EW11 cover 600
Augustus 2012

Asperges van de ‘warme’ grond

EW-600x400

‘Het witte goud’; zo werden asperges lange tijd genoemd. Of die eretitel te danken is aan de superieure smaak of de winstgevendheid van de teelt, is niet helemaal duidelijk. Om de concurrentie met Oost-Europese telers vol te houden, is het voor aspergekwekers zinvol het product zo vroeg mogelijk op de markt te brengen. Dat kan onder meer door de aspergebedden warm te stoken. In het Groningse Borgercompagnie doen ze dat met restwarmte, afkomstig van een naastgelegen energieboerderij.

Traditioneel worden asperges in Noordwest-Europa gestoken vanaf eind april tot 24 juni. Op die datum, Sint Jan, bergen de aspergestekers hun messen weer op om de plant boven de grond tot wasdom te laten komen. Zo kan deze een jaar lang alle benodigde voedingsstoffen opnemen, zodat hij het volgende voorjaar weer volop kan produceren.

Door teelttechnische ingrepen kan het oogstseizoen aanmerkelijk worden vervroegd. Verlenging van het oogstseizoen na 24 juni is echter niet mogelijk, omdat de periode van het opvangen van zonne-energie door het bovengrondse groene aspergeloof te kort is.

Restwarmte

Door de inzet van grondverwarming kan al veel vroeger worden geoogst. Frank Doornbosch uit het Groningse Borgercompagnie is een van de vele telers die verwarming in zijn aspergebedden heeft aangelegd. De warmte de hij voor zijn asperges nodig heeft, is restwarmte afkomstig van de wkk-installatie van de buurman. ‘Mijn ouders telen al bijna dertig jaar asperges. Sinds vijf jaar is een klein deel van de aspergevelden verwarmd. Het was dit jaar erg koud in het voorjaar, daardoor haalden we de eerste oogst van de koude grond pas op 5 mei binnen. Maar op de percelen met de verwarmde bedden konden we al op 20 maart met de oogst starten. En omdat het aanbod dan nog beperkt is, beur je mooie prijzen op de veiling.’

Voor de grondverwarming worden plastic slangen gebruikt met een doorsnede van ongeveer 2,5 cm, waardoor water met een temperatuur van circa 16 °C wordt gestuurd. De temperatuur is hoog genoeg om de planten uit hun winterrust te halen waarna ze meteen wortels (asperges) gaan produceren. Dikke pvc-buizen, ingegraven op circa 80 cm diepte, voeren het warme water aan. De buizen moeten onder een flink grondpakket liggen, om bestand  te  zijn  tegen de asdruk van de trekkers die over de percelen rijden. Vanuit de pvc-buizen lopen flexibele slangen naar de wortels van de aspergeplanten.

Het systeem, dat Doornbosch wel eens gekscherend aanduidt als vloerverwarming, heeft hij zelf aangelegd. ‘In Brabant en Limburg zijn er loonbedrijven die zich in dit soort werk hebben gespecialiseerd. Ik ben er geweest en heb het kunstje afgekeken. Ook de pompen heb ik zelf op het systeem aangesloten.’

Biogasinstallatie

De verwarmde percelen van elk ruim 0,5 ha krijgen hun warmte van een verderop gelegen energieboerderij. Hier staan drie grote vergistingstanks, twee voorvergisters en een navergister voor de gasproductie. Rondom de installatie ligt een aantal indrukwekkende sleufsilo’s. In zo’n silo – afgedekt met folie – ligt energiemaïs, in de andere ligt vergist materiaal, dat op het eerste gezicht op compost lijkt.

De installatie wordt gerund door Martien en Rob Dankers, voorheen net als de familie Doornbosch akkerbouwers. Maar sinds enige tijd hebben zij zich volledig toegelegd op de energieproductie. Ze telen zo’n 200 ha maïs die louter is bedoeld voor de energieproductie. Maar niet alleen hun eigen maïs verdwijnt in de biogasinstallatie. De biomassa bestaat ook uit restmateriaal van de graanproductie dat akkerbouwers aanbieden en het restproduct van een bierbrouwerij. Het gas uit de vergistingsinstallatie dient als brandstof voor twee wkk’s met een vermogen van elk 1,1 MW. De groene stroom wordt aan het energiebedrijf geleverd. Een beperkt deel van de warmte die de gasmotoren produceren is nodig om de temperatuur in de vergisters op zo’n 40 °C te houden, zodat het vergistingsproces optimaal werkt. Een ander deel van de warmte wordt op de energieboerderij ingezet om mest terug te drogen, een betrekkelijk nieuwe activiteit van de gebroeders Dankers. Weer een ander deel wordt gebruikt voor de verwarming van enkele zwembaden en de verwarming van vijf nabijgelegen woningen. Voor de rest van de warmte was tot vijf jaar geleden geen toepassing, daarom werd deze direct via koeltafels de lucht in geblazen. ‘Eeuwig zonde’, oordeelde aspergekweker Doornbosch, die de warmte wel voor zijn teelt kon gebruiken.

Van brandstof tot mest
Twee van de drie silo’s van de vergistingsinstallatie op de boerderij – elk met een inhoud van circa 2.000 m3 – worden voortdurend met biomassa gevoed. Het effluent – of digestaat – uit deze beide silo’s komt vervolgens in de derde navergistingssilo. Hier wordt glycerine toegevoegd om het methaanvormingsproces een laatste duwtje te geven. Door met de dosering ‘te spelen’ wordt het vergistingsproces beïnvloed en daarmee dus de gasproductie gestuurd. Wat daarna overblijft, blijkt een uitstekende meststof te zijn. Inderdaad, voor asperges. ’   

Niet ingewikkeld

Technisch gezien is de installatie voor de grondverwarming van de asperges niet echt ingewikkeld. De warmtewisselaar staat direct naast de motorkamers van de wkk’s. Aan de ene kant wordt het 90 °C hete koelwater van de motoren aangevoerd, aan de andere kant ligt het warmteafvoercircuit, richting koeltafel, vergistingsproces, en aspergeveld.

In de regelkamer zorgt een automatische unit voor de regeling van de energiestromen. Het retourwater van het aspergeveld wordt gemengd met heet water uit het koelcircuit tot 30 – 35 °C. Dat is toereikend voor 16 à 17 °C rond de wortels. Voelers bij de aspergeplanten sturen de mengkleppen aan voor het retourwater en het warme water.

Voor de verwarming is Doornbosch een vast bedrag per hectare overeengekomen. ‘Ik ben goedkoper uit dan wanneer ik een installatie op aardgas met gasverwarming had moeten aanleggen’, is alles wat hij over de prijs kwijt wil.

De wkk’s produceren genoeg warmte voor nog meer asperges. Doornbosch gaat zijn ‘verwarmde’ areaal asperges daarom uitbreiden naar 5 ha. Dit jaar ging half februari ‘de verwarming aan’ en werden een maand later de eerste asperges gestoken. Voorheen had Doornbosch een relatief rustige aanloop naar het aspergeseizoen. Dat zit er met die vervroegde teelt niet meer in. 

Tekst : Mari van Lieshout
Fotografie: Industrie