EW04 Omslag 600
10 november 2018

Doekle Terpstra nog vier jaar voorzitter Techniek Nederland

Florissante toekomst voor technieksector

Doekle Terpstra voorzitter Techniek Nederland

Doekle Terpstra is ook de komende vier jaar het gezicht van Techniek Nederland. De Ledenraad van de techniekkoepel stemde vandaag unaniem vóór de herbenoeming van de voorzitter. Dat maakt de brancheorganisatie bekend op haar website. De tweede termijn van Terpstra gaat in op 1 februari 2021.

Erik van Engelen, algemeen directeur van Techniek Nederland, is blij dat de voorzitter en de leden hebben gekozen voor een tweede termijn van vier jaar. ‘Ik kijk ernaar uit de goede samenwerking met Doekle voort te zetten. We gaan ook de komende jaren veel bereiken voor onze leden.’

Verbinding zoeken

Terpstra is verheugd over het vertrouwen dat hij krijgt van de leden. ‘We hebben de afgelopen tijd veel bereikt. Techniek staat hoog op de agenda, onze zichtbaarheid is fors toegenomen.’ De komende vier jaar wil hij nóg meer dan nu al het geval is de verbinding zoeken met andere partijen. ‘Ik verwacht met constructieve ideeën veel voor elkaar te kunnen krijgen in Den Haag, in de regio’s én in Brussel. Met onze oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken kunnen we het verschil maken.’

Florissante toekomst technieksector

Volgens Terpstra is de toekomst van de technieksector florissant. Op korte termijn zijn er zorgen door de coronacrisis. Daarna heeft volgens hem geen enkele sector zoveel perspectief als de techniek. ‘Techniek is onmisbaar bij de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd. Denk aan het klimaat, aan de zorg en aan de bereikbaarheid van onze steden.’

Coronacrisis en klimaat

Doekle Terpstra ziet voor de volgende termijn van zijn voorzitterschap twee belangrijke thema’s; de coronacrisis en het klimaat. Op korte termijn wil hij de installatiebranche en de technische detailhandel zo goed mogelijk door de coronacrisis loodsen. ‘De orderportefeuilles van onze leden zijn nog redelijk op peil, maar we kijken bezorgd naar 2021. Extra investeringen in verduurzaming van de gebouwde omgeving, de infra en de industrie kunnen de effecten van de coronacrisis beperken. Als we nú investeren, werken we aan de doelen van het Klimaatakkoord en creëren we tegelijkertijd werkgelegenheid.’