EW04 Omslag 600
April 2012

Fabrikanten anticiperen op normen installatiegeluid

EW_600x400Het aanbrengen van geluidsisolatie kan met een goed ontwerp en de juiste uitvoering vaak worden voorkomen.

De inwerkingtreding van het nieuwe Bouwbesluit op 1 april 2012, waarin nadere eisen zijn gesteld aan het maximale installatiegeluid, heeft fabrikanten van ventilatiesystemen gedwongen tot aanpassingen in hun ontwerpen. Met lagere luchtsnelheden, grotere diameters van luchtkanalen en grotere, stille ventilatoren proberen fabrikanten efficiënte en stille installaties te ontwikkelen.

In veel woningen, ruwweg de categorie opgeleverd tussen 1970 en 1990, is het vaak kiezen tussen twee kwaden: het voortdurende geruis van een ventilator die op de achtergrond meedraait of te weinig ventilatie en geen irritant gebrom. Installatiegeluid in de eigen woning, veroorzaakt door het eigen ventilatie- of verwarmingssysteem, heeft niet alleen in het verleden tot veel geluidoverlast gezorgd. Nog steeds liggen duizenden Nederlanders ’s nachts letterlijk wakker van installatiegeluid.

De regelgeving schoot lange tijd tekort. Er waren wel GIW-eisen voor maximaal installatiegeluid, en later werden ook door de Stichting Waarborgfonds Koopwoningen (SWK) eisen vastgesteld, maar weinig partijen maakten zich er druk om. Nog steeds voldoet in de praktijk amper 5 procent van de woninginstallaties aan de SWK-eisen. De wetgever heeft daarom ingegrepen en een geluideis van maximaal 30 dB(A) voor verblijfsruimten in het Bouwbesluit geïntroduceerd. Het Bouwbesluit 2012 heeft de eisen van het SWK overigens min of meer gevolgd.

Geluidsvoortplanting

Installatiegeluid kan de verblijfsruimten op twee manieren bereiken. Direct via geluiduitstraling van het toestel, of indirect via de kanalen en afzuig- en/of toevoerpunten. Het geluidsniveau in verblijfsruimten wordt bepaald door het geluidsvermogen van de installatie zelf, het gebruik van geluidsdempers in de luchtkanalen en de geluidsoverdracht via de bouwkundige constructie. Wanneer de geluidshinder wordt veroorzaakt door het brongeluid van cv-ketel of ventilatiebox, is in de meeste gevallen met aanvullende isolerende maatregelen, zoals een extra deur tussen overloop en zolder, het geluid tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Maar het blijft toch een beetje lapwerk dat met een goed ontwerp en de juiste uitvoering ook kan worden voorkomen.

De mate waarin het brongeluid kan worden gedempt hangt onder meer af van de weerstand die de luchtstroom in het systeem ondervindt. Bij hoge weerstanden zal het geluidsniveau in de verblijfsruimte toenemen. Om geluidoverlast van de eigen installaties te beperken, mag de systeemweerstand niet hoger zijn dan 150 Pa bij de maximale capaciteit. De eenvoudigste manier om dit te realiseren is het gebruik van ventilatiekanalen met grotere diameters. Daarnaast kan er ook voor worden gekozen het kanaalsysteem in meerdere strengen op te delen. Omdat de luchtsnelheid in het kanaal hierdoor lager is, is er ook minder weerstand. Daarnaast hebben het type ventilatiebox, de vorm, grootte en het aantal ventielen invloed op het geluidsniveau.

EW-600x400Het Air Excellent System van Brink Climate Systems wordt onder meer gekenmerkt door platte kunststof buizen.

Omloopgeluid

Geluidshinder kan tevens door omloopgeluid optreden. Hierbij valt te denken aan een installatie die vrij op de zolderverdieping staat, in combinatie met een open trap naar de onderliggende verdieping. Zonder maatregelen treedt in de verblijfsruimten vaak een hoger geluidsniveau dan 30 dB(A) op. Aanvullende bouwkundige maatregelen zijn dus noodzakelijk.

Welke acties moeten worden ondernomen, is afhankelijk van het bronvermogen van de installatie, de geluidabsorptie in de opstelplaats en afmetingen hiervan. Ook geluidsoverdracht via wanden en muren (trillingen) is een punt van aandacht. Geadviseerd wordt een ventilatietoestel te bevestigen op een voldoende stevige wand met een massa van minimaal 200kg/m2. Om aan de nieuwe eisen van het Bouwbesluit te voldoen moet al bij een bronvermogen van 55 dB(A) een opstelruimte voor de installaties worden gemaakt als op dezelfde bouwlaag ook verblijfsgebied aanwezig is. Is er geen verblijfsgebied op dezelfde bouwlaag aanwezig, dan zal bij een bronvermogen vanaf 65 dB(A) een opstelruimte moeten worden gerealiseerd.

Voor de opstelruimte gelden diverse randvoorwaarden wat betreft kierdichting, massa deur en de positie van de installatie. Bij lichte scheidingswanden (massa van ongeveer 70 kg/m2) moet de installatie niet aan een wand grenzend aan een verblijfsruimte worden gemonteerd. Daarnaast is in de meeste gevallen een geluidsdemper noodzakelijk.

EW-_600x400Nibe levert grote inspanningen om hun warmtepompen stiller te krijgen.

‘Waaier’

Een manier om de geluidsoverdracht tussen de verblijfsruimten te vermijden is een ontwerp waarbij de luchtkanalen niet van ruimte naar ruimte gaan. Het Air Excellent System van Brink Climate Systems is in tegenstelling tot de gangbare metalen luchttoevoerkanalen, waarop aftakkingen worden gemaakt die door verschillende kamers lopen, zo ontworpen dat er vanuit een luchtverdeelbox een waaier van ventilatiekanalen naar elke ruimte afzonderlijk loopt. Een van de voordelen hiervan is dat er geen geluidsoverdracht tussen kamers meer plaatsvindt. Door toepassing van een gladde antibacteriële en antistatische binnenlaag van de luchtverdeelslang heeft deze optimale hygiënische eigenschappen. De noviteit van Brink Climate Systems is een platte kunststofbuis van 60x130 mm. Ter vergelijking: gangbaar is een ronde luchtverdeelslang met een hoogte van 80 mm. Met de verlaging van de opbouwhoogte kunnen de buizen gemakkelijker in de betonnen vloer worden gestort. Dit waaiersysteem van kunststofbuizen biedt mogelijkheden om ventilatiesystemen makkelijker te ontwerpen. De luchthoeveelheid naar elke luchtverdeelslang is op de centrale luchtverdeelkast aan te passen, waardoor de luchttoevoer variabel kan worden geregeld.

Dat grotere ventilatoren en bredere kanalen niet per definitie de toepassingsmogelijkheden van de systemen beperken, bewijst de Renovent Sky, ook van Brink Climate Systems. Dit is een ventilatietoestel voor plafondmontage voor nieuwbouw en renovatie, ontwikkeld op basis van de Renovent Excellent. Door toepassing van de constant flow-regeling worden onafhankelijk van de weerstand in het kanaalsysteem de ingestelde luchthoeveelheden gegarandeerd. Uiteraard is ook de Renovent Sky voorzien van geruisarme en energiezuinige EC-motoren. Het geluidsniveau heeft Brink Climate Systems verder weten terug te dringen door de interne weerstand van het toestel te verlagen en een grotere warmtewisselaar toe te passen. Daarmee is het de producent gelukt een toestel te introduceren dat nu al ruim voldoet aan de toekomstige Europese eis van een maximaal verbruik van 1.000 J/m3.

Doordat de Renovent Sky aan het plafond wordt gemonteerd legt het toestel geen beslag op de opstellingsruimte, zoals in een berging van een appartement. Vanwege de geringe inbouwhoogte van 310 mm kan het toestel ook boven een verlaagd plafond of een systeemplafond worden gemonteerd. Overigens is  het toestel ook geschikt voor montage aan de wand. Evenals de Excellent is de Renovent Sky standaard voorzien van een 100 procent bypass-regeling wanneer het buiten warm is en de warmteterugwinning niet gewenst is.

Montage is belangrijk

Tijdens VSK 2012 vestigde Duco de aandacht op haar ‘geruisloze’ en energiezuinige afzuigunit Duco Box. Deze unit, overigens identiek aan de unit van Itho, is inderdaad een erg stille jongen. Maar, zo benadrukt de woordvoerder, voor het aantal decibel dat de unit produceert zijn de juiste montage en de keuze van de kanalen zeker zo belangrijk.

Producten die daar goed bij passen zijn bijvoorbeeld de dempers en isolerende buizen van Panflex (Master Iso Aks), die goed aansluiten op spirobuizen. Master Iso Aks is een binnenslang van een non-woven akoestisch materiaal in een stalen spiraal met daaromheen glaswol van 25 mm dikte en een buitenhoes van gewapend aluminium. De non-woven binnenslang is overigens alleen bedoeld om te voorkomen dat glaswoldeeltjes in de luchtstroom terecht kunnen komen. De Master Iso Ask wordt veel toegepast tussen spirobuis en ventilatieroosters.

IsoComplus is voor deze toepassing een nieuw product. Het betreft een assortiment geïsoleerde buizen, bochten en hulpstukken, dat eveneens bijzonder effectief is wat betreft geluiddemping. Door de speciale samenstelling van de buizen isoleren ze zowel thermisch als akoestisch. Bij het gebruik van Isocomplus+ daalt het geluid met 8 dB(A) in vergelijking met de huidige akoestisch geïsoleerde buizen. Naast de vermindering van het geluid biedt Iso-complus+ nog andere voordelen. Zo is het volgens de fabrikant vormvast dankzij de robuuste PE-buitenmantel. Het systeem gaat niet doorhangen en kent een snelle montage. De bijhorende manchetten zijn een vaste en zekere verbinding en tevens niet omgevingstemperatuurafhankelijk.

Veldtest

De groeiende populariteit van warmtepompen heeft ook adviseurs en installateurs veel alerter gemaakt op het voorkomen van geluidshinder. Nu valt het in de praktijk doorgaans best mee met het lawaai dat een compressor van een warmtepomp produceert, maar toch. Juist in de Nederlande situatie verdient dat aspect alle aandacht. In landen met een langere ‘warmtepompgeschiedenis’, zoals Duitsland of Oostenrijk, beschikken de woningen doorgaans over een royale technische ruimte die ver genoeg verwijderd is van de verblijfruimte om het gesnor nog als hinderlijk te ervaren.

Aardig in dit verband is een veldtest die werd uitgevoerd door Nieman Advies in een nieuwbouwwoning in Veendam. Deze veldtest, in een middenwoning, moest gegevens opleveren voor de installatietechniek van een te realiseren bouwplan waarbij in de trapkast van de woningen een Combi Nibe-warmtepomp moet komen. De hoofdaannemer, bouwkundig aannemer Trebbe Bouw uit Zwolle, vond het maar een riskant plan om de trapkast als opstellingsruimte te gebruiken. Vanuit de woonkamer is de trapkast immers direct toegankelijk. De aannemer wilde vooraf de garantie dat de plaats van de warmtepomp geen geluidshinder zou opleveren. De wanden van de trapkast hebben een standaarddikte van 70 mm en de trapkast wordt afgesloten met een standaardopdekdeur. Het geluid van de warmtepomp bleef ruim onder de 30 dB(A).

De resultaten verbazen Ronald Scheffer van Nibe in het geheel niet. ‘Aan de inspanningen die wij leveren om onze warmtepompen stil te maken, kan elke andere fabrikant een voorbeeld nemen. De vormgeving van de kast, het gebruik van flexibele leidingen vanaf de compressor, de wijze waarop de unit akoestisch is geïsoleerd, de dempers, de ophanging van de compressor, alles is uit te kast gehaald om het brongeluid van de compressor te isoleren en de overbrenging van het geluid te voorkomen. De aandacht voor de vormgeving en geluidreductie is deels ook te verklaren uit het feit dat in Zweden – het thuisland van Nibe – warmtepompen vaak in een bijkeuken worden opgesteld, dus dicht bij de leefruimte.’

Tekst: Mari van Lieshout
Fotografie: Industrie