EW02 Omslag 600
17 januari 2025

Collectieve rookgasafvoersystemen in gestapelde bouw vragen extra aandacht

Het falen van een CLV-systeem kan leiden tot gevaarlijke situaties

RGA

Sinds vorig jaar geldt een wettelijke Certificering en verplicht vakmanschap voor installatiebedrijven op basis van Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Die heeft ingrijpende gevolgen voor installatiebedrijven die actief zijn in gestapelde bouw, en specifiek voor installaties die gebruikmaken van collectieve rookgasafvoersystemen (CLV-systemen).

Dit type installatie wordt vaak toegepast in appartementsgebouwen en andere vormen van gestapelde bouw, waarbij meerdere woningen gebruikmaken van een gemeenschappelijk rookgasafvoerkanaal voor de afvoer van verbrandingsgassen, zoals koolmonoxide (CO).

Wat zijn de gevaren bij collectieve rookgasafvoersystemen

CLV-systemen zijn ontworpen om verbrandingsgassen veilig af te voeren. Bij gestapelde bouw zijn de eigenaren van de CLV verantwoordelijk voor het veilig functioneren van de installaties en het rookgasafvoersysteem in zijn geheel. Dit kan de bewoner zijn als er sprake is van een individuele rga, maar veel vaker is dat de VvE of woningbouwcorporatie. Deze collectieve systemen brengen extra uitdagingen met zich mee vanwege de gedeelde infrastructuur en de rookgassen die zich eventueel kunnen verspreiden via gemeenschappelijke kanalen voor meerdere wooneenheden. Het falen van een CLV-systeem kan leiden tot gevaarlijke situaties waarbij meerdere appartementen tegelijk worden blootgesteld aan koolmonoxide.

Terugstroming van rookgassen

De risico’s worden lang niet altijd (h)erkend en de kans op achterstallig onderhoud in de gestapelde bouw is aanzienlijk groter. Zo kan bij een lekkage of defect aan het CLV-systeem rookgas via de schacht terugstromen naar de woningen. Dit kan resulteren in verhoogde koolmonoxideconcentraties in meerdere appartementen tegelijk. Omdat lang niet overal CO-melders hangen, kan het lastig zijn om de bron van het probleem direct te identificeren, wat de situatie nog gevaarlijker maakt.

Onjuiste installatie of verouderde systemen

Ook maken vooral oudere appartementsgebouwen vaak nog gebruik van verouderde CLV-systemen, zoals de VR systemen. Installatiebedrijven moeten daarom alert zijn om verschillende systemen niet te mixen. Het vervangen van deze systemen staat beschreven in verschillende delen van de NPR 3378, onderdeel van het vakmanschap CO.

Verplichtingen eigenaren en installatiebedrijven

Om de risico’s te vermijden of te verhelpen hebben zowel de eigenaren als de installatiebedrijven een aantal verplichtingen. Zo vereisen CLV- vereisen aan het einde van hun levensduur regelmatige inspectie. Eigenaren van CLV’s moeten daarom zorgen voor grondige controles conform de fabrikantenrichtlijn of conform de norm. 
En net als bij individuele installaties geldt dat zodra er nabij de ketel een CO-concentratie van meer dan 20 PPM wordt gemeten, dit onmiddellijk moet worden gemeld aan de gemeente en de certificerende instantie. Bij CO-waarden boven de 5 PPM mag de ketel zelfs helemaal niet in bedrijf worden gesteld.

Handhaving door de gemeente

Bij meldingen van gevaarlijke CO-concentraties in de gestapelde bouw met CLV-systemen zal de gemeente mogelijk handhavingsmaatregelen nemen. Dit kan variëren van waarschuwingen tot het (tijdelijk) afsluiten van installaties of zelfs het ontruimen van woningen in extreme gevallen. Gemeentelijke Bouw- en Woningtoezicht afdelingen hebben deze taak, maar zijn niet intensief betrokken bij het stelsel.  Desalniettemin is een melding van belang omdat de gemeenten de enigen zijn die doorzettingsmacht hebben.

Wat zijn de gevolgen voor installatiebedrijven?

De wettelijke certificering heeft directe gevolgen voor installatiebedrijven die met CLV-systemen werken. De belangrijkste zijn:

  • Certificering en naleving:
    Bedrijven moeten gecertificeerd zijn volgens de nieuwe regelgeving om überhaupt werkzaamheden aan installaties te mogen uitvoeren. Dit houdt in dat zij moeten voldoen aan strikte eisen op het gebied van, aanleg en onderhoud van rookgasafvoersystemen.
  • Samenwerking met de Vereniging van Eigenaren (VvE):
    Bij gestapelde bouw is de VvE verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke ruimtes en systemen. VvE’s moeten daarom nauw samenwerken met installatiebedrijven om ervoor te zorgen dat onderhoud en eventuele aanpassingen aan de rookgasafvoersystemen op tijd en conform de regelgeving worden uitgevoerd. Problemen in de communicatie met de VvE kunnen leiden tot vertragingen in het onderhoud en kunnen zo gevaarlijke situaties veroorzaken. De overheid heeft 2 documenten gemaakt om de VvE’s in deze rol te ondersteunen: Handreiking en infoblad gemeenschappelijke rookgasafvoeren.