EW10 Omslag 600
11 juni 2025

‘Ik krijg energie van concrete verhalen uit het veld’

Mark Harbers, voorzitter Techniek Nederland

Mark Halbers_EDV8167-1

Mark Harbers (56) is sinds 5 juni de nieuwe voorzitter van Techniek Nederland. Na een carrière als wethouder in Rotterdam en in de landelijke politiek – als Kamerlid én minister – kiest hij nu bewust voor een sector ‘waarvan je het belang in twee zinnen kunt uitleggen.’ Als voorman van de technieksector wil hij bruggen bouwen tussen praktijk en beleid. Door met stevige verhalen uit het veld het geluid van de branche krachtig te laten doorklinken in Den Haag. ‘Want alles wat daar wordt bedacht, moet hier worden gemaakt.’

In de zomer van 2024 zat Mark Harbers klus als minister van Infrastructuur en Waterstaat in Rutte IV erop. Na deze veeleisende en intense baan koppelde hij zich een tijdje helemaal los van de politiek en nam de tijd om op adem te komen. ‘De adrenaline moest even uit mijn lijf. Maar toen Techniek Nederland dit voorjaar op mijn pad kwam met de vraag voorzitter te worden, was ik daar helemaal klaar voor.’

Op uw LinkedIn-profiel staat dat u uw studie bedrijfseconomie nooit heeft afgerond. Bent u niet bang dat een sector die altijd hamert op goed opgeleide vakmensen denkt: wat krijgen we nou?

‘Die vraag heb ik vaker gekregen, maar ze hoeven niet ongerust te zijn. Ik ben op mijn zeventiende al lid geworden van de VVD. Tijdens mijn studie Economie in Rotterdam zat ik in het campagneteam van de partij en op mijn 23ste was ik al deelraadgemeentelid. Later als havenwethouder heb ik honderden ondernemers bezocht. En als Kamerlid was ik onder meer woordvoerder energie en klimaat. Als ik zie waar mijn loopbaan mij gebracht heeft, had ik waarschijnlijk beter Bestuurskunde kunnen gaan studeren. Maar dat was nog een nieuwe studie in die tijd. Het idee heerste dat je daar alleen ambtenaar mee kon worden. En als je zestien jaar bent, is dat niet het meest aantrekkelijke perspectief. Maar ik heb veel geleerd, ook zonder dat papiertje. Maar eerlijk is eerlijk: ik raad jongeren tegenwoordig aan dat diploma wél gewoon te halen.’

Toen bekend werd dat u de nieuwe voorzitter werd, was het eerste wat ik in de wandelgangen hoorde: ‘Mark is een Songfestivalliefhebber’.

‘Kennelijk vinden de mensen dat een leuke ‘afwijking’, haha. Het songfestival is mijn voorjaarshobby, zeg ik altijd. Toen het festival in 2021 in Rotterdam werd georganiseerd werd ik als inwoner van die stad weleens gevraagd bij talkshows. Dat blijft dan aan je hangen. Niet erg. Ik heb overigens ook een zwak voor treinen. Heb je daar nog een vraag over?’

Nee, laten we ter zake komen. Uw start als voorzitter valt samen met de val van het kabinet. Een lastig moment?

‘Zeker. Als je net begint, wil je liefst met een stabiel politiek speelveld te maken hebben. Maar het biedt ook kansen. Alle partijen gaan nu natuurlijk weer aan de slag met verkiezingsprogramma’s. Dat is hét moment om de technieksector scherp op het netvlies te krijgen. We moeten duidelijk maken: wat Den Haag ook bedenkt op het gebied van de energietransitie, woningbouw, verduurzaming – het moet allemaal gemaakt worden. Door de mensen in de installatiesector.’

Uw voorganger had – zeker aan het eind van zijn termijn - veel kritiek op het kabinet Schoof. U zat daar zelf weliswaar niet in, maar uw partij – de VVD - wel. Is dat lastig?

‘Ik heb natuurlijk alle interviews met Doekle Terpstra gelezen. Ook die waarin hij zich fel uitsprak over plotselinge beleidswijzigingen. Terecht, vind ik. Een goed voorbeeld was de verplichting vanaf 2026 om bij vervanging van de cv-ketel een hybride warmtepomp te installeren. Het kabinet Schoof schrapte die verplichting. Op de afscheidsreceptie van Doekle sprak ik een ondernemer die speciaal mensen had opgeleid om te kunnen inspringen op die maatregel. Nu heeft hij die mensen weer net zo hard moeten ontslaan. Dat kan écht niet! Met een pennenstreek werd een hele businesscase weggevaagd. Ik ga – net zo hard als Doekle Terpstra - dit soort concrete horrorverhalen van ondernemers in Den Haag laten resoneren.’

MET ÉÉN BELEIDSMAATREGEL KUN JE EEN HELE BUSINESSCASE KAPOTMAKEN

Bent u ook blij dat die boodschappenbonus in de vorm van een huurbevriezing voor corporatiewoningen niet doorgaat nu het kabinet is gevallen?

‘Ja, want de nieuwbouw en de verduurzaming zou stil komen te liggen. En dat is rampzalig voor onze sector. Los daarvan was het een goed voorbeeld dat je als overheid goed moet kijken wélk instrument je inzet om een probleem op te lossen. En huurbevriezing was níet het goede instrument om het probleem van mensen met een kleine beurs op te lossen. Je kunt beter investeren in goede energiezuinige woningen om een lastenbesparing voor een veel langere tijd te bewerkstelligen. Daar zullen wij in onze lobby de komende jaren zeker op blijven hameren.’
‘Tegelijk zeg ik: de energietransitie loopt tot 2050, en dat betekent dat gasinstallaties voorlopig nog niet verdwijnen. Daarom moeten we ook daarin blijven investeren – in opleidingen, vakkennis en goed onderhoud. Dat zijn ook terreinen waarmee leden van Techniek Nederland hun geld verdienen. Ook die belangen wil ik behartigen.’

Mark Halbers_EDV8266

Techniek Nederland is een vereniging met grote én kleine leden en met veel verschillende installatiedisciplines. Hoe lastig is het dan om met één mond te lobbyen?

‘Ik geloof dat er juist veel kracht zit in het feit dat we allemaal onder één dak zitten. Groot en klein hebben elkaar nodig. Soms botst het misschien, maar daar schrik ik niet voor terug. Je kunt eindeloos blijven praten, maar zolang je geen knoop doorhakt, is iedereen ongelukkig. Als je de verschillen benoemt en eerlijk uitlegt aan de leden waarom je een bepaalde afslag neemt, snapt iedereen het.’

ZOLANG JE GEEN KNOOP DOORHAKT, IS IEDEREEN ONGELUKKIG

Hoe gaat u de geluiden uit de sector ophalen?

‘Ik zal een voorzitter zijn die veel op pad is. Ik wil leden spreken – groot en klein, en in alle disciplines die onze leden beoefenen. Alleen als je de praktijk kent, kun je de juiste snaar raken in de lobby. Ik geloof sterk dat ‘Den Haag’ pas goed beleid kan maken als ze weten wat de gevolgen zijn van de keuzes die zij maken. En dat ga ik ze vertellen.’

U was krap een jaar geleden zelf nog zo’n minister waar de lobbyisten op de stoep stonden. Heeft u al genoeg afstand tot Den Haag om brutaal uw mond open te trekken?

‘Dat denk ik zeker. Ik heb de politiek echt even losgelaten. De eerste maanden na mijn vertrek uit het kabinet Rutte IV heb ik bewust een tijdlang niks gedaan – op aanraden van oud-bewindspersonen. Je leeft als minister zó intens, op het ritme van de agenda. Je werkt 80 uur in de week. Het kost even tijd om die adrenaline kwijt te raken. Maar inmiddels sta ik weer helemaal op scherp. Mijn ervaring in Den Haag komt nu hopelijk goed van pas.’

Wat is dat eigenlijk, ‘de taal van Den Haag’?

‘Het gaat niet alleen om wát je zegt, maar hóe je het zegt. Je moet je boodschap brengen op een manier die politici helpt een probleem op te lossen. Dus niet: jullie snappen er niets van. Maar: wij hebben een oplossing voor jullie probleem. En dat moet praktisch, helder en realistisch zijn. Daar ben ik van.’

Een belangrijk dossier is netcongestie. Wat kan de installatiesector hierin betekenen?

‘Heel veel. Natuurlijk moet het net verzwaard worden, maar dat duurt jaren. Ondertussen kunnen wij als sector al 25 procent van het congestieprobleem oplossen met slimme techniek. Daarvoor is samenwerking nodig met netbeheerders, de overheid en aanpassing van wetgeving. Maar het potentieel is enorm. Denk aan energiesystemen waarin zonnepanelen, batterijen, laadpalen en warmtepompen optimaal samenwerken met behulp van een energiemanagementsysteem.’

Welke organisaties – stakeholders – zijn voor u het belangrijkst om mee in gesprek te blijven of te komen?

‘Ik ga geen rangorde aanbrengen. Een van de grootste prestaties van mijn voorganger is dat veel stakeholders óns hebben weten te vinden. Dat zorgvuldig opgebouwde netwerk aan organisaties die allemaal een radartje zijn in het netwerk, koester ik. Maar waar nodig en zinvol zal ik het netwerk verder uitbreiden. Zo sprak ik al met het bestuur van de BNA, de bond van architecten. Die willen ook graag met ons samenwerken. Een mooi signaal, want onze leden zijn steeds vaker vanaf de ontwerpfase van een project betrokken.’

Wat voor voorzitter gaan leden zien?

‘Lastig om daar één label op te plakken. Ik ben een enthousiaste en energieke generalist. Maar ook iemand die zich graag in een onderwerp verdiept, die wil snappen hoe iets écht in elkaar zit. En ik ben iemand die energie krijgt van concrete verhalen, uit het veld. Ik ga het land in, leden ontmoeten en projecten bezoeken. En de leden zijn enthousiast, want het regent verzoeken.’

U heeft als voorzitter geen proeftijd, maar waarop rekent u zichzelf af over vier jaar?

‘Ik ga daar geen cijfers of percentages aan hangen, dat zou op dag één een beetje aanmatigend zijn. Maar op hoofdlijnen weet ik het wel. De arbeidsmarkt heeft mijn prioriteit. Ik reken mezelf af op twee dingen: of we als sector voldoende mensen weten aan te trekken én te behouden, en of we erin slagen innovaties, digitalisering, AI, robotisering en prefab bouwen zo weten in te zetten dat we met de beschikbare mensen méér werk kunnen verzetten. Want alleen dan blijven we als sector toekomstbestendig én maatschappelijk relevant.’

Tekst: Paul Smorenburg
Fotografie: Eric de Vries