Omslag_EW05 600
April 2023

Is iedereen klaar voor all-electric?

20 01

De boodschap en het doel zijn duidelijk: bijna 7 miljoen woningen en 1 miljoen andere gebouwen in Nederland moeten in 2050 aardgasvrij zijn. De eerste stap ligt bij het verduurzamen van 1,5 miljoen huizen voor 2030. Een mega-operatie die gepaard gaat met vele vraagtekens. Is volledig overstappen op elektriciteit wel een duurzaam alternatief voor gas? En hoe zuinig is dat dan? Welke uitdagingen komen we tegen bij de overstap van aardgas naar elektriciteit? Tijd voor antwoorden.

Lectorenplatform Energievoorziening in Evenwicht (LEVE) schreef een whitepaper over het opwekken, gebruiken en transporteren van elektriciteit voor een all-electric warmtevoorziening. Daarin concludeerden de lectoren dat er op hoofdlijnen drie opties zijn voor de warmtevoorziening van aardgasloze gebouwen: warmtenet, duurzame gassen en all-electric. Vooral die laatste optie is voor veel woningeigenaren, vanwege het kostenplaatje, het interessantst. Niet meer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, maar je eigen energie opwekken met bijvoorbeeld zonnepanelen en groene stroom inkopen voor het deel dat je tekortkomt. Op termijn kun je zelfs je eigen opgewekte elektriciteit duurzaam opslaan voor later gebruik.

20 02

Cijfers

Nederlanders houden van cijfers én van besparingen. Vooral dat laatste wordt bij de overstap naar volledig elektrisch nog wel eens in twijfel getrokken. Want is all-electric wel zo zuinig? Gijs van Wijk, manager bij ThuisBaas, een sociale onderneming die werkt aan het energieneutraal en aardgasvrij maken van bestaande woningen, laat z’n rekenmachine erop los en weet dat een gemiddeld gezin altijd goedkoper uit is met all-electric. ‘Door de schommelingen in gas- en elektriciteitsprijzen kan het nog wat veranderen, maar de elektriciteitskosten voor de warmtepomp blijven altijd onder die van gas. Maar het voordeel zit vooral in het aantal zonnepanelen dat je plaatst en de energie die je zelf opwekt.’
Alle recente cijfers tonen aan dat Nederlanders steeds vaker overstappen op elektrische alternatieven. Zo zag branchevereniging Netbeheer Nederland in 2022 een historische groei van het aantal zonnepanelen, registreerde Milieu Centraal dat 85 procent van de verkochte kookplaten een elektrische is en bleek uit cijfers van de Nederlandse Verwarmingsindustrie dat er vorig jaar bijna 100.000 warmtepompen werden geïnstalleerd. Volgens voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland is dat een logisch gevolg van de stijgende gasprijs: ‘Daardoor is verduurzamen nog nooit zo lonend geweest.’

‘Er is een kennisachterstand bij gemeenten, adviseurs én installateurs’

Gebaseerd op deze cijfers willen we allemaal wel overstappen op all-electric. Maar is dat zomaar haalbaar? Wat betreft de geschiktheid van een woning die via een volledig elektrische oplossing wil verduurzamen, plaatst Van Wijk een kanttekening: ‘Bijna elke woning is in principe geschikt voor een all-electric oplossing. Waar vaak de uitdaging ligt, is of deze huizen de ruimte hebben om zelf alle benodigde elektriciteit op te wekken, bijvoorbeeld in de vorm van zonnepanelen op het dak. Een warmtepomp draaiende houden vereist namelijk al zo’n acht tot negen zonnepanelen. Voor de andere stroomvreters in huis heb je er minstens nog eens zoveel nodig. Een dak moet er dus wel op berekend zijn dat het zestien tot soms wel twintig panelen kan herbergen.’
Om all-electric echt zuinig en duurzaam te maken, voor zowel de gebruiker als het milieu, is zelfvoorzienend het sleutelwoord. Ook LEVE stelt dat er bij de overstap naar all-electric enkele dilemma’s tevoorschijn komen. Ze kaarten aan dat niet alleen het gebruik van aardgas voor CO2 -uitstoot zorgt, het opwekken van elektriciteit kan ook uitstoot met zich meebrengen, zoals bij gasgestookte of kolengestookte elektriciteitscentrales. Qua CO2-uitstoot is een all-electric oplossing volgens hen dus alleen zuiniger wanneer er alleen groene elektriciteit wordt opgewekt. Koopt een woningeigenaar gedachteloos stroom in dan kan hij of zij zelfs meer stikstofdioxide uitstoten dan wanneer de woning met een gasgestookte cv-ketel wordt verwarmd.

Gas versus stroom

Gemiddeld gasverbruik gemiddeld gezin: 1.192 m3 gas per jaar
1 m3 gas staat gelijk aan 9,769 kWh

1.192 m3 gas per jaar x 90 % rendement ketel = 10.480 kWh warmte
10.480 / 3 (rendement warmtepomp) = 3.493 kWh elektriciteit voor ­dezelfde hoeveelheid warmte.

Prijzen gebaseerd op het prijsplafond:
3.493 kWh x € 0,40 = € 1.397,20
1.192 m3 gas x € 1,45 = € 1.728,40 + netwerkkosten gas (Liander) € 240,17 + vastrecht gas € 71,88 (Vattenfall) = totaal gas € 2.040,45

Gas versus elektriciteit = 2.040,45 – 1.397,20 = € 643,25
Een gemiddeld gezin is dus op jaarbasis met elektriciteit € 643,25 goedkoper uit.

(bron: Milieu Centraal en De Energieconsultant)

20 04

Gaspitten versus koken op inductie

Onderdeel van het huis elektrificeren is het vervangen van de kookplaat, een kleinverbruiker op de jaarlijkse gasrekening. Waar de aanschaf van een warmtepomp en zonnepanelen momenteel nog kan rekenen op een aardige subsidie, zijn de kosten voor het overstappen op inductie voor eigen rekening. Gemiddeld spenderen we zo’n 600 euro aan de kookplaat en nog eens 600 euro aan installatie van een extra stroomdraad naar de keuken en (een) extra groep(en) in de meterkast. Een verzwaarde aansluiting op het stroomnet kost ongeveer 200 euro. Inclusief de aanschaf van nieuwe pannen zijn woningeigenaren minimaal 1.500 euro verder voordat er op inductie gekookt kan worden. Deze kosten worden echter weer terugverdiend wanneer de woning zelfvoorzienend is qua elektriciteitsproductie.
In feitelijke gebruikskosten wint de gaskookplaat het nipt van de inductiekookplaat. Qua CO2-uitstoot is de inductieplaat ook slechts marginaal beter dan de gasplaat wanneer de stroom voor de inductieplaat nog afkomstig is van aardgas en steenkool gestookte centrales (grijze stroom). Wanneer in de toekomst de stroom groener wordt of wanneer gebruikers deze zelf opwekken, wint de inductiekookplaat het van traditionele kookopties.

Van de verkochte kookplaten is nu 85 procent elektrisch

20 05

Salderen

Ondanks de andere opties – warmtenet en duurzame gassen – blijft elektrificeren volgens Van Wijk ook in de toekomst dé goedkoopste optie. Niet alleen vanwege de voor nu nog bestaande salderingsregeling, maar ook omdat er voldoende subsidies beschikbaar zijn en de maatschappelijke kosten van de twee alternatieven ook erg hoog zijn. ‘Voor veel gemeentes is een warmtenet financieel en logistiek niet eens haalbaar, vooral op de lange termijn niet, omdat de industrie die nu warmte levert aan het warmtenet op fossiele bronnen draait die op den duur zullen opdrogen.’
Een duurzaam gas als waterstof toont veel potentie, maar het plan om daar op grote schaal woningen mee te verduurzamen, staat nog in de kinderschoenen. TNO ziet voor waterstof vooral in de mobiliteit en de industrie een grote rol.
Blijft all-electric over. ‘Als dit dé oplossing is voor het verduurzamingsvraagstuk, moet we – installateurs, netbeheerders enzovoorts – nog serieuzer kijken naar de capaciteit van het elektriciteitsnet. Onderdeel daarvan kan een onderzoek zijn naar de haalbaarheid van het centraal in- en uitschakelen van individuele warmtepompen wanneer ze geen energie vragen of het tijdelijk uitschakelen ervan wanneer de elektriciteitsvraag op een moment te hoog is. Een rol die bijvoorbeeld de woningcorporaties of netbeheerders op zich kunnen nemen’, aldus Van Wijk.
Lost dat het probleem op? ‘Het vergt uiteraard ook een andere mindset, van zowel leveranciers als monteurs, maar ook zeker van gebruikers. We moeten verstandiger omgaan met ons stroomverbruik zodat we de piekmomenten kunnen opvangen en vermijden.’

Uitdagingen

‘Op dit moment is er nog onvoldoende kennis en kunde om de grote overstap naar een volledig elektrische gebouwde omgeving te kunnen uitvoeren’, begint Van Wijk. Die kennisachterstand geldt volgens hem voor zowel gemeentes en adviseurs, als voor de installateurs die verantwoordelijk zijn voor de technische uitvoering. Ze zitten nog te veel vastgeroest in wat jaren geleden werd gezien als een innovatief stappenplan voor de realisatie van energieneutrale woningen.
‘Een woning eerst passief maken, is echt niet nodig om het pand van het aardgas af te krijgen. Het is belangrijker, vooral voor installateurs, om naar het afgiftesysteem en het vermogen daarvan te kijken. Ook een niet passief huis zonder vloerverwarming kun je al eenvoudig met een all-electric warmtepomp verwarmen. Je vervangt de gewone radiatoren door lage temperatuur convectoren en past waar nodig het vermogen ervan aan. Dat hoeft niet meteen door heel het huis. Enkel de ruimte waar je het meeste verblijft, zoals de woonkamer, is al voldoende.’
Als het aan Gijs van Wijk ligt, wachten we niet langer met overstappen op het zuinige alternatief voor aardgas. ‘Verbeter de wereld, begin! We moeten ergens beginnen en all-electric is dan een goed doordachte en relatief goedkope investering die zichzelf echt terugverdient.’

Tekst: Laura Timmermans
Fotografie: iStock