EW04 Omslag 600
5 oktober 2018

Minister Wiebes geeft fluitsignaal voor tweede ronde sectortafels

wiebes

In een brief aan de Tweede Kamer gaat minister Wiebes (EZK) namens het kabinet in op de voorstellen voor de hoofdlijnen van een Klimaatakkoord die hij afgelopen zomer kreeg overhandigd door de voorzitter van het Klimaatberaad. Hij schrijft blij te zijn dat het is gelukt in zo’n korte tijd met zo veel partijen een gezamenlijk voorstel te maken, maar dat er  ‘stappen gezet moeten worden’, alvorens het kabinet het voorstel uit kan werken in concrete instrumenten en acties.

Wiebes schrijft de brief op basis van de analyse die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) maakten van de voorstellen van de vijf sectortafels van het Klimaatberaad. Daaruit blijkt volgens de minister dat partijen met de voorstellen voor hoofdlijnen op koers liggen en de reductiedoelstelling van 49% in 2030 binnen bereik is. Om in alle sectoren de verdere uitwerking mogelijk te maken, zullen alle partijen echter meer duidelijkheid moeten bieden over de inzet die zij zelf gaan plegen en waar men elkaar uiteindelijk aan kan houden.

Fluitsignaal

Met deze brief geeft het kabinet vooral het fluitsignaal voor de tweede ronde gesprekken aan de sectortafels en in het Klimaatberaad, zoals de minister het noemt in de brief. Het PBL schat in de eerste analyse de kosten voor de energietransitie op basis van het voorstel op ruwweg 3,0 tot 3,9 miljard euro op jaarbasis. Het kabinet vraagt de tafels om in de tweede ronde nog meer aandacht te besteden aan kostenreductie. In de keuzes die er de komende maanden zullen worden gemaakt, moet een balans worden gevonden tussen normeren, beprijzen en subsidiëren. Volgens de minister ligt het accent in de voorstellen nu te op zwaar op subsidiëring.

Haalbaar en betaalbaar

Het kabinet vindt het belangrijk dat de transitie voor ieder huishouden en iedere Nederlander haalbaar en betaalbaar blijft. De analyses geven volgens hem onvoldoende duidelijkheid over de lasten- en inkomenseffecten voor huishoudens en bedrijven. Deze zullen bij de doorrekening van het eindvoorstel inzichtelijk gemaakt moeten worden. Dat is belangrijk voor het maatschappelijk draagvlak en weegt zwaar mee in het eindoordeel van het kabinet.

Gebiedsgerichte aanpak

Dat draagvlak geldt bij uitstek voor de gebouwde omgeving. In de voorstellen van de sectortafel Gebouwde omgeving staat een gestructureerde gebiedsgerichte aanpak centraal, waarbij gemeenten de regie voeren over de verduurzaming en het aardgasvrij maken van wijken. Deze wijkgerichte benadering is in de visie van het kabinet cruciaal. In het kader daarvan noemt de minister in de brief de 120 miljoen die het kabinet beschikbaar heeft gesteld voor de eerste 27 proeftuinen voor aardgasvrije wijken.

Verlaging verhuurdersheffing

Corporaties spelen in het aanjagen van de transitie een belangrijke rol. Het kabinet zal per 2019 een structurele verlaging van de verhuurderheffing van € 100 miljoen per jaar doorvoeren om de investeringscapaciteit van de corporaties te vergroten, zo kondigt Wiebes aan in de brief aan de Kamer.

Verlaging energiebelasting

Het kabinet deelt het idee van de sectortafel gebouwde omgeving dat een geleidelijke aanpassing van de energiebelasting de energietransitie in de gebouwde omgeving versnelt en verduurzamingsmaatregelen meer lonend maakt. Voor warmtebedrijven wordt de exploitatie van warmtenetten eerder rendabel en voor huishoudens worden duurzame alternatieven als elektrisch koken en verwarming met een (hybride) warmtepomp en zonneboiler financieel aantrekkelijker. De door de tafel voorgestelde aanpassing van de energiebelasting vindt het kabinet evenwel te groot. Het kabinet vraagt daarom te komen met nieuwe voorstellen voor zo’n aanpassing, waarbij deze per saldo tot een lastenverlichting voor huishoudens zou moeten leiden. Ook vraagt het kabinet om de inkomenseffecten voor met name de lagere inkomens mee te wegen, evenals de kosten voor scholen, ziekenhuizen en andere utiliteitsbouw.

Gebouwgebonden financiering

Het kabinet vindt verder dat het door de sectortafel aangedragen instrument van de gebouwgebonden financiering niet fiscaal kan worden ingepast. Het kabinet zal in samenspraak met de sectortafel onderzoeken hoe gebouwgebonden financiering zonder fiscale aftrekbaarheid van de rente voldoende kan concurreren met andere financieringsinstrumenten en al bestaande duurzaamheidsleningen om de ondersteuning van gebouweigenaren langs een andere weg vorm te geven.

Deadline:1 december

Wiebes geeft in de brief aan dat hij de sectortafels een strakke deadline van 1 december heeft gegeven om met nader uitgewerkte voorstellen te komen. Van dit eindvoorstel zal een doorrekening van het integrale pakket aan maatregelen door het PBL in samenwerking met het CPB plaatsvinden, waarin gekeken wordt naar de verwachte CO2-reductie, de kostenefficiëntie, de budgettaire effecten en de lasten- en inkomenseffecten.