EW04 Omslag 600
Mei 2022

Hoe te voldoen aan Nen 3140

Hot topic

54 01

Nen 3140 is de norm waarin de bedrijfsvoering van elektrische laagspanningsinstallaties staat beschreven. In 2019 verscheen de nieuwe editie Nen 3140+A3, maar wat betekent deze norm nu voor uw organisatie? ­Waaraan moet u voldoen en hoe regelt u dat in?

Vooropgesteld; een norm is geen wet. Maar de Arbowet en het Arbobesluit bevatten verschillende bepalingen die in Nen 3140 zijn uitgewerkt. Nen 3140 wordt gezien als de stand der techniek door de toezichthouder; de Nederlandse Arbeidsinspectie. De norm hoeft niet te worden toegepast als u het anders regelt, als het alternatief dan maar beter of minimaal gelijkwaardig is aan wat is beschreven in Nen 3140.
Als de norm in een zakelijke overeenkomst staat vermeld, zoals in polisvoorwaarden van verzekeraars of overeenkomsten met uw opdrachtgevers, dan is het toepassen wettelijk verplicht.

Onder bedrijfsvoering wordt in Nen 3140 verstaan:
• het veilig werken aan, met of nabij elektrische installaties en elektrische arbeidsmiddelen,
• het gebruik, het onderhoud en de inspectie en het beheer van elektrische installaties en elektrische arbeidsmiddelen.

Let op:
• ‘elektrische installaties’ omvat alle elektrische installaties; dus ook installaties in machines, productielijnen, meubilair, bouwplaatsinrichtingen enzovoort,
• ‘elektrische arbeidsmiddelen’ is (veel) meer dan slechts die zaken waar een 230 V-stekker aan zit, zoals soms wordt gedacht. Ook meetinstrumenten, PBM’s, een bouwlift, machines (ook vast aangesloten) vallen onder deze definitie.

In het Arbobesluit (bepaling 3.4 en 3.5) zijn de wettelijke verplichtingen beschreven. Nen 3140 vormt een goede manier – de stand der techniek – om hieraan te voldoen. Veiligheid begint bij een goede organisatie ofwel implementatie van Nen 3140 in het eigen bedrijf.

Gratis workshop

In samenwerking met Techniek Nederland biedt SBK Opleidingen gratis workshops aan, waarin de eisen aan medewerkers, organisatie en middelen uiteen worden gezet en toegelicht. Meer informatie: bit.ly/SBKnen3140

Medewerkerstraining

Medewerkers die bij hun werk te maken (kunnen) krijgen met een elektrische gevaar moeten hierover zijn geïnstrueerd. Zij moeten de gevaren herkennen en de eisen, de regels en bedrijfsvoorschriften kennen om het gevaar te minimaliseren. Vaak wordt gedacht dat deze medewerkers verplicht een Nen 3140-training moeten volgen en dat de organisatie vervolgens is gevrijwaard tegen aansprakelijkheid.

Dit is een onjuiste veronderstelling om twee reden:
• een instructie moet zijn afgestemd op de elektrische gevaren behorende bij de werkzaamheden die de medeweker verricht. Een heftruckchauffeur moet bijvoorbeeld leren hoe veilig om te gaan met een acculader, een operator hoe een thermisch pakket moet worden gereset, een pv-monteur hoe veilig te meten in DC-installaties onder spanning, een servicemonteur hoe installaties veilig te stellen enzovoort,
• implementatie van Nen 3140, wat de regelgeving voorschrijft, omvat veel meer dan alleen instructie. Instructie is het sluitstuk van bedrijfsvoering.

Aanwijzing Nen 3140

Elke medewerker die te maken (kan) hebben met een elektrisch gevaar moet door of namens de directie bevoegd worden gesteld. In Nen 3140 wordt deze schriftelijke manier van bevoegdstellen de ‘aanwijzing’ genoemd. Titels van aanwijzingen zijn:

• voldoende onderrichte persoon (VOP): een medewerker die voldoende is geïnstrueerd voor specifieke, eenvoudige (niet)elektrotechnische werkzaamheden en het gebruik van elektrische arbeidsmiddelen.
• vakbekwaam persoon (VP): persoon met een relevante opleiding of ervaring om zelfstandig (bepaalde, specifieke) werkzaamheden met een elektriciteitsrisico te verrichten. Denk hierbij aan elektro-servicemonteurs, TD-medewerkers enzovoort.
• werkverantwoordelijke (WV): persoon, aangewezen als direct verantwoordelijke voor de veiligheid bij werkzaamheden met een elektriciteitsgevaar. Deze persoon heeft als taak alles te regelen en te doen, zodat medewerkers veilig kunnen werken aan, met of nabij elektrische installaties en hiervan ook de naleving vaststellen door toezicht te houden en medewerkers te begeleiden.
• Installatieverantwoordelijke (IV): de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van elektrische installaties en/of elektrische arbeidsmiddelen, zodat de veiligheid hiervan is gewaarborgd. Taken zijn bijvoorbeeld onderhoud, inspectie en toezicht hierop organiseren, schema’s en tekeningen beheren en toestemming geven voordat er aan wordt gewerkt.

Op de aanwijzing VOP, VP, IV en WV (eventueel met een subnaam), moet ondubbelzinnig worden vastgelegd (zie voor het volledige overzicht Nen 3140, bijlage D):
• welke werkzaamheden, bevoegdheden en verantwoordelijkheden de medewerker krijgt,
• aan welke (delen van) installaties of arbeidsmiddelen hij mag werken,
• over welke gereedschappen en hulpmiddelen de medewerker de beschikking heeft.

Organisatie

Voordat er aanwijzingen aan medewerkers kunnen worden verstrekt, moet er beleid worden opgesteld. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld:
• het vastleggen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden van elke IV en WV,
• beschrijven van de taken van elke (groep van) medewerker(s) als VOP, VP, IV en WV,
• de inrichting van de BHV-organisatie,
• de eisen aan (de toegang) tot ruimten met een elektrisch gevaar,
• de communicatie tussen betrokkenen,
• de eisen aan veilige werkplekken (noodverlichting, werkruimte, vluchtwegen en dergelijke),
• passende, doelmatige veilige (meet)gereedschappen, hulpmiddelen, PBM’s kiezen en beschikbaar stellen,
• het beheer van- en de periodieke inspectie van elektrische installaties en -arbeidsmiddelen,
• het beheer van tekeningen, schema’s, handleidingen en overige technische documenten.

De dagelijkse praktijk

Het praktisch implementeren van Nen 3140 in de bedrijfsvoering vormt een belangrijk aandachtspunt. Maar liefst 80 procent van de ongevallen zijn gerelateerd aan een gebrekkige organisatie en competenties van medewerkers. Slechts 20 procent aan een gebrekkige staat van technische installaties en of arbeidsmiddelen.
Bijzondere aandachtspunten in de bedrijfsvoering vormen daarom het aanwijsbeleid waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van elke VOP, VP, IV en WV in de organisatie moeten zijn vastgelegd, gerelateerd aan de competenties. Ook het beschikbaar stellen van de juiste, passende veilige arbeidsmiddelen en zorgen dat de medewerkers goed zijn geïnstrueerd, vormen een actueel speerpunt in de veilige bedrijfsvoering.

Technieken

Om veilig te kunnen werken moet een medewerker de beschikking hebben over veilige (elektrische) installaties en arbeidsmiddelen. Dit klinkt logisch, maar hier gaat het toch vaak mis in organisaties. Niet alles wat te koop is (bijvoorbeeld handgereedschap, universeelmeter, kabelhaspel, aggregaat, PBM) is een passend, doelmatig en veilig arbeidsmiddel voor een medewerker.
In Nen 1010 en Nen 3140 zijn de gestelde eisen hieraan beschreven. Ook een handleiding van arbeidsmiddelen geeft duidelijkheid waarvoor een arbeidsmiddel (on)geschikt is.

Tekst en afbeelding: Anton Kerkhofs

Lees meer artikelen in het dossier Laagspanningsinstallaties

In deze rubriek, tot stand gekomen in -samenwerking met de afdeling Techniek & Markt van Techniek -Nederland, behandelen wij actuele technische onderwerpen waar installateurs in hun vak mee te maken kunnen krijgen. Heeft u ook een Hot topic? Stuur hem dan naar media@technieknederland.nl.