EW04 Omslag 600
Januari 2010

Historisch wonen in voormalige pijpenbuigerij

EW-600x400

Hengelo ademt de historie van een roemrijk industrieel verleden. Verlaten stalen skeletten herinneren aan het rijke industriële verleden van Twente. Op de fundamenten van de voormalige pijpenbuigerij van Stork in Hengelo realiseerde Dick van Gameren Architecten voor woningcorporatie De Woonplaats 41 woningen in de sociale woningbouwsector. Een moderne installatie met een WKO-systeem en zonnecollectoren zorgt dat de bewoners er niet alleen monumentaal, maar ook warmpjes bijzitten.

Twintigduizend verhuureenheden bezit woningcorporatie De Woonplaats uit Enschede. Het bezit is verspreid over Enschede, Hengelo en tussengelegen landelijk gebied. 'De corporatie wil niet achterblijven bij Nederland of Europa als het gaat om terugdringing van het energiegebruik in woningen’, vertelt Dik Roetert Steenbruggen, adviseur Innovatie bij de woningcorporatie.

‘Het milieu is belangrijk voor ons, de Woonplaats wil het milieu zo min mogelijk belasten. Maar we willen onze bewoners ook comfort en lage woonlasten bieden. In een streek met veel industriële historie moet je dan wel heel creatief zijn, het oog wil immers ook wat. Je kunt alles gewoon platgooien en van de grond af opnieuw opbouwen, zoals we hebben gedaan bij een installatietechnisch gelijksoortig project hier in Enschede ( De Hofwachter). Of je kunt de historie (gedeeltelijk) bewaren, zoals bij De Buigerij in Hengelo, waar we op de fundamenten van de voormalige pijpenbuigerij van Stork een bijzonder woningbouwproject realiseerden.’ Bij beide projecten zorgt een warmtekoudeopslag via een 40 m diepe, gesloten bron voor een duurzame energievoorziening voor warmte, koude en warm tapwater. Zonnecollectoren op het dak zorgen voor een deel van de warmtapwatervoorziening door de opwarming van een groot boilervat.

PROJECT DE BUIGERIJ
Opdrachtgever: Woningcorporatie De Woonplaats, Enschede Duurzaamheidspartner: Eneco
Installateur: Meulenbeld Hofhuis, Almelo
Aannemers: Van Wijnen
Warmtepompen: Techneco, Delft
Hr-ketels: Remeha, Apeldoorn
Vloerverwarming: WTH
Zonnecollectoren: Heliomax, Breda
Pompen: Wilo, Westzaan
Regeltechniek: BR Controls, Zwolle   

 

EW--600x400Twee Vulcan-warmtepompen waarderen het 10 °C warme grondwater op tot een temperatuur van 45 °C.

Industriële sfeer

Van de voormalige pijpenbuigerij staan alleen het stalen raamwerk en enkele muren nog overeind. Toch ademt het complex, vanuit de binnentuin bekeken, nog de industriële sfeer van meer dan honderdvijftig jaar geleden. Afgelopen zomer werd het complex opgeleverd door bouwkundig aannemer Van Wijnen. Energiebedrijf Eneco ontwierp en realiseerde een installatie voor de levering van warmte, koude en warm tapwater en is bovendien de komende vijftien jaar verantwoordelijk voor de exploitatie en het onderhoud van de installatie. Of, zoals Ronald Dikstaal, ontwikkelaar energieprojecten bij Eneco het uitdrukt: ‘alles wat vóór de meter gebeurt’. ’Wij garanderen naast de levering van warmte en koeling dat het warme tapwater wordt geleverd met een CW 4-klasse. De installatie wordt op afstand gemonitord. Mocht er onverhoopt toch een storing zijn, dan staat een 24-uurs storingsdienst klaar om het manco te verhelpen. Als dat niet op afstand kan schakelen we een lokaal installatiebedrijf in, zoals Meulenbeld Hofhuis. Dat bedrijf was overigens ook verantwoordelijk voor de aanleg van de complete installatie.’

EPC van 0,4

Volgens Roetert Steenbruggen was het voor de corporatie belangrijk in zee te gaan met een ervaren partij op het gebied van duurzaamheid. ‘Als je de bewoners een goed werkende installatie wilt aanbieden, is het belangrijk voor een partij te kiezen die ervaring heeft met de exploitatie van een installatie gedurende een groot aantal jaren. En dat met een gegarandeerd werkende installatie die tegen een vastgesteld tarief warmte, koude en warm tapwater levert aan de bewoners. Door lagere energielasten konden we de huren ietsje optrekken en zo de exploitatie rondkrijgen, want de investering is natuurlijk wel iets hoger. Maar wij zijn er trots op dat we als corporatie een sociaal woningbouwproject hebben kunnen neerzetten met een EPC van 0,6. Dat is een norm die pas vanaf 2015 verplicht is in de nieuwbouw. De Woonplaats wil echter al haar nieuwbouweenheden al in 2015 energieneutraal realiseren, en dat is weer een norm die de overheid pas eist in 2020.’

Dikstaal legt uit hoe hij als ontwikkelaar energieprojecten zo ver van huis betrokken is geraakt bij dit project van De Woonplaats. ‘Energiebedrijf Eneco heeft landelijk al veel ervaring met de totstandkoming van woningbouwprojecten die het milieu zo min mogelijk belasten. Ik kwam in contact met de woningcorporatie toen medewerkers op zoek waren naar een partner voor de realisatie van gestelde milieuambities. Nadat we eerder al participeerden in een aantal kleinere projecten van De Woonplaats, werden we twee jaar geleden betrokken bij deze twee – energietechnisch gezien – vooruitstrevende sociale woningbouwprojecten. De Hofwachter in Enschede herbergt 92 woningen en 500 m2 commerciële ruimte, in De Buigerij in Hengelo zijn 41 sociale huurwoningen gebouwd.

EW__600x400Zonnecollectoren op het dak (l) zorgen voor de warmtapwatervoorziening door de opwarming van een groot zonnebuffervat (r).

Technisch hart

Verantwoordelijk voor de aanleg van alle installaties en de aansluitingen van de zonnecollectoren was installateur Meulenbeld Hofhuis uit Almelo. Jeroen Walgemoet leidt ons rond door de 30 m2 grote technische ruimte onder het gebouw van De Buigerij. Trots toont hij de toestellen in het technische hart van het gebouw die ervoor zorgen dat het gebouw energietechnisch optimaal presteert met een minimaal fossiel brandstoffenverbruik. Prominent aanwezig in de technische ruimte zijn de twee zonnebuffervaten van 750 liter per stuk. De 41 m2 aan zonnecollectoren die staan opgesteld op het dak van De Buigerij verwarmen het tapwater in deze vaten. Een goede regeling en monitoring op afstand is heel belangrijk, vertelt hij. ‘Als de zon bijvoorbeeld harder schijnt en het vat eerder op temperatuur is (80 ̊C), kunnen we eerder de bodem gaan regenereren. Ook kan zo worden bepaald of de warmtepomp of juist de piekketels eerder moeten worden ingeschakeld om een zo hoog mogelijk rendement te behalen met de complete installatie.’

Op de begane grond is de centrale technische ruimte voor alle 41 woningen. De bewoners hebben geen eigen ketel of warmtepomp. Via vloerverwarming worden de appartementen verwarmd. ‘Dat scheelt toch weer een vierkante meter opstelruimte in de woning', ziet Roetert Steenbruggen als voordeel. Het buffervat is zo met een inwendig buizenstelsel geconfigureerd dat zonnewarmte uit de collectoren op het dak via de bovenkant van het vat naar binnen komt. Daar wordt dus ook weer de eerste warmte onttrokken voor het warme tapwater.

Het buffervat wordt van onderaf gevuld met koud water. De temperatuur in het buffervat kan ’s zomers en ’s winters een temperatuur bereiken van 80 ̊C. Ketels zorgen ervoor dat het gehele jaar een warmtapwatertemperatuur van 60 ̊C kan worden gegarandeerd. Dat is belangrijk met het oog op voorkoming van legionellabesmetting. Als de temperatuur van het buffervat beneden die temperatuur komt, zorgen de drie hr-ketels – die in het ketelhuis staan opgesteld – voor de bijverwarming.

Bodemwarmte en -koeling

Voor de verwarming benut De Buigerij in eerste instantie de bodemwarmte. Twee Vulcan-warmtepompen van Techneco (2x30 W) waarderen het ter plekke 10 ̊C warme grondwater uit de 40 m diepe bron op tot een temperatuur van 45 °C Grote delen van het jaar is dat voldoende voor de ltv-verwarming die werkt met aanvoerretour van 45/35 ̊C. Wordt de benodigde aan- voertemperatuur niet gehaald, dan springen de drie Remeha Quinta cv-ketels in cascade bij.

Met de WKO kan in de zomer verkoeling worden geleverd. ‘Het is comfortkoeling’, legt Roetert Steenbruggen uit. ‘Met deze topkoeling kunnen bewoners net even lekker 3 à 4 °C uit de woning wegnemen. Koeling is in feite een gratis bijproduct. Bewoners kunnen er niet voor kiezen dat niet te nemen. Daarom brengen we ze slechts een bescheiden bedrag van honderd euro vastrecht in rekening.’

De regeltechniek in dit project – verzorgd door BR- Controls uit Zwolle – is volgens Dikstaal heel belangrijk. ‘Vanuit een centraal servicecentrum leest een ser- vicemedewerker van Eneco via een modem alle waarden van de installatie uit die in de centrale technische ruimte zijn geïnstalleerd. Zo is precies te zien hoeveel de warmtepomp levert, hoeveel gas de cv-ketels nog extra verstoken en kan de temperatuur van de zonneboiler in de gaten worden gehouden. Zodra deze op temperatuur is, kan de extra warmte worden gebruikt om de bron te regenereren voor een goede energiebalans over een heel jaar.

EW-_600x400Indien de benodigde aanvoertemperatuur niet wordt gehaald, springen drie Remeha Quinta cv-ketels bij.

Zonnecollectoren

De zonnecollectoren op de daken van de twee complexen (41 m2 op de Buigerij en 230 m2 op De Hofwachter) zijn van Heliomax uit Breda. De fabrikant plaatste de collectoren zelf op het dak in een hoek van 17°, wat volgens de fabrikant de ideale hoek is voor een optimale capaciteit.

Collectoren gevuld met glycol hebben een iets lagere warmteproductie, daarom is bij deze projecten gekozen voor een terugloopsysteem. Als de temperatuur van de collectoren onder de 5 °C zakt, zorgt het besturingssysteem er automatisch voor dat de collectoren leeglopen zodat ze niet bevriezen. Het water (1 l/m2 collector) wordt dan opgevangen in een leegloopvat in de technische ruimte en later hergebruikt. Heliomax verzorgde de aanleg inclusief het leidingwerk tot de techniekruimte, waar het installatiebedrijf de verdere aansluitingen verzorgde. In de collectoren die voor deze twee projecten werden geplaatst, zijn hoogwaardige materialen toegepast die een hoog rendement opleveren. Zo zorgt een aluminium behuizing met een zeer transparante glasplaat voor een optimale lichtdoorlating. Binnen de behuizing bevindt zich een warmtewisselaar waar vloeistof doorheen stroomt. De warmtewisselaar zet het zonlicht om in warmte die via de vloeistof wordt afgegeven aan de zonneboiler. De collector is onderhoudsvrij en heeft een zeer lange levensduur. Door de modulaire uitvoering van de collector is hij licht in gewicht en eenvoudig te installeren. Door de modules te koppelen is het mogelijk eenvoudig grotere collectorvelden te installeren.

Tekst: Paul Smorenburg
Fotografie: Robert Hoetink