EW11 cover 600
Oktober 2011

Zorg, energiebesparing en comfort blijven aanjagers

EW-600x400

De acceptatie van domoticatoepassingen wordt almaar breder gedragen. Het kantelpunt is zelfs al voorbij, zo luidt het meest optimistische scenario. ‘Domotica groeit gewoon heel hard door’, zegt een van de betrokkenen. Anderen reageren kritischer en constateren dat de kredietcrisis een rem zet op verdere popularisering. Ook over de rol van de E-installateur wordt verschillend gedacht.

De signalen staan niet op groen, maar op felgroen. Zo optimistisch wordt door de bank genomen gereageerd wanneer het begrip domotica ter sprake komt. Zo is er de vergrijzing van de samenleving, die zich nu onverholen openbaart in alle hoeken en gaten van de samenleving. En dat heeft niet alleen betekenis voor de zorgsector, maar ook voor de huiselijke omgeving. Technologische oplossingen om de gezondheid van mensen op afstand in de gaten te houden, wint steeds meer aan betekenis. ‘Wat ik een opvallende ontwikkeling vind, is dat de brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland criteria heeft opgesteld om het op afstand monitoren van mensen met chronisch  hartfalen in te kopen. Dit is een signaal dat er ook in die kringen steeds meer draagvlak bestaat voor eHealth’, constateert Oscar Rietkerk, Consultant Zorg en ICT bij TNO.

Kostenplaatje

Een van de problemen is dat er beperkte ervaring is met het volledige overzicht van kosten en baten bij alle betrokkenen in de zorgketen. Naast de installatie van apparatuur in het huis van de patiënt verandert er veel meer in de zorg bij de toepassing van telemonitoring. Anders gezegd: wanneer een particulier door ziekte bedlegerig raakt en er een thuiszorgverpleger naartoe moet, dan is daar een heldere kostenpost aan vast te knopen. Maar wat nog niet duidelijk genoeg is, is de waarde van een instrument dat de gezondheid op afstand meet. ‘Voor de zorgprofessionals geldt dat ze hun patiënten een zo lang en aangenaam mogelijk leven gunnen. Die instelling bestaat er natuurlijk ook bij verzekeraars, maar die willen bovendien graag weten wat dat gaat kosten. Bij hartpatiënten die op afstand worden gevolgd, wordt het steeds duidelijker dat dit gunstig uitpakt voor zowel de kosten als de medische kant. Patiënten hoeven bijvoorbeeld niet telkens naar het ziekenhuis om te worden onderzocht en er kan eerder worden ingegrepen waardoor complicaties worden voorkomen.’

Die trend is koren op de molen van de installateurs. Veel mensen die nu afvloeien naar verzorging- en verpleeghuizen zouden met de juiste techniek nog lange tijd probleemloos thuis kunnen blijven wonen. Daar is heus niet altijd technologische abracadabra voor nodig. Door nieuwe techniek op een doordachte manier toe te passen, maken we in korte tijd honderdduizenden woningen levensloopgeschikt,’ liet Marcel Engels, voorzitter UNETO-VNI, nog onlangs optekenen door het Financieele Dagblad. Daarmee neemt de vraag naar intramurale zorg af, verdwijnen de wachttijden en kan het schaarse personeel veel efficiënter worden ingezet.’

Wind mee

Wie zijn oor te luisteren legt bij aanbieders met domoticaoplossingen voor de zorg krijgt veelal opbeurende woorden te horen. Leveranciers hebben duidelijk de wind mee. Daaronder bevindt zich een partij als Tunstall, waar Cornelie den Otter, verantwoordelijk voor marketingsupport, vertelt dat ook haar organisatie nog altijd een stijgende belangstelling signaleert voor technische zorgoplossingen. In de portefeuille van Tunstall, maar net zo goed in die van andere leveranciers, zitten oplossingen die zijn gericht op het  in een vroeg stadium signaleren  van veranderingen in het dagelijks functioneren. De techniek meet ongemerkt algemene dagelijkse werkzaamheden, zoals wassen, aankleden en koken. Wanneer er veranderingen in dat dagelijkse patroon optreden, registreert de techniek het afwijkende gedrag en geeft vervolgens een signaal af.

Hierbij geldt nadrukkelijk dat niet alleen de  techniek voor een verdere doorbraak moet zorgen. Ook de dienstverlening die daarachter zit moet daarop aansluiten. Plat gezegd: je kunt monitoren tot op de vierkante millimeter, maar als er geen energie wordt gestoken in het achterliggende traject loopt het spoor verder dood. Onder regie van het huidige kabinet, er die evenmin voor terugdeinst stevig in de zorgsector te saneren, ziet dat er niet altijd even hoopgevend uit. Ook voor de installateur geldt dat hij verder moet kijken dan uitsluitend de oplevering van de installatie. Het over de drempel stappen  bij  kwetsbare  mensen thuis vraagt een bepaalde mentaliteitsbeleving. Ouderen hebben geen trek in vierkant gedrag van ‘kabeltrekkers’, maar willen ondersteuning en hulp van zorgzame installateurs.

Energiebesparing

Tot zover de zorg. Domotica bestaat immers niet alleen bij de gratie van vergrijzend Nederland, maar kent ook kansen in particuliere omgevingen. Belanghebbenden, waaronder vakorganisaties en leveranciers, reageren verschillend op de constatering dat de domotica-ontwikkeling wat dat betreft enigszins op slot zit. Rietkerk: ‘De groei zal vooral daar vandaan komen waar de samenleving die het hardste nodig heeft. Zorg en levensloopbesteding wonen zijn belangrijke thema’s. Het op afstand monitoren van de temperatuur in een privézwembad zal door sommigen zeker op prijs worden gesteld, maar vanuit die hoek komen natuurlijk niet de grote volumeontwikkelingen.’ Marcel Somers van Bureau Waakzaam Wonen in Utrecht denkt dat niet zozeer het verhogen van comfort, maar vooral ook het bezuinigen op energiekosten en duurzaam wonen, aanjagers zijn voor verdere ontwikkelingen op dit terrein. ‘Ik signaleer steeds vaker dat mensen bewuster willen omgaan met het energievraagstuk. En dat vertaalt zich bijvoorbeeld naar de woning toe in het inregelen van de temperatuur per vertrek. Waarom de kinderkamers op temperatuur houden als de kinderen op school zitten?’

‘Natuurlijk,’ zo beaamt hij, ’inregelen van de temperatuur per vertrek is ook een comfortbeleving, maar aandacht voor duurzaamheid staat volgens mij veel hoger op de actuele prioriteitenagenda van de consument. Daar krijg je de consument misschien wel eerder mee over de streep dan wanneer de nadruk op luxe ligt.’ En prijs, is dat een hobbel die nog moet worden genomen? Bij consumenten die goed in de slappe was zitten, zullen oplossingen voor wooncomfort ongetwijfeld eerder in vruchtbare aarde vallen dan bij particulieren met een minder dikke portemonnee. Ewout Gastelaars van Benext is klip en klaar over dit onderwerp: pas als de prijs van toepassingen drastisch daalt, is er een kans dat er een massamarkt ontstaat. Mensen willen best kennismaken met wooncomfort, maar dat mag volgens hem geen rib uit hun lijf kosten. Joop Bos, commercieel directeur van CER, denkt dat de markt behoefte heeft aan een kerstboomconstructie. De standaardoplossing bestaat dan uit een techniek om bijvoorbeeld licht en temperatuur in huis te regelen, maar wie behoefte heeft om de kerstboom verder op te tuigen kan het basissysteem aanvullen met extra modules. Bijvoorbeeld om op afstand de toegang tot het huis te controleren. ‘Zo is domotica ook in feite bedoeld, als een modulair systeem om vanuit de basis tot een meer complete installatie te groeien. Er zal nog wel het nodige werk moeten worden verricht voordat we eenmaal zover zijn. Het gaat nog lang duren voordat iedereen op zijn smartphone de temperatuur en lichtpunten in huis regelt.’

Keihard

Van alle partijen die om een reactie werd gevraagd, is Maarten van der Boon misschien wel het meest optimistisch. Hij is verantwoordelijk voor communicatie & marketing bij systeemintegrator Leertouwer in Barneveld, daarnaast is hij binnen UNETO-VNI voorzitter van de Vakgroep Do-it. ‘Over het woord domotica is veel verwarring. Sla Wikipedia of andere internetbronnen er maar eens op na. Brandbeveiligers hebben het over domotica, net als bedrijven met oplossingen voor toegangscontrole of zusterroepsystemen. Domotica is daarmee een breed interpreteerbaar begrip geworden.’ Maar goed, van hem is het citaat dat domotica nog altijd doorgroeit als kool. Dat merkt hij aan de resultaten bij zijn eigen bedrijf, maar ook aan die van de overige aanbieders binnen de vakgroep. Het kantelpunt ligt achter ons, zo luidt zijn boodschap. Er ontstaat een breder besef dat functioneel geïntegreerde techniek ons leven kan veraangenamen en optimaliseren.

Wat hem zorgen baart, is de positie van de installateur in dit verhaal. Want de branche is immers traditiegetrouw opgevoed met het ‘trekken van kabels’ en daar zit de markt steeds minder op te wachten. ‘Installateurs moeten heel goed nadenken over hun positie. Willen ze zich blijven beperken tot de aanbieder op het traditionele terrein van de installatiebranche? Of willen ze hun kennis en kunde verrijken en zich ontwikkelen tot systeemintegrators? In dat geval zullen ze veel dichter bovenop de noden van de gebruiker moeten zitten. Afnemers hebben bij wijze van spreken geen behoefte aan nieuwe technieken, ze willen een oplossing voor hun probleem. Dat kan een verhoging van het comfort in huis zijn, energiebesparing of dat hun woning levensloopbesteding wordt uitgerust’, zegt Van der Boon, die er bovendien waarde aan hecht te benadrukken dat UNETO-VNI installateurs ondersteunt in dit veranderproces.

Wat hij daarbij signaleert, is dat juist systeemintegrators met hun toegevoegde waarde minder hard gebukt gaan onder de crisis dan de traditionele aanbieders. Het bouwvolume is immers spectaculair geslonken. En daarmee is ook de behoefte aan traditioneel aanbod achteruit gehold. ‘Wie zichzelf beperkt tot traditionele werkzaamheden en niet op zoek gaat naar meerwaarde, loopt ook de kans terecht te komen in de wereld van prijsgevechten. Stel: als bouwer ben je op zoek naar een partij die zich uitsluitend moet bekommeren om de bedrading. Wie neem je dan? De goedkoopste.’

Tot slot nog een reactie van Rietkerk. Hij  zegt daar ook iets over. Natuurlijk, beaamt hij, het creëren van meerwaarde is superbelangrijk. Dat zal hij niet ontkennen. ‘Toch zal er altijd behoefte blijven aan partijen die de basis op orde brengen. Die bij wijze van spreken uitblinken in het goedkoop en efficiënt trekken van bedrading. Als je dat heel commercieel kunt aanpakken, dan blijft er wel degelijk een functie voor zo’n installateur.

Tekst: Hugo Schrameijer
Fotografie: Peter de KonIng, Industrie