EW04 Omslag 600
27 september 2018

Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2018:

Eindgebruiker aarzelt nog

ed nijpelsHenriette Vrisekoop reikt eerste exemplaar trendrapport uit aan voorzitter Klimaatberaad, Ed Nijpels

De warmtepomp is definitief doorgebroken in de woningbouw, stellen de onderzoekers van Dutch New Energy Research in het Nationaal Warmtepomp Trendrapport. Tijdens de Warmtepomp Business Day in Driebergen presenteerde Rolf Heijnen van het bureau de conclusies. Er is potentieel heel veel werk aan de winkel, maar de sector zal wel de rijen moeten sluiten om de aarzelende consument te bewegen zijn portemonnee te trekken.

Groeiende zorgen om de klimaatverandering, afscheid van het Nederlandse aardgas en stimulerende overheidsmaatregelen zorgden de afgelopen jaren voor een flinke groei in het aantal geïnstalleerde warmtepompen, zo is te lezen in het Nationaal Warmtepomp Trendrapport. De opstellers van het rapport verwachten dat in 2030 het aantal opgestelde systemen in Nederland op 1,3 miljoen uitkomt. Toch moeten de aanbieders in de warmtepompindustrie hard aan de slag om gezamenlijk de onzekerheden bij de consument over prijs, prestatie, kwaliteit en beleving weg te nemen.

Energietransitie is betaalbaar

Ed Nijpels was naar Driebergen gekomen om uit handen van Henriette Vrisekoop, directeur van het duurzaam kennisplatform Good, het eerste exemplaar van het trendrapport in ontvangst te nemen. De voorzitter van het Klimaatberaad die begin dit jaar van het kabinet de opdracht kreeg met alle marktpartijen te bekijken hoe we de uitstoot van CO2 in 2030 met 49 procent kunnen terugdringen, was blij met de harde cijfers. ‘Er wordt over duurzame energie ontzettend veel onzin uitgekraamd over de kosten. Dat komt omdat mensen niet praten op basis van feiten, maar alleen een mening hebben. De voorstellen die we hebben gedaan om in 2030 49 procent CO2-reductie te realiseren kosten na 2030 elk jaar structureel 3,5 miljard. Je mag van mij best de politieke mening hebben dat we dat als Nederland er niet voor zouden moeten uitgeven, maar ga nou niet zeggen dat we dat niet kunnen betalen. Het is een half procent van de economische groei die we in 2018 realiseren en het is nog minder dan we met z’n allen in Nederland per jaar uitgeven aan roken.’
Nijpels weet als geen ander dat een kabinetsbesluit over de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord draagvlak nodig heeft en hij prees de opstellers van het trendrapport. ‘U zorgt er met duidelijke cijfers voor dat het kabinet zich niet zo makkelijk kan verschuilen achter een vermeend gebrek aan draagvlak bij de bevolking.’

Hysterische verbouwing

Rolf Heijnen, hoofdonderzoeker bij Dutch New Energy, gaf in een korte toelichting bij de cijfers aan dat die veelbelovend zijn, maar stipte tegelijk de strijd aan die er ook nog is tussen aanbieders van verschillende warmtepompsystemen. Dat is slecht voor het vertrouwen van de consument en dat kan funest zijn voor een echte doorbraak van de verwarmingstechniek, zo legde Diederik Samsom nog maar eens uit. De voorzitter van de sectortafel Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord was uitgenodigd als spreker en vergeleek de energievoorziening met de stoep. ‘Mensen gaan er – net als bij de stoep - gewoon vanuit dat die er ligt en accepteren niet dat ze vanaf morgen ineens een “hysterische verbouwing’ moeten doen om hun huis te verwarmen. Want die is volgens hem wél nodig om 30 procent van de huizen in Nederland all electric te krijgen. Samsom promootte in zijn presentatie nog maar eens de wijkgerichte aanpak die ‘zijn ‘tafel’ heeft voorgesteld. Daarbij moeten gemeenten, bewoners, corporaties, bouwers en installateurs gezamenlijk een passende duurzame oplossing bedenken.

Gebouwgebonden financiering

En terwijl de vertegenwoordigers van de warmtepompindustrie in de zaal nog zaten te glimmen over het mooie perspectief dat het trendrapport schetst van de warmtepomp, bedierf Samsom hun humeur door te zeggen dat de toestellen nóg goedkoper, sneller, efficiënter en stiller moeten worden en daarnaast ook nog eens moeten passen in de minimale ruimte die er in een gemiddeld Nederlandse woning beschikbaar is, namelijk die waar nu de cv-ketel hangt. Een instrument als de gebouwgebonden financiering zal cruciaal worden, al weet de ex-politicus dat heel Nederland de komende tijd zal gaan roepen dat het onmogelijk is, ‘maar’, zo sloot hij optimistisch af, ‘veertig jaar geleden bouwden we duizend nieuwe huizen per dag. Ik denk dus dat we dan ook net zoveel huizen per dag kunnen verduurzamen.’

Doorbraak lastig

Frank Agterberg, voorzitter van de Dutch Heat Pump Association, de brancheorganisatie van alle belangrijke warmtepompaanbieders, was ook in Driebergen. In Nederland concurreert de warmtepomp met de gasketel die kan terugvallen op de aardgasinfrastructuur die sinds de jaren 60 in Nederland is aangelegd. Daardoor is de definitieve doorbraak lastiger dan in andere landen met meer ‘elektrisch’ gedomineerde infrastructuren, schrijft hij in het Trendrapport. Hij wees op de lange aanlooptijd die de warmtepomp nodig heeft om voet aan de grond te krijgen in een nieuwe markt. ‘Pas in 2003 zette de serieuze groei in. Met de introductie van de ISDE-subsidie in 2016 kreeg de markt een stevige boost op basis waarvan de onderzoekers voorspellen dat in 2020 al meer dan 200.000 warmtepompen staan opgesteld en in 2030 bijna 1,3 miljoen.’

Lucht-watersysteem populairst

Grote eenstemmigheid is er onder de geënquêteerden voor het trendrapport dat lucht-watersystemen het meest populaire type warmtepompen zullen zijn in de woningbouw in de komende jaren. Deze systemen zijn over het algemeen goed te combineren met bestaande verwarmingsinstallaties/afgiftesystemen. In de utiliteitssector wordt daarnaast veel verwacht van water-watersystemen, terwijl het hoge rendement en het benodigde grote vermogen ervoor zorgt dat de industriële klanten veelal zullen kiezen voor een water-watersysteem. Uit het trendraport kan verder worden geconcludeerd dat ruim 80 procent van de respondenten een verbetering verwacht van de efficiëntie van warmtepompen. Ook de prijs zal naar beneden gaan door opschaling van de productie. Opgeteld bij de bijna unanieme verwachting dat de gasprijs zal stijgen ten opzichte van de elektriciteitsprijs, zullen deze ontwikkelingen ervoor zorgen dat de warmtepomp het makkelijker zal krijgen in de prijsconcurrentie met de aloude gasketel. Bijna alle respondenten (95 procent) verwachten dat in 2030 jaarlijks evenveel gasketels als warmtepompen worden verkocht in Nederland.

Slimme elektriciteitsnetten

De respondenten verwachten dat de makkelijk inpasbare hybride systemen het op termijn zullen afleggen tegen all-electric oplossingen, mede omdat woningen steeds vaker zonder gasaansluiting zullen worden opgeleverd. Dat vraagt om slimme elektriciteitsnetten, zo is te lezen in het rapport. Die moeten vanaf 2025 de weg vrijmaken voor de overstap van hybride oplossingen naar ‘all electric’-oplossingen die dan ook op ‘klimaatneutraal’ opgewekte elektriciteit kunnen draaien. Agterberg verwacht die doorgroei naar een massamarkt ná 2025. ‘Die veel grotere groep consumenten zal wel veel gevoeliger zijn voor de kosten dan de huidige ‘early adopters’ die bereid zijn nog flink te betalen voor een warmtepomp. De plannen in het Klimaatakkoord om de businesscase voor eindgebruikers te verbeteren zullen daarom cruciaal zijn.’

Doekle Terpstrashow

Agterberg merkte op dat installatiecapaciteit, oftewel het aantal monteurs dat kwalificaties beschikt om warmtepompen te installeren, de groei kunnen remmen. ‘Slechts 38 procent van de respondenten beoordeelt het kennisniveau als voldoende tot goed’, zo is te lezen in het rapport. Daarbij lijkt er een duidelijke tweedeling te zijn bij de installatiebedrijven tussen specialisten met een grote expertise en een (grote) groep die (ver) achterloopt. Om de opleidingscapaciteit te verhogen werkt de DHPA nauw samen met onder andere Uneto-VNI. Doekle Terpstra vervult daarbij volgens Agterberg als onvermoeid pleitbezorger voor het beroepsonderwijs een hele belangrijke rol. ‘Het is een beetje de Doekle Terpstrashow, maar dat is terecht’, zo prees hij de voorzitter van Uneto-VNI dat vanaf dit najaar zeven nieuwe praktijklocaties opent door het hele land om de komende jaren enkele duizenden warmtepompmonteurs per jaar op te leiden.

 

plaatje-site

Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2018

Het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2018 is een project van onderzoeksbureau Dutch New Energy Research en is mogelijk gemaakt dankzij de partners Duurzaam Verwarmd, Uneto-VNI, DHPA en bedrijfssponsoren. Aan het brancheonderzoek hebben 131 fabrikanten, distributeurs, groothandelaren, installateurs, ingenieurs- en adviesbureaus en andere stakeholders meegewerkt. Het grootste deel van de respondenten is actief in de woningbouw en de utiliteitssector; vijf partijen richten zich uitsluitend op de industrie of de glastuinbouw. De meerderheid (72 procent) is actief in meerdere marktsegmenten, maar er is ook een groep van 36 respondenten die zich op één marktsegment richt. Het gemiddeld thermisch vermogen van de warmtepompsystemen die de bij dit onderzoek betrokken partijen op de markt brengen is 68 kW. Niettemin levert de helft van de respondenten systemen met een gemiddeld thermisch vermogen tot 10 kW. Tussen hen zijn er dan ook grote verschillen in het aantal geleverde warmtepompsystemen. Van de geënquêteerden heeft ruim de helft minder dan vijftig systemen geïnstalleerd terwijl slechts 13 procent van de respondenten meer dan vijfhonderd systemen heeft geïnstalleerd. Van de respondenten die minder dan vijfhonderd warmtepompsystemen hebben verkocht heeft de helft systemen geleverd met een gemiddeld vermogen groter dan 10 kW. In de groep van aanbieders die meer dan vijfhonderd systemen hebben geleverd, heeft het gemiddelde warmtepompsysteem een vermogen tussen de 5 en 8 kW.