EW04 Omslag 600
Mei 2012

‘Verkoop van pv-installaties blijft voorlopig lastig verhaal’

Verkoop pv 03

Megens van Bergen technische installaties in Ravenstein kreeg eind jaren zeventig de Nederlandse primeur in handen met de aanleg van de allereerste warmtepomp. Sindsdien is de aandacht voor energiebesparing en duurzaamheid als overtuiging aan het bedrijf blijven vastkleven. Daarom is het des te opmerkelijker dat het enthousiasme voor zonne-energie tot bijkans onder het vriespunt is gedaald. ‘De markt is volledig verziekt’, zegt Ruud Megens. En even later: ‘Zonne-energie heeft de toekomst.’ Dat vraagt om uitleg.

Ruud Megens is de tweede generatie die het familiebedrijf leidt. Vier jaar terug werd er gefuseerd met Van Bergen uit Oss, maar waarmee het bedrijf zich afgelopen jaren vooral in de kijker heeft gespeeld, is de aanleg van de allereerste warmtepomp in Nederland. In 1977, het jaar waarin vader Megens (ook Ruud) nog fier aan het roer stond. In de agrarische omgeving nabij Ravenstein en Oss ontstond een florerende bedrijfstak van varkensfokkers.

Warm lijfje

De fokkers ontdekten al snel dat kleine biggetjes sneller groeiden als ze niet op koud beton hoefden te slapen. Megens: ‘De kosten per kilo zijn voor een fokker van groot economisch belang. Die wil zijn kleine biggetjes snel dikker krijgen, want zo vangt hij ook hogere inkomsten per kilo. Bovendien: varkensfokkers zien elkaar niet zozeer als concurrenten. Ze organiseren zelfs gezamenlijke informatieavonden. Dat zijn een soort clubavonden, waarbij fokkers elkaar inspireren en tips geven om het beste uit hun bedrijfsvoering te halen.’ Koud beton en de behoefte van biggetjes aan een lekker warm lijfje. Hoe is dat te combineren? In elk geval niet met gasgestookte installaties. Want boerenbedrijven op het platteland beschikten eind jaren zeventig doorgaans niet over aardgas. Die maakten veelal gebruik van propaangas vanuit grote opslagtanks nabij hun woonhuis.

Ideale oplossing

‘Mijn vader is altijd een echte pionier geweest. Hij kwam via de ISH in Frankfurt in contact met de warmtepomptechniek van het Duitse bedrijf bhg. Die techniek bleek een ideale oplossing om de stallen te verwarmen. Boeren waren al langer bekend met het slaan van waterputten op het eigen perceel, dus die techniek was inmiddels al breed bekend. We hadden in eerste instantie vooral ook problemen met het rondkrijgen van de certificaten. Het slaan van putten was toen nog niet gereguleerd, maar voor het verzorgen van de aansluitingen was ook eind jaren zeventig al het nodige papierwerk vereist. De techniek hadden we in het begin natuurlijk evenmin vlekkeloos in de vingers. Na de tweede en derde installatie kwamen we steeds minder problemen tegen, waardoor ook onze afnemers almaar enthousiaster raakten. En aangezien de boerenbedrijven elkaar sterk inspireerden, nam de populariteit een enorme vlucht.’

Verkoop pv 01

Duurzaamheid

In de jaren die volgden, kreeg Megens de wind volop in de zeilen. Het nut van warmtepompen en de daarbij behorende energiebesparing klonk de boerenbedrijven als muziek in de oren. Was het nou om energiebesparing of duurzaamheid te doen? Megens: ‘Nou, eigenlijk wilden we ons vooral laten zien als onderscheidende organisatie. We wilden weg van de traditionele paden. Leidingen leggen kan elk installatiebedrijf; wij hadden de ambitie iets bijzonders te laten zien. De aanleg van de warmtepompen eind jaren zeventig was de eerste opstap daartoe. We worden nog steeds gekend als installatiebedrijf dat afwijkende klussen tot een goed einde kan brengen. Niet alleen in eigen regio, maar toch ook ver daarbuiten.’

Alternatieve energiebronnen

Tot zo ver de warmtepomp, want er bestaan meer energiebesparende maatregelen. Loont het om die aan de man te brengen? Al pratend over alternatieve energiebronnen, komt het gesprek al snel terecht op pv-panelen. Er bestaat toch een zekere opvatting in Nederland dat dergelijke panelen tot het palet aan oplossingen horen om het energievraagstuk op te lossen. Binnenkort staan de Solar Days weer op een programma, een breed en door heel Europa gedragen campagne om bedrijven, overheden en particulieren te informeren over het gebruik van de zon als belangrijke en aantrekkelijke energiebron. Dit jaar vinden de Solar Days plaats van 5 tot en met 13 mei, waarbij in Nederland en in zestien andere Europese landen meer dan achtduizend evenementen zullen plaatsvinden. Ook UNETO-VNI is bij de organisatie van dit grootscheepse evenement betrokken.

Voorvechter van zonne-energie

Tot zo ver het goede nieuws. Want terwijl betrokkenen met veel bezieling het nut van zonne-energie tussen de oren van consumenten proberen te krijgen, is het enthousiasme van Megens in de loop van de jaren hard achteruit gehold. Saillant detail: hij is nota bene binnen de Vakgroep Klimaat- en Duurzame Techniek van UNETO-VNI al sinds jaar en dag (vanaf medio jaren negentig) een belangrijk voorvechter van zonne-energie.

‘Wij waren een van de eerste installateurs die ervaring opdeden met de warmtepomp. We waren niet de eersten met de aanleg van zonnepanelen, maar we behoorden wel tot de groep die hier stevig mee aan het pionieren ging. Vooral bij grootwaterverbruikers, zoals slachterijen, hebben we verschillende thermische zonnepanelen aangelegd. Later volgden de pv-installaties voor zowel het bedrijfsleven als particulieren.’

Dat klinkt best enthousiast, maar Megens moest tot zijn eigen ontzetting ontdekken dat die geestdrift langzaamaan begon te temperen. ‘Wat me tegenviel was de bereidwilligheid van installateurs om de schouders eronder te zetten. Veel installateurs gedragen zich conservatief en tonen zich niet bereid met nieuwe technieken te  experimenteren. We kregen in de vakgroep veel signalen terug van de markt dat installateurs het lastig vonden om de nieuwe pv-technieken in de vingers te krijgen. Me dunkt: de eerste projecten zijn nooit gemakkelijk. Dat gold ook voor ons bij de aanleg van de eerste warmtepompen. Je moet nu eenmaal door dat proces heen wil het uiteindelijk routine worden.’

Bonanza-praktijken

Bijkomende complicerende factor is de betrokkenheid van verschillende disciplines. Niet alleen de E-installateur heeft bemoeienis met de aanleg van een pv-installatie, ook de W-installateur en zelfs de dakdekker moet vaak bij dat proces worden betrokken. Probeer die verantwoordelijkheden maar eens glad te strijken: ‘De E-installateur zegt: ‘Ik ga het dak niet op, dat doet de dakdekker maar.’ En die zegt op zijn beurt dat die zich niet geroepen voelen de installatie aan te sluiten.’

Wat ook niet heeft meegeholpen is het schier onduidelijke subsidieverhaal, dat in elk geval vandaag de dag (een enkele gemeente uitgezonderd) volledig is opgedroogd. ‘Ondanks sommige toezeggingen moesten zelfs particulieren achteraf horen dat ze geen recht op subsidie hadden. Daarnaast is mij eens verteld dat van het totale subsidiepotje hooguit 18 procent daadwerkelijk op de juiste plek terecht is gekomen.’

En tot slot: de aantrekkelijkheid van de markt is sterk verwaterd door de Bonanza-praktijken op internet. Zonnepanelen worden er voor een habbekrats  aangeboden. ‘Ik durf bijna te zeggen: de markt is volledig verziekt. Een particulier die rondsurft komt de ene naar de andere aanbieding tegen. De installateur komt er niet meer aan te pas. Dat is niet alleen een constatering, dat is tegelijkertijd ook een teleurstelling in onze eigen sector. Blijkbaar zijn we niet bij machte geweest de aanleg van zonnepanelen als specialisme te claimen. Er bestaat de indruk – vaak ten onrechte – dat het aanleggen een klusje is voor een doe-het-zelver. Jammer. Dat had de branche beter moeten doen.’

Verkoop pv 02

Toekomst

En daarmee eindigt het mineurverhaal van Megens. Want wat hij ook wil hebben gezegd: pv-installaties gaan een zonnige toekomst tegemoet. Dat moet hij dan toch eens uitleggen. ‘Laat ik het zo zeggen: de verkoop van pv-installaties blijft vooralsnog een lastig verhaal. Ik zou me als installateur niet direct profileren op dat vlak. Toch komt er onherroepelijk een moment dat de techniek een breder draagvlak krijgt, bijvoorbeeld wanneer er bedrijfsoverschrijdende projecten worden gerealiseerd, waarbij niet alleen verschillende bedrijven, maar ook particulieren en de overheid zijn betrokken. Over vijf jaar hangt de vlag er heel anders voor. Dat geloof ik absoluut: zeker gezien de energiediscussies vandaag de dag kan ik me goed voorstellen dat er een breder draagvlak gaat ontstaan voor alternatieve energie. Dat proces is niet van vandaag op morgen afgerond, maar krijgt wel steeds meer aandacht.’

Megens zou het absoluut toejuichen wanneer Nederland een extra energiebelasting zou invoeren, die rechtstreeks toevloeit naar de popularisering van alternatieve energiebronnen. ‘Mensen betalen ongeveer een maandsalaris per jaar aan energie. Als we duidelijk kunnen maken dat we door verdere popularisering van alternatieve energiebronnen het energiebudget kunnen verkleinen, dan ontstaat daar ongetwijfeld draagvlak voor.’ 

EnergieadvIes en lokaal samenwerken geeft eer omzet’
Coördinator Kennisforum Jan Cromwijk van DWA benadrukt dat installateurs meer omzet kunnen maken door goede energie-adviezen en het verkopen van energiebesparende maatregelen. Volgens hem liggen er voor zowel de E- als W-installateur genoeg uitdagingen om naast het reguliere onderhoud serieus werk van energiebesparing te maken. Hij geeft daarbij voorbeelden als het vervangen van roulatiepompen, optimalisatie van het ventilatiesysteem (na na-isolatie), eenvoudige verbruiksregistratie, slimme thermostaten, energie-efficiënte verlichting enzovoort. Terug naar de kern van het verhaal: klanten wijzen op de kansen van zonnepanelen en zonneboilers, is dat ook een optie? Cromwijk: ‘Op dit moment ten dele. Doe het alleen als je het goed wilt doen. In een kleine gemeenschap zie ik het niet snel gebeuren dat een lokale installateur zich specialiseert in deze specifieke duurzaamheidsoplossing. Er is toch een bepaald volume nodig wil dit specialisme ook omzettechnisch interessant worden. je moet nu eenmaal door een leerproces heen. Wel kan ik me voorstellen dat een groep installateurs zich profileert met duurzaamheidstoepassingen en energiebesparing, waarbij bijvoorbeeld de een het hoofdstuk warmtepompen onder zijn hoede neemt en de ander zonne-energie en weer een ander advisering en uitvoering van energiebesparende maatregelen. Het lastige is natuurlijk wel om dit soort van afspraken te coördineren.’ Cromwijk verwacht dat de pv-wereld zich waarschijnlijk op dezelfde manier gaat ontwikkelen als de domoticasector: er zullen nieuwe, landelijke spelers opkomen die juist wel dit nieuwe specialisme claimen. ‘Dat hebben systeemintegrators in de domoticawereld in feite ook gedaan.’

Tekst: Hugo Schrameijer
Fotografie: Ruud Megens