikte 90 procent van de woningen over zo’n toestel. De andere 10 procent maakte op de een of andere manier gebruik van een collectieve verwarmingsinstallatie. Andere pijlers onder het Energiebeleidsplan van Bo-Ex zijn nieuwe technieken, zoals warmte- en koudeopslag in de nieuwbouw, en een intensieve informatie-uitwisseling met de huurders over de mogelijkheden van energiebesparing.

EW_600x400De Ecolution-ventilatiewarmtepomp van Inventum is prima te combineren met de gebruikelijke installatietechnieken.

Begrijpelijke technieken

Een heel belangrijke pijler ten slotte, zijn de speciale projecten waarin Bo-Ex samen met andere partijen inzet op de toepassing van innovatieve technologie om het energiegebruik in de woningen verder terug  te dringen. Zo draait Bo-Ex mee in een project met hre-toestellen, maar heeft de verhuurder tevens een veldtest waarin de (hybride) opstelling van een hr-ketel met de Ecolution-ventilatiewarmtepomp van Inventum wordt beproefd. ‘Het is een techniek waar we veel vertrouwen in hebben’, zegt Van den Heuvel.

‘Er zijn intussen veel meer toestellen met energiebesparende technieken, maar wij stellen ons voortdurend de vraag: kunnen onze gebruikers daar ook mee omgaan? Is de techniek niet te gecompliceerd? Bij de ventilatiewarmtepomp heeft de gebruiker er eigenlijk helemaal geen weet van dat hij dagelijks gebruikmaakt van een nieuwe techniek. Wat de toepassing van dit systeem vooral erg aantrekkelijk maakt, is dat twee belangrijke onderwerpen samenkomen: de zorg voor een goed klimaat in de woning én energiebesparing. Velen hebben het idee dat ventileren altijd ten koste gaat van efficiënt energiegebruik. Nu kunnen we tegen onze huurders zeggen: ‘Ventileer maar lekker raak, je bespaart toch energie’.’

Ventilatiesysteem

Het hybride systeem leent zich vooral voor toepassing in woningen die zijn voorzien van ventilatiesysteem C (natuurlijke toevoer en mechanische afvoer van ventilatielucht). Deze warme ventilatielucht uit de woning wordt door het toestel als energiebron voor de warmtepomp benut. De geproduceerde warmte wordt gebruikt voor het opwarmen van warm tapwater en cv. De volledige verwarming van een woning is niet met de ventilatiewarmtepomp te realiseren, daarom moet het systeem met een andere warmteopwekker samen- werken, zoals een hr-ketel. De ventilatiewarmtepomp zorgt continu voor de productie van de basislast en de ketel springt bij tijdens piekmomenten.

Combineren

Inventum heeft zich bij de ontwikkeling van de Ecolution op Nederlandse woningsituaties gericht; het systeem is dan ook prima  te  combineren met de gebruikelijke installatietechnieken. In de woning vervangt de Ecolution de mechanische ventilatiebox. De aangezogen lucht wordt bij binnenkomst continu gemeten door sensoren. Zodra de Ecolution een temperatuurdaling in de woning signaleert, komen de warmte- en circulatiepomp automatisch in actie om het cv-systeem te ondersteunen. De warme ventilatielucht passeert de verdamper van het wp-systeem, deze onttrekt de warmte uit de lucht. De warmtepomp comprimeert de warmte, waardoor deze op een hoge temperatuur ter beschikking komt voor afgifte aan het cv-systeem. De capaciteit van 1,2 kW is voldoende voor het langdurig leveren van een basislast en de bereiding van warm tapwater.

In gebouw-dna kruipen

Het vertrouwen in de mogelijkheden van de ventilatiewarmtepomp is bij Bo-Ex sterk omdat het relatief eenvoudig is de techniek in de bestaande woning te integreren. ‘De extra ruimte die de huurder moet opofferen, is minimaal’, zegt van den Heuvel. ‘Voor hen is dat heel belangrijk. We willen dat onze huurders gewoon met de wasmand naar boven kunnen zonder rekening te hoeven houden met een unit die ruimte bij het trapgat inneemt. Bij elke installatie moet nadrukkelijk worden gekeken naar het gebouw zelf, de installateur of adviseur moet als het ware in het dna van het gebouw kruipen. Hij moet zich afvragen of het product ook daadwerkelijk geschikt is voor de woning. Neem nou zo’n hre-ketel. Interessante techniek, maar het is bekend dat de geluidshinder een probleem kan zijn. Dan is er nog de ruimtebeperking. Die hre-ketels hebben bepaald geen bescheiden formaat en dat geldt evenzeer voor water-waterwarmtepompen. En dan heb ik het nog niet over een buffervat. Het is allemaal fantastische techniek, maar in onze gestapelde woningen kunnen we er zo weinig mee.’

Die beperkingen gelden volgens Van den Heuvel niet voor de ventilatiewarmtepomp. Het systeem laat zich snel en gemakkelijk installeren. In de bestaande bouw wordt het toestel geplaatst op of rond de plek van de oude mechanische ventilatiebox en in de nabijheid van de hr-combiketel. De luchttoevoer- en -afvoerkanalen worden aan de bovenzijde van het toestel gemonteerd, de cv-leidingen van de het toestel zijn parallel op de aanvoer en retour van de hr-combiketel aan te sluiten. De warm- en koudwaterleidingen van beide toestellen worden in serie met elkaar verbonden. Koud tapwater komt de Ecolution in en gaat voorverwarmd naar de koude-inlaat van de hr-combiketel. Deze brengt vervolgens het voorverwarmde water naar een temperatuur van 60 ˚C. Vervolgens is het nog een kwestie van de condensleiding monteren en aansluiten, stekker in het stopcontact steken en het energiewinnende systeem is klaar voor gebruik.

Positief resultaat

De resultaten uit de veldtest met de ventilatiewarmtepomp die nu ruim anderhalf jaar draait, zijn zo positief dat Bo-Ex naar grote waarschijnlijkheid 94 woningen met het systeem gaat uitrusten. Van den Heuvel: ‘De woning uit de veldtest verbruikte in 2008 zo’n 2.600 m3 gas. Op de eindafrekening van 2010 stond een verbruik van slechts 1.100 m3. Daar stond wel een extra stroomverbruik tegenover van 125 kW. Per saldo is het nog altijd een aardig financieel voordeel, want laten we er geen doekjes om winden, dergelijke technieken kunnen in huurwoningen alleen worden aangebracht als de huurders een direct financieel voordeel ervaren.’ De 94 woningen die in aanmerking komen zijn mede geselecteerd op basis van de opstelruimte. Tegelijk met het aanbrengen van de installaties volgt een voorlichtingscampagne om de bewoners bekend te maken met het juiste gebruik van de toestellen. Zij ontvangen een document waarin Bo-Ex haarfijn uitlegt op welke wijze de huurder het toestel het beste kan gebruiken. Ook de huurdersverenigingen worden bij de communicatie ingeschakeld.

Harde afspraken

De investeringen – zo luidt een harde afspraak met de bewoners – leiden niet tot een huurverhoging. Omdat ook Bo-Ex met een sluitende exploitatie moet werken, wordt bij een mutatie de huur wel opnieuw vastgesteld. De volgende huurder heeft dus wel met een hoger huurtarief te maken. Dat betekent ook dat er in een hetzelfde complex voor gelijkwaardige woningen een afwijkend huurbedrag gaat gelden. ‘We hebben er toch voor gekozen, omdat we de huurders waarschijnlijk niet mee zouden krijgen als zij ineens extra huur zouden moeten betalen. Huurders laten zich er niet zomaar van overtuigen dat een ventilatiewarmtepomp ook werkelijk een besparing oplevert. We hebben een aardig beeld van de mutatiegraad. Na een jaar of zeven komt er een woning vrij en kunnen we de huur wat optrekken. Als we aan het eind van  de levensduur van het systeem de investering eruit hebben, zijn we al aardig tevreden. Want een gunstige exploitatie is voor ons niet de primaire reden om te investeren. We willen energie besparen om mee te helpen aan de realisatie van milieudoelstellingen. En we willen voorkomen dat onze huurders straks nog meer kwijt zijn aan hun energierekening.’

Tekst en fotografie: Mari van Lieshout