EW04 Omslag 600
17 december 2019

Via het dak naar binnen

Hoe sluit je rijtjeswoning aan op warmtenetwerk?

gevel.JPG

De werkgroep Innovatie en Techniek van Stichting Warmtenetwerk heeft nieuwe concepten ontwikkeld voor het sneller, veiliger en goedkoper aansluiten van bestaande rijtjeswoningen op warmtenetten. Cruciaal bleek het naar boven brengen van de warmte-aansluiting waar bij dit type woningen meestal de cv-ketel zich bevindt.

Reden voor het onderzoek is de toezegging door warmtebedrijven om vanaf 2025 een groei van 80.000 woningequivalenten per jaar te realiseren die worden verwarmd met stadswarmte. Omdat niet alleen nieuwbouwwoningen en galerijflats moeten worden aangesloten maar ook rijtjeshuizen, bleek er behoefte aan creatieve oplossingen. In bestaande rijwoningen is het namelijk vaak niet mogelijk of te kostbaar om een warmteafgifteset in de meterkast te plaatsen en de warmteleiding door de kruipruimte aan te leggen.

Via de gevel

Om de warmteleiding en afgifteset via de gevel op dakhoogte in de woning te brengen, bedacht de werkgroep vier varianten: in de vorm van een regenpijp, geïntegreerd in een dakgoot, via het knieschot of onder de daknok. Royal Haskoning DHV voerde een haalbaarheidsonderzoek uit naar deze varianten en tien woningcorporaties bekeken welke variant in de praktijk de voorkeur heeft. Royal Haskoning DHV concludeert dat de knieschotvariant technisch-economisch het best toepasbaar; de corporaties vinden die variant juist het minst preferent omdat die de meeste overlast op de zolder veroorzaakt voor de huurder. 

Conclusie

Eindconclusie van de werkgroep is dat alle varianten zinvol zijn, maar dat per situatie moet worden gekeken welke het meest geschikt is. Voor een huis in onbewoonde staat is dat de knieschotvariant. Als opschaaltempo belangrijk is, krijgt de regenpijpvariant de voorkeur. Hierbij is het namelijk mogelijk sommige huizen in een rij niet aan te sluiten, omdat ze onbewoond zijn of wanneer de eigenaar nog geen aansluiting wil.

Download hier het haalbaarheidsonderzoek en het marktonderzoek