EW04 Omslag 600
November/December 2022

Overvol stroomnet noopt tot slimme oplossingen

20 01

Het stroomnet in ons land kleurt op steeds meer -plekken rood. Nieuwe aansluitingen voor met name grootverbruikers kunnen niet altijd binnen de gewenste termijn worden -gerealiseerd. Een snelle technische uitweg is er niet. -Volgens netbeheerders, Bouwend Nederland en Techniek Nederland noopt dat tot het vinden van slimme oplossingen, zowel organisatorisch, fysiek als virtueel.

Aan het begin van de energietransitie, rond 2013, zagen sommigen de bui al aankomen. Weinigen konden echter vermoeden dat de sterke opkomst van duurzame bronnen – vooral van zonnevelden – tot een storm in de Nederlandse energiewereld zou leiden. Was het duurzaam vermogen in 2013 met 260 MW aan pv en 2,2 MW aan windenergie nog bescheiden, tegenwoordig is ruim 10 GW aan zonne- en 6,7 GW aan windprojecten gerealiseerd, meer dan het driedubbele van wat de energiesector tien jaar geleden had ingeschat. Tegelijkertijd is het aantal banen alleen al in de zonnestroomsector van 1.500 in 2012 naar nu meer dan 36.000 gestegen.
Omdat netbeheerders met lange tijdlijnen werken en zonnevelden binnen twee jaar tot stand komen, laten de gevolgen zich raden: opstoppingen op het netwerk (netcongestie) en nog verder oplopende tekorten aan vakmensen in de technische beroepen.

Samen sneller

Verschillende brancheorganisaties – van Netbeheer Nederland tot Bouwend Nederland en Techniek Nederland – hebben al de noodklok geluid. Begin dit jaar kwam bijvoorbeeld het Actieteam Netcapaciteit, een coalitie van 14 partijen, met het voorstel ‘Samen sneller het net op’. Het actieteam wil de komende tijd inzetten op een snellere realisatie van netverzwaringen, samen naar slimme oplossingen zoeken en tijdelijk prioriteren van keuzes om de schaarste op het net te overwinnen.
‘De energie-infrastructuur in Nederland, qua leveringszekerheid de meest betrouwbare ter wereld, is tegen haar grenzen aangelopen’, zegt Michel Wijbrands, programmamanager infra en mobiliteit en branchemanager voor de vakgroep smart infratechniek bij Techniek Nederland. ‘We hebben grote zorgen over de maakbaarheid, het tekort aan vakmensen en het proces. Netcongestie wordt nu vooral regionaal bepaald. In de Randstad is het net van oudsher dikker uitgevoerd dan in de plattelandsgebieden, maar de energietransitie zet deze ontwerpkeuzes onder druk.’
‘Datacenters en zonneparken komen op plekken waar de grond relatief goedkoop is. In Zeeland, Limburg en Drenthe zijn de problemen volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nijpend. De rode vlekken op de kaart van de netbeheerders zijn slechts een indicatie. Die zijn gebaseerd op piekstromen door het netwerk. Daartussen is nog wel het een of het ander mogelijk.’
Wijbrands zoomt in op slimme oplossingen. ‘Slimme netten zijn niet van de ene op de andere dag te realiseren’, zegt hij. ‘De meeste projecten zitten nog in de pilotfase, zijn lokaal en nog niet schaalbaar. Regie vanuit de overheid is daarom gewenst. Richten we de beschikbare capaciteit anders in of gaan we een deel verplaatsen? Vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen vereist regie. Ook moeten al die plannen nog uitgevoerd kunnen worden; er is een groot tekort aan technisch personeel, van installateur tot elektrisch ingenieur.’

‘Vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen vereist regie’

Dat vraagt om een betere inrichting van de keten. Wijbrands: ‘Wij zijn nu bezig dat op strategisch, tactisch en operationeel niveau te onderzoeken. Vertrouwen in elkaars expertise en begrip voor elkaars rol blijkt daarbij essentieel. We moeten met elkaar in plaats van naast elkaar werken, ook om ruimte te geven aan de noodzakelijke innovaties. Met Bouwend Nederland en Netbeheer Nederland nemen we die handschoen nu op. Een mooi voorbeeld van een andere aanpak vind ik de prefab meterkast bij nieuwbouw. Daar hebben we de volgorde omgedraaid: eerst de meterkast plaatsen en aansluiten, daarna de woning eromheen bouwen. Op die manier werk je efficiënter en krijg je tevreden klanten die niet hoeven te wachten voordat ze hun nieuwe woning kunnen betrekken.’
‘Ook kunnen we winst behalen in de verantwoording naar elkaar. Soms wordt de doelmatigheid uit het oog verloren. Reduceer onnodige kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s), dat scheelt tijd en geld die je beter aan het distributienet kunt besteden. Als ketenpartners kunnen we alleen samen de toekomstige energie-infrastructuur vormgeven. Slimme netten zijn immers ook slimme netwerken tussen mensen en organisaties.’

20 02Op veel plekken in ­Nederland kunnen nauwelijks nog nieuwe afnemers worden aangesloten.

Flexibel inzetten

Hans Peter Oskam, directeur strategie en beleid bij Netbeheer Nederland, weet als geen ander dat een ‘silver bullet’, een snelle technische oplossing, niet bestaat. ‘Het tempo van nieuw opgesteld duurzaam vermogen kunnen we niet bijhouden, ondanks sterk toegenomen investeringen’, zegt hij. ‘Eerst speelde netcongestie vooral in Noord-Holland en Friesland, tegenwoordig ook in Brabant en Limburg. Nieuw is dat de knelpunten zich niet langer alleen aan de aanbodzijde, maar soms ook aan de vraagkant beginnen af te tekenen. Dat heeft een nog grotere impact.’
De netbeheerders doen dan ook een oproep aan het mkb om flexibel met elektriciteit om te gaan. ‘Veel mkb’ers zijn nog onbekend met het idee dat ze kunnen meebewegen op de files op het net. Spreiding of verplaatsing van het energiegebruik en het voorkomen van pieken zijn op de korte termijn de beste oplossing. Neem nu eens een bakkerij. Tijdens piekuren betaalt een bakker de hoofdprijs terwijl de energieprijs net na de middag soms naar de nul euro beweegt. Ga als mkb’er daarom het gesprek aan met jouw netbeheerder.’
Meteen daarop noemt Oskam de ruimte die TenneT en Enexis, de regionale netbeheerder, voor Brabant en Limburg hebben geschapen: spitsmijden (of congestiemanagement) heeft ervoor gezorgd dat er vanaf december dit jaar 1.700 MW extra bijkomt, 722 MW voor bedrijven, 960 MW voor nieuwe zonnevelden en windparken.
Oskam: ‘Door de hard gestegen gasprijs hebben veel bedrijven hun plannen voor elektrificatie naar voren gehaald en ingezet op grootschalige opslag. Dat plaatst ons wel voor een nieuwe uitdaging: batterijen kunnen leiden tot meer opstopping of het netwerk juist ontlasten. Daarom hebben we met die partijen afspraken gemaakt waar, wanneer en bij welk volume ze hun batterijen kunnen laden of ontladen.’

‘De installatiebranche zal richting intelligente sturing op warmte en elektriciteit moeten groeien’

Met alleen slimmere netten zijn we er niet volgens Oskam. ‘Installateurs zullen de klant ook moeten bijstaan en aan energiemanagement moeten doen om het net te ontlasten. Dat begint al bij het ontwerp: breng vraag en aanbod zo dicht mogelijk bij elkaar, waar mogelijk fysiek en als het kan ook virtueel. Zo worden sommige distributiecentra, bijvoorbeeld op Schiphol Trade Park, ontworpen met pv-panelen, opslag en laadpleinen voor lokaal vrachtvervoer. Wanneer je dat vervolgens slim inricht, dan kun je met dunnere aansluitingen toe.’
‘Een andere kans is om het aanbod van die distributiecentra te koppelen aan de vraag in nieuwe woonwijken. Individuele laadpalen plaatsen is alweer bijna een gepasseerd station geworden. Beter is om nu al voor te sorteren op laadpleinen. Onbeperkt aansluiten kan niet langer; om de leveringszekerheid ook in de toekomst te waarborgen, zullen we voor bepaalde functies moeten nadenken over energiehubs, anders krijgen we nog meer congestie.’

20 03Nieuwe decentrale opwekking met windmolens en zonnepanelen kan in grote delen van ons land voorlopig nog niet worden aangesloten op het net.

Focus

Veel van wat Oskam te berde brengt, is Han Slootweg bekend. Slootweg, directeur Asset Management bij Enexis en deeltijd hoogleraar slimme netten aan de TU Eindhoven, weet dat er geen ideale oplossing is en dat er steeds meer druk op de ketel komt te staan.
Slootweg: ‘We zullen sneller capaciteit moeten bijbouwen, maar dat gaat nog vele jaren duren. Bovendien heeft Enexis momenteel meer dan tweehonderd vacatures openstaan. Waar halen we die vakmensen vandaan?’
‘Lokale overheden en provincies zullen, binnen de gegeven kaders, bestuurlijke moed moeten tonen, niet drie keer in het rond palaveren en het zoveelste onderzoek naar de voor- en nadelen van zoekgebieden laten uitvoeren. De politieke kleur van bestuurders speelt daarbij ook een rol. Voorstanders van duurzame energie zullen immers sneller geneigd zijn om op duurzame mobiliteit en duurzame energieproductie in te zetten en woningen aan warmte van datacenters koppelen. Wil de transitie slagen, dan zijn focus en daadkracht essentieel.’
Hetzelfde gaat volgens hem op voor installatiebedrijven in een markt die steeds meer door schaarste wordt bepaald, van arbeid, van netcongestie en op termijn ook van grondstoffen. Aansluitend op Oskams woorden ziet Slootweg veel kansen voor installateurs die zich op energiemanagement richten. Sterker nog, zonder sturing binnenshuis en op wijkniveau gaat het niet langer.
‘Uiteindelijk zal de branche richting intelligente sturing op warmte en elektriciteit moeten groeien. Laad de elektrische auto niet op tijdens het spitsuur bij een dreigend tekort op het stroomnet, schakel de warmtepomp pas in wanneer de prijzen laag zijn, doe hetzelfde, maar dan omgekeerd, voor de koelkast of vriezer en maak gebruik van domotica. Met energiemanagement is nog een wereld te winnen. Dan heb je, als installateur, ook meteen een voorsprong als flexibele netwerktarieven door de netbeheerders in 2025 of later worden ingevoerd.’

Tekst: Tseard Zoethout
Fotografie: Linda Kindt, Netbeheer Nederland

Meer weten over de nieuwste installatietechnieken en de laatste richtlijnen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis tweewekelijkse nieuwsbrief.