EW04 Omslag 600
Mei 2017

Aandacht voor risico's collectieve rookgasafvoer

Infoblad en handreiking voor veiliger rookgasafvoeren woongebouwen

rookgasafvoer

Onlangs nog belandden vijftien bewoners van een appartementencomplex in Amsterdam in het ziekenhuis na het inademen van koolmonoxide (CO). Het giftige gas kwam vrij bij werkzaamheden aan de gemeenschappelijke rookgasafvoer. Het ongeluk toont wederom aan hoe risicovol lekkende rookgasafvoeren in gestapelde bouw zijn. Betere voorlichting kan veel leed voorkomen, en een nieuwe handreiking en infoblad helpen daarbij.

In het najaar van 2015 presenteerde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid het inmiddels beruchte rapport over het koolmonoxidegevaar.

De schokkende conclusie was dat het merendeel van de ongelukken met koolmonoxide het gevolg is van slecht onderhouden cv-toestellen. Het rapport was voor het ministerie van BZK dat verantwoordelijk is voor de Bouwregelgeving aanleiding nadrukkelijk te kijken naar de risico's die er zijn met collectieve rookgasafvoeren (RGA) van de gestapelde bouw.

Het onderzoek waarbij een groot aantal partijen was betrokken, waaronder UNETO-VNI, moest resulteren in een handreiking en een infoblad 'De veiligheid van collectieve rookgasafvoeren in woongebouwen'. Het afgelopen jaar werkte het ministerie van BKZ hieraan en beide documenten zijn nu gereed.

Gestapelde bouw

De handreiking is bedoeld voor professionele VvE-beheerders en verhuurders en het infoblad voor appartementeigenaren. Het infoblad heeft vooral een voorlichtend karakter, het moet de risicoperceptie verhogen maar ook perspectief tot handelen bieden. Het probleem in de gestapelde bouw met een VvE is onder meer dat de rookgasleidingen door schachten lopen en vrijwel altijd aan het zicht onttrokken zijn. Door de vele varianten die zich kunnen voordoen, is het voor een leek niet eenvoudig om de eigen situatie goed in beeld te brengen. Daarnaast vraagt het beoordelen of de verschillende componenten van de installatie in goede staat zijn en of de combinatie van componenten een veilige situatie waarborgen, de expertise van een erkend installateur of installatie-adviseur.

Verschillende eigenaar

‘Maar er is nog een andere complicerende factor,' vertelt Fred Vos van UNETO-VNI. 'De cv-ketel is vrijwel altijd eigendom van de eigenaar van het appartement, terwijl de centrale voorzieningen eigendom zijn van de VvE. De installateur krijgt meestal van de eigenaar van het appartement de opdracht om de ketel te vervangen of te onderhouden. Maar bij de ketel hoort ook de rookgasafvoer. Met het bestuur of een vertegenwoordiger van de VvE heeft de installateur op dat moment geen contact. Het is belangrijk dat juist op die momenten ook het contact met de VvE tot stand wordt gebracht. De handreiking en het infoblad, documenten waarin dus zowel de eigenaar van het appartement als de VvE wordt gewezen op het belang van goed functionerende RGA's, kunnen daarbij heel goed hun dienst bewijzen. Juist omdat niet de belanghebbende installateur maar een neutrale partij als de Rijksoverheid op de risico's wijst.'

Toekomstvisie

In de handreiking wordt de VvE opgeroepen een langetermijnvisie en uitvoeringsplan op te stellen. Daarbij kan worden nagedacht over vragen als hoe te handelen als een van de individuele cv-ketels moet worden vervangen. Zijn in die gevallen aanpassingen van het collectieve rookgasafvoersysteem nodig.

Is het wellicht mogelijk om van collectieve rookgasafvoer en luchttoevoer over te stappen naar individuele rookgasafvoer en luchttoevoer? Ook wordt VvE's gevraagd na te denken over eventuele gefaseerde vervanging van ketels, welk type (energiezuinige) verwarming voor de toekomst de voorkeur heeft en welk type verwarmingstoestel daarbij past. Door het ontwikkelen van een toekomstvisie voor de installatie en alle op de collectieve rookgasafvoer aangesloten woningen, wordt voorkomen dat er ad-hoc een maatregel wordt uitgevoerd wanneer er snel een ketel moet worden vervangen. Want in zo'n situatie is het niet ondenkbaar dat de installateur voor een optie kiest die achteraf niet past in een meer structurele, toekomstgerichte oplossing. VvE's wordt ook opgeroepen hiervoor de nodige middelen te reserveren. Belangrijk is verder dat RGA's worden opgenomen in een onderhoudsplan, bij voorkeur vastgelegd in het meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Een MJOP biedt de structuur om de momenten van onderhoud en vervanging vast te leggen en de kosten en investeringen voor deze activiteiten te begroten en mee te nemen in een financieringsplan.

Probleem benoemen

Installateurs doen er goed aan de handreiking in elk geval onder de aandacht van de VvE's te brengen aan wie zij hun diensten nu al aanbieden, stelt Vos: 'De Rijksoverheid heeft uiteraard de documenten op hun site staan, maar communiceert niet actief met de VvE's. We ontwikkelen momenteel een toolbox voor de maatregelen die installateurs kunnen nemen om de kans op koolmonoxide te verminderen. De handreiking en het infoblad zijn twee van de instrumenten die in de toolbox worden opgenomen.'

‘Het probleem is ernstig, maar wat het vooral lastig maakt is het probleem aan de orde te stellen’, zegt Vos. ‘Een installateur die tegen de eigenaar van een appartement zegt dat hij graag een andere ketel wil plaatsen, maar dat er nog wel een flink bedrag bij zal komen voor de aanpassing of vervanging van de RGA, zal die opdracht makkelijk mislopen. Zo'n publicatie kan het VvE-bestuur helpen de leden als het ware tot de orde te roepen’, raadt hij installateurs aan. ‘Want bij veel VvE's loopt het verre van soepel; scheve gezichten, onenigheid of zelfs verwijten over van alles en nog wat. Zie in zo'n situatie maar eens aandacht te krijgen voor een RGA die nodig moet worden aangepakt. Wellicht dat een installateur die wijst op de publicatie net dat duwtje kan geven.'

Niet zo nauw

Dick Gunst van installatiebedrijf Gunst Warmtetechniek uit Den Haag heeft veel te maken met eigenaren die hun ketel moeten aansluiten op een collectieve rookgasafvoer. ‘Ik loop veel tegen situaties aan waarbij een installateur – als die persoon die naam al verdient – het niet zo nauw heeft genomen met de voorschriften. Vooral als er wordt verketeld van vr-toestel naar hr-ketel ligt het gevaar op de loer.

Dan is er gewoon niet gekeken of het bestaande rookgasafvoerkanaal nog wel aan de kwaliteitseisen voldoet en of het kanaal er überhaupt wel voor geschikt was. Een hr-ketel die is aangesloten op een dunwandige rookgasafvoer of afvoerbuizen die horizontaal zijn gemonteerd. Dat soort zaken komen we maandelijks tegen.'

Het is volgens Gunst de adder die langzaam gegroeid is na het wegvallen van een effectieve controle op installatiewerk en die nu zijn giftanden laat zien. 'Iedereen mag een ketel kopen en zelf monteren als maar wordt voldaan aan de veiligheidseisen. Er zijn genoeg particulieren die zich goed hebben ingelezen en perfect een ketel hebben geïnstalleerd. Maar lang niet al die handige jongens hebben weet van montagevoorschriften en er is geen instantie die controleert.'

Gunst zegt dat hij niet eens een offerte voor het mon- teren van een nieuwe ketel uitbrengt, als hij vaststelt dat de bestaande RGA moet worden aangepast, maar daarvan nog niets bekend is bij de VvE. ‘In die situaties neem ik contact op met de VvE en dring er bij de eigenaar van het appartement op aan dat die druk uitoefent, zodat de VvE in actie komt.’ Als het allemaal geen succes heeft en de klant zoekt in arren moede zijn toevlucht tot iemand die de ketel wel op de bestaande rookgasafvoer wil monteren, zou zo'n bedrijf of klusser volgens Gunst aansprakelijk gesteld moeten worden voor de gevolgen als het fout gaat.

Verantwoordelijkheid nemen

Ook Gunst komt in lastige situaties. 'Een gezin met kleine kinderen wil je niet in de kou en zonder warm water laten zitten. In zo'n geval willen we nog weleens afspreken om toch te installeren, maar dan verbinden we aan de werking van de installatie een termijn. We plaatsen dan voor de zekerheid meteen ook een paar CO-melders. Zo neem je als installateur niet alleen je verantwoordelijkheid, maar heb je ook een verklaring op papier dat de klant weet dat er nog vervolgwerk moet komen.’

Vroeger kon een erkend gastechnisch installateur volgens Gunst nog een stookverbod opleggen; een formele aanzegging dat de klant het toestel niet meer mocht gebruiken. Dat middel staat installateurs niet meer ter beschikking. De eerdergenoemde toolbox zal onder andere rapportages bevatten om een gevaarlijk functionerend gastoestel buiten werking te stellen, dit vast te leggen en zo nodig door te melden naar het bevoegd gezag.

Gunst neemt nu al de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zijn klanten: ‘In situaties waarin het echt niet meer veilig is, waarin je al een paar keer hebt aangedrongen de installatie volgens de voorschriften aan te passen, maar de klant nog steeds niet de ernst van de situatie goed inschat, moet je toch wat. Dan zeg ik: het spijt me verschrikkelijk maar zo kunnen we niet verder. We zorgen dat u niet meer kunt stoken. U krijgt van mij een elektrisch kacheltje te leen, maar nu is het genoeg. En het gebeurt echt met grote regelmaat dat we dan de ketel loskoppelen van de gasleiding en de stekker van het toestel gaat. We knippen hem gewoon door.'

Tekst: Mari van Lieshout
Fotografie: Arno Massee, Bram Budel, Industrie