Omslag_EW05 600
Februari 2022

Schep in de grond ­tegen netcongestie

Netuitbreiding Liander in Friesland en Noordoostpolder

36 01

Het elektriciteitsnetwerk kent op het platteland een kleinere capaciteit dan in Randstedelijke gebieden; een kwestie van historie. De stroomvraag in het westen is altijd aanzienlijk groter geweest dan in regio’s als Friesland en de Noordoostpolder. Nu de stroomvraag in deze -gebieden fors groeit, is de netcongestie hier het sterkst voelbaar. Netbeheerder Liander investeert alleen al dit jaar ruim 900 miljoen euro om het net toekomstbestendig te maken.

Wie met de auto op pad gaat in Friesland of de Noordoostpolder loopt tegenwoordig flinke kans om op wegwerkzaamheden te stuiten. Niet voor onderhoud aan de weg, maar voor het graven van sleuven. Uitbreiding van het stroomnetwerk kent immers ook een praktische component. ‘Netuitbreiding is ook gewoon een kwestie van een schep in de grond,’ zegt Geert Wijnen van Liander, die als regiomanager verantwoordelijk is voor de planvorming en investeringen in de regio’s Friesland en de Noordoostpolder.

Vakmensen

Om het net in deze regio’s toekomstbestendig te maken, staat voor Liander het graven van 1.000 km sleuven op het programma, alsmede het leggen van 2.100 km middenspanningskabel en het vervangen of plaatsen van circa 300 transformatorhuisjes. Speciaal voor dit traject is het programma NuLelie (Netuitbreiding Lelie) opgestart. Daarbij worden begin dit jaar drie deelgebieden in Friesland en de Noordoostpolder gegund aan drie aannemers, die in het gehele gebied de werkzaamheden voorbereiden. De vraag rijst hoe de netbeheerder dit enorme project voor elkaar gaat boksen in deze periode van een forst tekort aan vakmensen? Wijnen: ‘Een deel van de oplossing zit bij het aanbieden van opleidingstrajecten, zoals verkorte monteursopleidingen. Verder wordt er nauw samengewerkt met onderwijsinstellingen om jongeren en zij-instromers gemotiveerd te krijgen, met een baangarantie. Verder gaan we in samenwerking met marktpartijen aan de slag om naast de huidige werknemers nieuwe arbeidscapaciteit aan te trekken. Dat doen we dus niet uitsluitend zelf, dat doen we samen met de markt. Bovendien doen we dat niet alleen voor NuLelie, maar zetten we breed in.’

Voor het project NuLelie legt Liander 2100 km middenspanningskabel

Vergunningentraject

Waar de schoen ook wringt, is het stroperige vergunningentraject. Of, om met de woorden van Geert Wijnen te spreken: ‘De bouw van een nieuw elektriciteitsstation plus aanvullende werkzaamheden neemt circa twee jaar in beslag. En het doorlopen van het vergunningentraject duurt vijf tot zeven jaar.’ Om die uitdaging te tackelen, heeft Liander in het programma NuLelie het overleg met lokale overheden naar voren gehaald. Dit voorjaar gaan de werkzaamheden op grote schaal van start. Ook is Liander al begonnen met informatiebijeenkomsten over de programma-aanpak om te zorgen dat bijvoorbeeld vergunningsprocedures, benodigde tracés en communicatie zo goed mogelijk wordt voorbereid.

36 02In samenwerking met marktpartijen is Liander bezig om naast de huidige werknemers ook nieuw arbeidscapaciteit aan te trekken.

Aanbod en vraag

Wat je in deze context kunt opwerpen, is de vraag of Liander niet eerder op deze congestieproblematiek had moeten reageren? Een tekort aan capaciteit komt toch niet uit de lucht vallen? ‘Nou, toch wel een beetje’, reageert Wijnen. ‘Ten eerste is door de sterke economische ontwikkeling in de regio’s Friesland en Noordoostpolder de energievraag de laatste jaren explosief gestegen. Op voorhand kun je daar een voorspelling op loslaten, maar de groei die het bedrijfsleven in deze gebiedsdelen doormaakte, was niet voorzien. Digitale ontwikkelingen spelen daarbij een rol, terwijl je in deze regio’s ook een sterke ontwikkeling ziet van agro- en foodbedrijven. En juist dat zijn type bedrijven met een forse energievraag.’
‘Aan de andere kant is er de aanbodzijde. Zeker in landelijke gebieden is een sterke ontwikkeling van zonneparken geweest. Zo’n park is relatief snel te ontwikkelen. Dat kan binnen een á twee jaar, terwijl je voor uitbreiding van de netvoorzieningen zo vijf tot zeven jaar verder bent. Ook dat is dus een factor die deze netcongestie heeft veroorzaakt.’
Deze congestie heeft voor de particulier niet direct voelbare consequenties, maar dat geldt wel voor zakelijke klanten die een grootverbruikaansluiting hebben of willen. Zowel voor het afnemen als voor het terugleveren van elektriciteit kan er onvoldoende capaciteit beschikbaar zijn. ‘Dat is een zeer onwenselijke situatie. Soms moeten we helaas een bedrijf met uitbreidingsplannen teleurstellen als er onvoldoende netcapaciteit voorhanden is. Het spreekt voor zich dat we altijd zoeken naar een oplossing, maar dat lukt niet altijd. Een definitieve oplossing is het uitbreiden van capaciteit en dat kost nu eenmaal tijd.’

Rol installateurs

Tot slot nog dit: welke rol is er weggelegd voor kleinere tot middelgrote installatiebedrijven om netcongestie tegen te gaan? Liander benadrukt daarbij dat installatiebedrijven belangstellenden voor zonnepanelen kunnen wijzen op het afbouwen van de salderingsregeling. Dat gaat dan specifiek op voor consumenten. Niet om uitbreiding van het aantal pv-panelen te ontmoedigen, maar ook om alternatieven te benoemen als stroomopslag. Dat is nog een kleine markt, terwijl daar een duidelijke groeipotentie ligt. In de eerste helft van dit jaar zijn er bij Liander 35 procent meer klachten van consumenten binnengekomen die stroom van zonnepanelen tijdelijk niet konden terugleveren. Dat kan veroorzaakt worden doordat op heel zonnige dagen er zo veel elektriciteit wordt teruggeleverd, dat het stroomnet in de straat dat even niet kan verwerken. Wijnen: ‘Afgezien van de vraag of je forse investeringen moet uittrekken gericht op een overvloed aan zonne-energie in de zomer, kan stroomopslag thuis eveneens een alternatief zijn om het overvolle stroomnet te ontzien. Installateurs kunnen een rol spelen om nieuwe zonnepaneel-gebruikers daarover te adviseren.’

Tekst: Hugo Schrameyer
Fotografie: Liander