Omslag_EW05 600
Mei 2021

Wees behoedzaam met bouwkasten

Hot topic

48 01

Voor tijdelijke installaties op bouw- en sloopterreinen worden verplaatsbare schakel- en verdeelinrichtingen, zogenaamde ‘bouwkasten’, toegepast. Dit artikel beschrijft de eisen aan de verdeelinrichting en de eisen die eraan worden gesteld bij het gebruik om een veilige installatie te realiseren.

De elektrische energie voor de bouwplaats wordt meestal verzorgd door het netbedrijf. De gezamenlijke netbedrijven hebben voor aansluitingen voor kleinverbruikers (Ιn ≤ 3 x 80 A) regels opgesteld hoe de bouwkast hiervoor moet zijn ingericht. Deze zijn beschreven en bekrachtigd door alle partijen in de aansluitvoorwaarden; de netcode. Voor grootaansluitingen (Ιn = 80 - 250 A) zijn eisen in de maak. Elke bouwkast voor de hoofdaansluiting bestaat uit twee afzonderlijk toegankelijke gedeelten; een metergedeelte dat wordt ingericht en aangesloten door het netbedrijf en een klantgedeelte dat wordt aangesloten door een materieeldienst. Het klantdeel kan worden beschouwd als de hoofdverdeelinrichting op de bouwplaats. Beide gedeelten hebben een eigen toegangsdeur of -luik waarvan de aanvrager de sleutel(s) moet beheren. In het netgedeelte kan de beheerder de meterstand aflezen.

Algemene eisen

Elke bouwkast moet voldoen aan Nen-EN-IEC 61439. Deel 4 is specifiek voor verplaatsbare schakel- en verdeelinrichtingen. Elke bouwkast moet zijn voorzien van een typeplaat waarop vermeld:

  • CE-markering, de naam van de fabrikant en Nen-EN-IEC 61439-4,
  • typeaanduiding van de verdeler,
  • nominale stroomwaarde en werkspanning,
  • beschermingsgraad (≥ IP44),
  • het gewicht (indien meer dan 30 kg).

In de brochure van de gezamenlijke netbeheerders zijn aanvullende gebruikerseisen gesteld:

  • alleen de contactdozen en bedieningshandels mogen voor gebruikers toegankelijk zijn, de overige (actieve) delen in de bouwkast moeten onbereikbaar zijn. Alleen bevoegden mogen met een sleutel (afgesloten deur) of gereedschappen (dichtgeschroefd) in het paneel komen,
  • de hoofdschakelaar moet direct en gemakkelijk toegankelijk zijn (tijdens werktijd),
  • de bouwkast moet zijn voorzien van hijsogen of draaghandvaten,
  • de bouwkast moet zijn voorzien van de gele driehoek-gevarensticker,
  • de bouwkast moet mechanisch voldoende sterk zijn; bestand tegen een stootenergie van minimaal 5 Joule,
  • de bouwkast moet horizontaal worden geplaatst, met een vrije (werk)ruimte er om heen van minimaal 60 cm (ook bij geopende deuren),
  • bouw-meterkasten moeten een permanente plaats hebben op het bouwterrein, deugdelijk horizontaal zijn verankerd aan de grond en mogen in aangesloten toestand niet worden verplaatst,
  • het draagframe bij een meterkast tot 80 A moet zijn voorzien van een beschermbuis waardoor de leiding van het netbedrijf kan worden ingevoerd.

Uiteraard gelden er ook technische eisen aan de binnenzijde van het paneel, aan zowel het netbeheerdersgedeelte als het klantgedeelte; de keuze en de samenbouw van de beveiligingscomponenten, de geleiders, contactstoppen enzovoorts. Deze zijn beschreven in Nen-EN-IEC 61439-4. In Nen 1010, bepaling 704, staan vervolgens de eisen beschreven aan de bouwkast om deze op een bouwplaats toe te passen en ermee een veilige installatie te realiseren.

Schakelen en scheiden

Elke schakel- en verdeelinrichting moet zijn uitgerust met een lastscheider op de inkomende voeding. De bouwkast moet zo worden geplaatst dat deze ook goed bereikbaar is (tijdens werkuren). Bij een calamiteit kan de installatie dan snel spanningsloos worden gemaakt. Buiten werktijd moeten sommige installaties, zoals een bronbemaling, wellicht toch in werking blijven. Sommige bouwkasten hebben daarvoor dan een speciale aansluiting die onder spanning blijft staan. Een klantdeel zoals dat soms toch wordt toegepast, een verdeelinrichting met alleen mespatroonscheiders, voldoet niet aan de eis van scheiden.

Selectiviteit

De hoofbeveiligingen van het netbedrijf (in het netgedeelte) moeten selectief zijn met de beveiligingen in het klantgedeelte. Deze moeten daarna uiteraard weer selectief zijn met de overstroombeveiligingen in de daarop aangesloten bouwkasten. Selectiviteit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door smeltpatronen van het zelfde type toe te passen van steeds ‘twee stappen’ lager. Bijvoorbeeld 35 A als hoofd-beveiliging en 16 A als onder-beveiliging. Als een combinatie van mespatronen (netbedrijf) en installatieautomaten (klantdeel) wordt toegepast, of alleen installatie-automaten in alle onderverdeelinrichtingen, dan is selectiviteit niet gegarandeerd, ondanks het kiezen van lagere nominale waarde van de installatieautomaten in de onderverdeler. Fabrikanten verstrekken selectiviteitstabellen waaruit is af te lezen tot welke foutstroomwaarde installatieautomaten onderling selectief zijn.

Aardlekschakelaars

Contactdozen Ιn ≤ 32A op bouwkasten moeten worden beveiligd door een aardlekschakelaar Ιn ≤ 30 mA. Contactdozen met een grotere nominale stroomwaarde, door een aardlekschakelaar Ιn ≤ 300 mA. Een uitzondering mag worden gemaakt voor contactdozen die worden toegepast om door te lussen, als deze constructieve voorzieningen hebben om onbedoeld gebruik tegen te gaan. Deze voorziening moet voorkomen dat hierop een elektrische toestel kan worden aangesloten. Dit kan door cee-contactstoppen met een afwijkend klokgetal toe te passen of door hierop een slot te plaatsen. De cee-contactstoppen die gangbaar zijn hebben een klokgetal van 6-uur. Een alternatief kan zijn het gebruik van cee-contactstoppen 3-uur. In de meeste bouwkasten worden echter alle contactstoppen wel met een klokgetal van 6-uur toegepast, waardoor de uitzondering niet van toepassing is. Het resultaat daarvan is dat ook de doorlus-contactstop achter een aardlekschakelaar moet worden aangesloten en als meerdere bouwkasten worden doorgelust, er een scala aan aardlekschakelaars in serie komen te staan.

Dit heeft de volgende nadelen:

  • Bij een aardfout in een aangesloten toestel kunnen willekeurig en meerdere aardlekschakelaars uitschakelen. Een groot gedeelte van de installatie kan daardoor onbedoeld uitschakelen. Dit kan gedeeltelijk worden voorkomen door in de ‘hoofd’-kast een selectieve aardlekschakelaar of een instelbare aardlekschakelaar te plaatsen. Echter de daarop aangesloten doorgeluste onderverdeelinrichtingen zijn dan nog steeds niet selectief.
  • Steeds vaker worden toestellen en machines aangesloten met elektronica; frequentieregelaars, led-drivers en dergelijke. Al deze toestellen veroorzaken capacitieve stromen. Te veel aangesloten elektronische toestellen of toestellen die HF-werken, zoals f-regelaars, zullen aardlekschakelaars onbedoeld uitschakelen.

De leiding naar een vaste aansluiting in een bouwkast hoeft niet te worden beveiligd door een aardlekschakelaar. Dit kan echter wel nodig zijn als het netbedrijf geen veiligheidsaarding aanbiedt, ofwel als een TT-stelsel moet worden toegepast. Netbedrijven zijn verplicht een veiligheidsaarding aan te bieden (TN-stelsel) bij aansluitingen Ιn > 80A.
Als geen aardlekschakelaar in de hoofdverdeelinrichting wordt toegepast, dan moet een aardsysteem ter plaatse een zeer lage aardverspreidingsweerstand (Ra) hebben. De waarde van Ra wordt bepaald door de toegepaste beveiligingen, maar zal wellicht ruim lager dan 1 Ω moeten zijn. Moeilijk en kostbaar om te realiseren in grote delen van Nederland door de grondgesteldheid. Door wel een (instelbare of selectieve 300 mA) aardlekschakelaar toe te passen, mag Ra veel hoger zijn en kunnen langere distributieleidingen op de bouwplaats mogelijk worden gemaakt.

Aansluiten vereffening

Als leidingen op een bouwplaats over een stalen steiger lopen, dan moet de steiger worden vereffend. Ook kan vereffenen nodig zijn bij andere vreemd geleidende delen, zoals stalen constructies en damwandprofielen. Een bouwkast moet daarom beschikken over een aansluitmogelijkheid om een vereffeningsleiding op aan te sluiten. Er zijn bouwkasten verkrijgbaar met en zonder deze voorziening.

Tekst: Anton Kerkhofs
Fotografie: iStock

In deze rubriek, tot stand gekomen in samenwerking met de afdeling Techniek & Markt van Techniek Nederland, behandelen wij actuele technische onderwerpen waar installateurs in hun vak mee te maken kunnen krijgen. Heeft u ook een Hot topic? Stuur hem dan naar media@technieknederland.nl.