Duurzaamheid is een van de argumenten om voor een pv-systeem te kiezen. Maar hoe zorg je na aanschaf dat het systeem ook zo duurzaam mogelijk blijft? Twee experts gaan in op het belang van onder meer schoonmaak, onderhoud en monitoring.
Een veelgehoorde opvatting is dat een pv-systeem weinig onderhoud nodig heeft. Wat kun je dan tóch doen om een installatie ook op de lange termijn zo duurzaam mogelijk te houden? ‘Onderhoud begint bij monitoring’, antwoordt Martijn Boerma van installatiebedrijf Waardevolt. ‘Monitoren is dé manier om pijnpunten op te sporen. Zo kunnen wij, maar vooral de klant zelf, zien of de daadwerkelijke opbrengst overeenkomt met de verwachtingen. Afhankelijk van het systeem dat je gebruikt, krijg je bijvoorbeeld alerts wanneer zich problemen voordoen.’
Monitoren
Ook Bob Meulendijk, eigenaar van Zonnepanelen Vlaardingen, benoemt constante monitoring als de voornaamste manier om een pv-systeem duurzaam te houden. Dit is dan ook een belangrijk onderdeel van de service van zijn bedrijf. ‘Wij bieden al onze klanten aan om op afstand mee te kijken met hun systeem. Dit lopen we dan een paar keer in de week na. Als we daarbij constateren dat er iets mis is, nemen we contact op met de klant. De eerste twee jaar doen we dat gratis, als onderdeel van de installatiegarantie. Daarna kunnen klanten hiervoor een servicecontract afsluiten, of ze kiezen ervoor om zelf te monitoren.’
Boerma wees er al op dat de mogelijkheden op het gebied van monitoring deels afhangen van de systeemkeuze. Zo kun je bij parallel geschakelde panelen met micro-omvormers elk paneel afzonderlijk monitoren. Hetzelfde geldt voor een systeem met optimizers. Het is een van de redenen dat Meulendijk uitsluitend met Enphase (micro-omvormers) en SolarEdge (optimizers) werkt.
‘Deze installaties zijn in aanschaf weliswaar duurder dan een centrale omvormer, maar bieden bij het monitoren wel meer mogelijkheden. Bovendien is de levensduur veel langer; op deze installaties zit 25 jaar garantie, tegenover 10 tot 12 jaar bij standaard omvormers. Praat je over het langer duurzaam houden van je pv-systeem, dan kun je hier dus zeker verschil mee maken.’
Kan het daarom raadzaam zijn om achteraf de omvormer nog te vervangen? ‘Puur vanwege het rendement is dat niet de moeite waard’, zegt Boerma. ‘Maar op het moment dat een centrale omvormer defect is en moet worden vervangen, dan kan het wel lonen om ook andere opties te overwegen. Naarmate panelen ouder worden, kan een onderlinge mismatch ontstaan. Een overstap van een serie-geschakeld naar parallel-geschakeld systeem levert dan wel een rendementswinst op.’
‘Rendementsverlies door vuil is verwaarloosbaar’
Schoonmaken
Bij onderhoud van een pv-systeem denk je misschien al snel aan het schoonmaken van de panelen. Maar voor het rendement maakt dat volgens Meulendijk nauwelijks verschil. ‘Zeker op een schuin dak levert dit weinig op. Sterker nog, vanwege de coating op de panelen is het juist beter om ze niet te vaak te poetsen. Het vuil dat op de panelen terechtkomt, is na een goede regenbui vanzelf weg.’ Voor een plat dak, met een kleinere hellingshoek, is dat niet heel anders. ‘Eens per twee jaar de onderste rand schoonmaken is dan al voldoende. Tenzij de panelen in een omgeving liggen met veel bebossing of industrie, is het rendementsverlies door vuil verwaarloosbaar.’
Boerma sluit zich daarbij aan, maar wijst er wel op dat er meer redenen zijn om de panelen schoon te maken dan alleen rendement. ‘Liggen jouw panelen midden in een woonwijk, zonder al te veel vervuiling in de omgeving, en op een normale dakhelling; dan poets je er natuurlijk geen 10 procent rendement bij. Maar de precieze noodzaak van dit onderhoud bepaalt de klant zelf. Esthetiek kan bijvoorbeeld ook een argument zijn. Zwarte panelen die nooit worden schoongemaakt, kunnen er na een aantal jaren toch wat groenig uitzien. Bovendien kan het vuil dat niet op de panelen blijft zitten, wel op het frame en de omlijsting terechtkomen.’
Periodieke inspecties
Daarnaast wijst Boerma erop dat, hoewel schoonmaken doorgaans niet direct van invloed is op het rendement, dit wel bijdraagt aan de staat van de panelen op de lange termijn. ‘Vergelijk het met kozijnen. Het is geen noodzaak om die jaarlijks schoon te maken. Maar als je het niet doet, kom je wel sneller op het punt dat je ze moet schilderen. Zonnepanelen blijven in de meeste gevallen ook wel functioneren als je ze nooit schoonmaakt. Maar je vergroot dus wel het risico dat zich op de lange termijn problemen voordoen. Dan kan het overigens wél van invloed zijn op het rendement.’
Om dezelfde reden biedt Waardevolt zijn klanten ook een uitgebreider servicepakket aan. ‘Het gaat dan niet alleen om schoonmaken, maar ook om een visuele inspectie van de panelen. We controleren dan op eventuele beschadigingen, losse kabels en andere problemen. Meestal is alles in orde, maar er kunnen problemen ontstaan die we met alleen monitoring pas later zouden signaleren. Om een voorbeeld te geven: bij een agrarische klant bleek uit monitoring dat er een probleem was met de optimizer. Toen we op het dak kwamen, bleken er drie panelen gebarsten. Deze produceren gewoon, maar op lange termijn levert dit problemen op, bijvoorbeeld doordat er vocht binnenkomt. Met een inspectie hadden we dit al eerder kunnen signaleren en oplossen.’
Scope 12
Voor grotere installaties, vanaf vijftig panelen, stellen verzekeraars vaak een Scope 12-keuring verplicht. Dit is een onafhankelijke inspectie van het pv-systeem, die elke vijf jaar moet worden herhaald. ‘Voor de residentiële bouw geldt die verplichting niet. Maar ook hier zou zo’n vijfjaarlijkse check goed zijn’, vindt Meulendijk. Wat hem betreft mag daarbij ook meer aandacht zijn voor de gehele energiehuishouding. ‘Door pv-installaties, maar ook doordat we steeds meer elektrische apparaten in huis hebben, nemen de energiestromen in huis toe. Het is daarom raadzaam om bij zo’n check ook te controleren of de groepenkast niet te zwaar wordt belast. In de praktijk is daar nog veel te weinig aandacht voor.’