EW04 Omslag 600
Maart 2021

Zonnesector groeit door ondanks corona

Nationaal Solar Trendrapport 2021

14 01

Al vele jaren zit de groei er bij zonnestroom goed in. En niets wijst erop dat er een einde komt aan die trend, zo blijkt uit het Nationaal Solar Trendrapport 2021 van Dutch New Energy Research. Het zijn geen verrassende, maar wel opwekkende resultaten die het rapport vermeldt. Zelfs de coronacrisis had geen effect op de groeicurve die al jarenlang maar een richting kent: de weg naar boven.

Alsof Covid-19 niet bestond, groeide de Nederlandse zonnesector vorig jaar met maar liefst 41 procent. Volgens het Nationaal Solar Trendrapport 2021 van onderzoeksbureau Dutch New Energy Research werd er voor 2,9 GWp aan zonnepanelen geïnstalleerd. Hierdoor werd in Nederland de symbolische grens van 10 GWp aan geïnstalleerd vermogen doorbroken. Echt als een verrassing kwam het niet; het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voorspelde het begin 2020 al. Als de voortekenen niet zouden bedriegen, moest het geïnstalleerde vermogen aan zonnepanelen in 2020 volgens het planbureau groeien naar 9 GWp. En dat gebeurde dus ook; het geïnstalleerde vermogen ging er zelfs dik overheen. Het Nationaal Solar Trendrapport 2021 is een publicatie van Dutch New Energy (DNE) Research. DNE Research publiceert jaarlijkse sectorrapporten over onder meer zonne-energie, warmtepompen, warmtenetten en slimme verlichting. De rapporten bevatten uitgebreide historische marktgegevens en geven inzicht in trends, potentie en uitdagingen, en worden om die reden door marktpartijen, politiek, beleidmakers als uitgagspunt gehanteerd.

Het aantal huishoudens dat beschikt over een pv-installatie passeerde de grens van 1 miljoen

Groei op alle fronten

Een belangrijk aandeel in de groei heeft de zonnesector te danken aan huiseigenaren. In 2020 passeerde het aantal huishoudens dat beschikt over een pv-installatie voor het eerst de grens van 1 miljoen. Daarmee kwam het totaal geïnstalleerd vermogen in de residentiële sector op 1,1 GW. Vorig jaar waren consumenten meer thuis, wat er volgens de onderzoekers mede aan bij heeft gedragen dat bewoners en masse besloten de eigen woning te verbeteren en te verduurzamen. De commerciële sector had vorig jaar weliswaar last van leveringsproblemen en lockdowns, maar tegelijkertijd wisten de commerciële projecten zich gesteund door de verruiming van de deadline voor het afgeven van subsidie. En zo werd er ook in een jaar waarin velen vreesden voor een sterke terugval als gevolg van de pandemie, toch 1,8 GW aan nieuwe capaciteit in deze sector gerealiseerd. In het rapport wordt de verwachting uitgesproken dat de groei zich in 2021 doorzet, mede doordat projecten die door de coronacrisis werden uitgesteld, dit jaar alsnog worden gerealiseerd.

14 02Overzicht probleem­gebieden netcapaciteit voor teruglevering op gemeenteniveau.

‘Prestatie van formaat’

De groei in 2020 mag dan met 41 procent een kleine 10 procent lager zijn dat het jaar daarvoor, bij de huidige marktomvang is dat nog altijd een prestatie van formaat, stellen brancheorganisaties Holland Solar en Techniek Nederland bij de presentatie van het rapport. ‘Bij aanhoudende jaarlijkse toevoeging op dit niveau hebben de commerciële en residentiële sector samen de potentie om de huidige ambitie voor zonnestroomcapaciteit uit het klimaatakkoord ruim voor 2030 te bereiken.’ Om het vorig jaar in Nederland geïnstalleerd vermogen van 2,9 GW in perspectief te plaatsen: wereldwijd kwam het nieuw geïnstalleerd zonnestroomvermogen in 2020 uit op 126 GW. Dit is een groei van 13 procent ten opzichte van 2019. Na twee jaar van stabiele jaarlijkse toevoegingen werd er in 2020 dus weer meer nieuw zonnestroomvermogen bijgeplaatst. Het totaal geïnstalleerd vermogen groeide zo met 20 procent naar 750 GW.
Een kleine domper op de feeststemming in ons land is de toename van het aantal probleemgebieden op het elektriciteitsnet. In 2020 kwamen er opnieuw regio’s bij met beperkingen voor levering aan het elektriciteitsnet. Tegelijkertijd werd de beperking in een aantal gebieden teruggebracht van congestie naar beperkte ruimte op het net. Het in gebruik nemen van de zogenaamde spitsstrook met het loslaten van de ‘n-1’-redundantie-eis zal verder moeten bijdragen aan het verminderen van transportproblematiek, tot er voldoende nieuwe netcapaciteit wordt gerealiseerd.
Met name het voorkomen van congestie vraagt om nieuwe oplossingen op het gebied van slim balanceren van vraag en aanbod en bredere toepassing van opslag, stelt Holland Solar. Met deze oplossingen wordt in buurlanden als België en Duitsland volop geëxperimenteerd. Naast het belang van extra verbindingen op het elektriciteitsnet moet elektrificatie van warmte en mobiliteit zorgen voor verbinding tussen de verschillende onderdelen van het energiesysteem, om zo honderd procent duurzame energie mogelijk te maken.

Elektriciteitswet

Wat de groei ook nog enigszins zou kunnen temperen is het voorstel om de Elektriciteitswet te wijzigen. Het parlement moet zich binnenkort over dit voorstel buigen. Dit zet met name de groei van de residentiële sector onder druk, want een gevolg zal zijn dat de terugverdientijd voor een pv-investering langer wordt. Aanvaarding van de wetswijziging resulteert namelijk onder andere in de afbouw van het gedeelte zelfopgewekte stroom dat kan worden gesaldeerd met het eigen verbruik. Voor een huishouden met een installatie van 3 kWp en een gemiddeld eigen verbruik zou de terugverdientijd hiermee oplopen naar tien jaar in 2031. Bij een hoger aandeel eigen verbruik loopt de terugverdientijd voor pv-installaties slechts beperkt op of blijft die gelijk. Maar om een hoger aandeel eigen verbruik mogelijk te maken, moet er wel extra worden geïnvesteerd in opslag of slimme technieken.
Financiële afwegingen wegen het zwaarst bij het maken van de investeringsbeslissing onder consumenten, zo blijkt uit het onderzoek van DNE Research. De helft van de consumenten geeft aan dat zij een terugverdientijd van minder dan zes jaar als acceptabel zouden beschouwen. Dat de overige helft instemt met terugverdientijden boven de zes jaar of zelfs boven de acht jaar, geeft aan dat een eventueel nieuwe Elektriciteitswet niet direct de groei in de residentiële sector hoeft te drukken. Pas bij een terugverdientijd van meer dan tien jaar zien consumenten af van investeringen in zonnestroom. Op de langere termijn wordt extra aandacht voor het financieel aantrekkelijk houden van verduurzamingsinvesteringen wel van belang, stellen de rapporteurs. Overigens staat een op de drie Nederlanders open voor een investering in zonnepanelen. Door de financiële voordelen van een dergelijke investering beter over te brengen, bijvoorbeeld door de nu vaak onderschatte levensduur van een pv-systeem toe te lichten, zou dit kunnen oplopen tot twee op de drie, verwachten de onderzoekers.

14 03

Zonneparken

Uit het overzicht van de projecten waarvoor SDE+-subsidie is toegekend, blijkt dat er voor 5 GW aan projecten inmiddels is aangesloten en er nog voor bijna 11 GW aan zonnestroomvermogen in ontwikkeling is. Van de gerealiseerde projecten voert het zonnepark Stadskanaal van 89,1 MWp de top tien aan. Zonnepark Venekoten en Zonneakker Voorst volgen met respectievelijk 50 en 45,2 MWp op de tweede en derde plaats. Komend jaar moeten er nog enkele forse projecten worden opgeleverd. Zonnepark Dorhout Mees bij Biddinghuizen is straks goed voor maar liefst 148 MWp. Zandwinningsbedrijf Kremer wil medio volgend jaar een drijvend zonnepark bouwen op de Zuidplas in Sellingerbeetse. Het zonnepark wordt ontwikkeld door energiebedrijf GroenLeven uit Heerenveen en heeft een vermogen van 48 MWp.
Met al die groeicijfers en de grote projecten die nog in uitvoering zijn, zou je bijna over het hoofd zien dat het aandeel zonnestroom in de Nederlandse elektriciteitsmix nuchter beschouwd nog erg bescheiden is. In 2019 kwam 4,8 procent van de netto elektriciteitsproductie voor rekening van zonnestroom. In 2020 leverde zonnestroom op basis van een geïnstalleerd vermogen van 10,1 GWp een productie van 7,92 TWp, ofwel 6,6 procent van de netto elektriciteitsproductie. Daarmee komt het totale aandeel van hernieuwbare bronnen voor 2020 op 26 procent van de opgewekte elektriciteit.

‘Inmiddels zorgt de sector voor zo’n 24.800 voltijdsbanen’

Rolf Heynen, directeur van DNE Research, wijst erop dat ‘Nederland in de Europese top-5 staat van landen met de meeste zonnepanelen. ‘Op Duitsland na is er zelfs geen enkel ander land met zoveel panelen per inwoner. Met de vorig jaar bereikte mijlpaal van ­1 miljoen woningen met panelen op het dak, mag worden geconcludeerd dat de zonnerevolutie breed wordt gedragen. Daar komt nog bij dat de solarbranche een flinke bijdrage levert aan de werkgelegenheid. Inmiddels zorgt de sector voor zo’n 24.800 voltijdsbanen.’ De groei van de werkgelegenheid is overigens wel enigszins aan het afnemen, maar van een afvlakking is nog beslist geen sprake. Klom het aantal FTE-banen in 2018 nog op tot 15.900 banen, een verdubbeling bijna ten opzichte van 2017, in 2019 groeide de werkgelegenheid in de sector naar ruim 22.000 en vorig jaar dus naar bijna 25.000.

Stroomprijs

2020 was een jaar met sterke schommelingen voor de stroomprijzen op de day-ahead-markt (APX). Tussen januari en april zakte de prijs van zonnestroom van 37 euro/MWh naar slechts 13 euro/MWh, als gevolg van een ingezakte vraag en groot aanbod. In deze periode werd Nederland hard geraakt door Covid-19 en was er tegelijkertijd een grote hoeveelheid zonlicht. In mei, wat een zonnigere maand was dan april, ­begonnen de stroomprijzen weer te stijgen en daalde het verschil tussen de prijs van zonnestroom en de gemiddelde stroomprijs.

Tekst: Mari van Lieshout
Fotografie: iStock, Dutch New Energy Research

Meer weten over de nieuwste installatietechnieken en de laatste richtlijnen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis tweewekelijkse nieuwsbrief.