EW11 cover 600
September 2016

Warmtepomp goede maatjes met vloerverwarming

warmtepomp---vloerverwarming-600x400

De wettelijke plicht om nieuwbouwwoningen op het gasnet aan te sluiten, moet verdwijnen. Met die uitspraak gooide netbeheerder Stedin begin juli een flinke knuppel in het hoenderhok. De vloerverwarmingswereld was er blij mee. Want voor het produceren van warmte zonder gas is de warmtepomp bij uitstek geschikt, en die is weer goede maatjes met vloerverwarming. Fabrikanten ruiken hun kans, maar hebben de installateur hard nodig om die kansen te verzilveren.

Vloerverwarming past binnen de trend van ltv en radiatorloze woningen, maar ook bij de groeiende koelingsbehoefte in goed geïsoleerde woningen en gebouwen, zoals kerken, sport- en bedrijfshallen. Ook bij grondige renovaties ligt het toepassen van vloerverwarming voor de hand. En als het storten van cement geen optie is, bieden droogbouwsystemen een oplossing. In Nederland zijn 95 procent van de vloerverwarmingssystemen watersystemen.

Elektrische vloerverwarming komt vrijwel alleen voor bij renovaties van badkamers en aanbouwen, vaak als bijverwarming. Toch ziet Michael Utermark van Magnum Vloerverwarming voordelen, zoals de eenvoudige montage. 'Voor watersystemen moet je sleuven frezen en waterleidingen leggen. Bij de elektrische systemen slechts dunne matjes. En het rendement is vergelijkbaar. Stroom is wel duurder, maar omdat de matjes veel dichter aan de oppervlakte liggen dan de buizen van watersystemen, is er relatief weinig vermogen nodig. Ik verwacht een sterke groei van elektrische systemen als er meer pv op de daken komt en we stroom kunnen bufferen.'

In nieuwe woningen is (water)vloerverwarming al bijna standaard, vooral in combinatie met een cv-ketel. Steeds vaker wordt vloerverwarming gecombineerd met een warmtepomp of stadsverwarming. Het principe is hetzelfde, alleen zijn er andere typen verdelers, buisdiameters en regelingen nodig. Zo is het bij stadsverwarming bijvoorbeeld van belang dat de verdeler een terugslagklep heeft en een temperatuurregeling in de retourleiding. Maar de combinatie monovalente warmtepomp – vloerverwarming is volgens energieadviseur Stephan Krimpenfort veruit de gunstigste. 'De watertemperatuur van vloerverwarming ligt gemiddeld rond de 35 °C en een warmtepomp rendeert het beste bij een laag afgiftesysteem. De warmtepomp is al energiezuinig, de combinatie doet daar nog een schepje bovenop. Voordeel is ook dat je met een warmtepomp kunt koelen via de vloer. In goed geïsoleerde woningen is dat al bijna belangrijker dan verwarming. Vloerverwarming is ook te combineren met een koelingsmachine of met direct gebruik van een aardbron. Bij vloerkoeling mag de lage watertemperatuur maar een paar graden Celcius onder de ruimtetemperatuur liggen en is wel condensbeveiliging gewenst. En voor een optimaal resultaat is een dichte verlegging van de buizen vereist, evenals een goede regeling.'

Condensvorming

Bij toepassing in combinatie met een warmtepomp geldt een aantal belangrijke aandachtpunten om comfort en rendement te optimaliseren, geeft Krimpenfort aan.
'Bij een warmtepomp passen we vloerverwarmingverdelers toe zonder ingebouwde pomp. De verdeler moet daarom van kunststof zijn, met het oog op condensvorming, en de aansluitleidingen van de warmtepomp naar de verdeler moeten van een grotere diameter zijn dan bij een cv-ketel. Ook de lengte van de lus is van belang. Door meer groepen te leggen, maar met een kortere lengte, neemt de weerstand af. Er is dan minder pompenergie nodig en omdat het water sneller terug komt, koelt het minder snel af en kan het systeem af met een nog lagere aanvoertemperatuur. Dat kan een besparing tot 10 procent geven.'

Legplan cruciaal

Bij vloerverwarming is een uitgekiend legplan cruciaal. Fabrikanten leveren doorgaans complete legplannen bij hun systemen, want alles wat je onder de vloer wegstopt, moet je immers in één keer goed doen. 'Naar zo'n legplan moet de installateur dan wel vragen natuurlijk', waarschuwt Krimpenfort, 'anders leidt dat tot problemen achteraf.'
'Om legplannen op te stellen, heeft de fabrikant informatie nodig van de installateur', zegt Geert Ververs, directeur van WTH. 'Over de warmteopwekker, de vloerafwerking, de grootte van de ruimtes, het transmissieverlies en of het hoofd- of bijverwarming is', somt hij op. 'Systemen die door de installateur op een standaard legafstand worden ontworpen, zijn doorgaans te krap uitgelegd of juist overgedimensioneerd. Is het legplan 'op maat', dan is inregelen bijna niet meer nodig en kan worden volstaan met balanceren.'

Transmissiedekkend

Arthur Toonen van Albrand heeft een lijstje met nuttige adviezen voor de instal- lateur. 'De monteur moet het systeem aanleggen voordat de elektraleidingen zijn gelegd. Vloerverwarming heeft een minimale dekking van 3 cm nodig op de buis. Op elektrabuizen geldt geen verplichte dekking, dus is het beter om die er bovenop te leggen. En als onder de vloerverwarming isolatie komt te liggen, is het verstandig de waterleiding daar weer onder te laten lopen. Zorg dat de waterleiding op 30 – 50 cm afstand van de vloerverwarmingsbuizen blijft om legionellavorming te voorkomen. Uiteraard is de onderlinge afstand van belang bij de keuze voor hoofd- of bijverwarming. Voor bijverwarming geldt hart op hart 30 cm; bij hoofdverwarming 10 – 15 cm. Voor hoofdverwarming is dus twee keer zo veel buis nodig. In een nieuwbouwwoning ben je met hart op hart 15 in principe altijd transmissiedekkend.'

In een goed geïsoleerde woning is de keuze voor vloerverwarming als hoofdverwarming steeds logischer, ook door het kleine prijsverschil. Volgens Ronald Vervat van Robot Vloerverwarming stamt bijverwarming uit de tijd dat er nog geen 100 procent vertrouwen was in vloerverwarming. 'Het zou niet snel genoeg zijn en niet afdoende bij extreme kou. Dus hield men vast aan radiatoren en die bleven vaak vol aan staan met als resultaat dat de radiatoren het werk deden en de vloer koud bleef. Alleen in de utiliteit adviseren wij het soms nog als bijverwarming bij een luchtsysteem, omdat in kantoorruimtes meer en snellere klimaatwisselingen gewenst zijn voor bijvoorbeeld flexplekken.'

Gedragsverandering

Het is de taak van de installateur om de gebruiker uit te leggen dat vloerverwarming een ander gedrag vereist. 's Nachts de temperatuur 5 °C verlagen of alles uitzetten tijdens de vakantie is onverstandig. Utermark: 'De setback-instelling zorgt ervoor dat de vloer niet te veel afkoelt, zodat de opwarmtijd beperkt blijft. Het kost meer energie om het systeem na een forse verlaging steeds weer op temperatuur te brengen dan om het systeem constant op een minimum van 17 °C te houden. Dat moeten installateurs wél uitleggen aan hun klanten.'

Daarnaast is het inregelen heel belangrijk. De meeste fabrikanten geven de inregelstanden van de ventielen mee met de legplannen. 'Water neemt altijd de weg van de minste weerstand', legt Vervat uit', 'dus gaat eerst over de groep van 30 m buislengte en dan pas over die van 80 m, met hogere weerstand. Terwijl voor die grote groep juist de meeste warmte gewenst is. Een inregeling is dus nodig om de druk overal gelijk te trekken.'

Wanneer er wordt gewerkt zonder legplan, bieden flowmeters uitkomst. Daarop zie je exact hoeveel water er door een groep heen gaat. Toonen: 'Flowmeters zijn ook heel handig om het probleem van lucht in de slangen op te lossen. Als er te veel lucht in de slangen zit, kan de pomp die er vaak niet uit krijgen en is er geen 'flow'. Met de flowmeter zie je bij de ingebruikname direct of er doorstroming is over de groepen en kan de monteur de groep direct doorspoelen. Met flowmeters bespaar je dus op servicekosten en klachten. En je klant op energiekosten.'

Zoneregelingen in opkomst

Zoneregelingen raken steeds meer ingeburgerd. Toonen is een groot voorstander. 'Daarmee stook je alleen voor de ruimtes die echt warmte nodig hebben. Vooral door de opkomst van de smartphonebediening nemen zoneregelingen een grote vlucht.

Met de smartphone kun je ook de radiatoren op de bovenverdieping meeregelen, de verlichting en wat al niet meer. Maar het kan natuurlijk ook met een handmatige ruimtebediening. Wij nemen zoneregelingen altijd optioneel mee in de calculatie, omdat installateurs er nog niet zo bekend mee zijn en de klant dan een bewuste keuze kan maken. Om zoneregelingen toe te kunnen passen, zijn wél geschikte verdelers nodig. En als je ook radiatoren wilt sturen, zullen deze moeten zijn voorzien van thermostatisch voorbereidde ventielen.'

Tekst: Astrid Zoumpoulis-Verbraeken
Fotografie: Industrie