EW07 Omslag 600
Juni 2025

Is warmtepomp veroorzaker of oplossing netcongestie?

De visie van 6 deskundigen

28 01

De afgelopen maanden vliegen de rapporten, whitepapers en onderzoeken je om de oren. Het lijkt wel of elke instantie of marktpartij een ‘objectieve’ bijdrage levert aan de vraag of de warmtepomp een veroorzaker of oplossing is voor netcongestie. Feit blijft dat er steeds meer warmtepompen aan ons elektriciteitsnet hangen. Dat vormt dus een extra uitdaging voor onze toch al overbelaste netten. We vroegen zes vertegenwoordigers van verschillende organisaties hoe zij tegen deze problematiek aankijken.

Annet Veenstra:
‘In wijken met warmtenet géén subsidie geven op individuele warmtepomp’

Annet Veenstra van Stedin ziet de onstuimige groei van warmtepompen in individuele woningen met een zekere zorg tegemoet. ‘Als netbeheerder hebben wij geen directe invloed met welk type toestel de woningen in een wijk worden verwarmd. Maar als dat heel veel warmtepompen zijn, dan vraagt dat veel netcapaciteit. Zeker als dat is in dichtbebouwde of stedelijke gebieden. Als netbeheerder moeten wij dan veel nieuwe kabels en extra trafohuisjes plaatsen.’ De woordvoerder refereert aan een rapport van Berenschot dat kortgeleden de keuze voor warmtenetten en voor andere warmteoplossingen naast elkaar zette. Daaruit blijkt dat in dichtbevolkte stadswijken warmtenetten bijna dertig procent goedkoper zijn dan individuele warmtepompen. Dat komt vooral doordat Berenschot de netverzwaringskosten meerekent die nodig zijn voor een warmtepompwijk en die door de hele maatschappij worden gedragen. Zo ontstaat een eerlijker vergelijking tussen warmtepompwijken en warmtenetwijken. Veenstra: ‘Die laatste belasten het elektriciteitsnet significant minder. Wij kunnen ons dan ook vinden in de recente uitspraak van de Algemene Rekenkamer om in wijken, waar een warmtenet ligt of gerealiseerd gaat worden, geen subsidie meer te geven op de installatie van een individuele warmtepomp. In dat geval moet je én investeren in het warmtenet én in het elektriciteitsnet.’

Frank Agterberg:
‘Piekverbruik warmtepomp is te vermijden’

‘De ene warmtepomp is de andere niet’, begint Frank Agterberg, voorzitter van Vereniging Warmtepompen, aan een genuanceerd antwoord. ‘Als je kiest voor een warmtepomp met een relatief hoge brontemperatuur, heeft een warmtepomp een hoog (seizoens)rendement, uitgedrukt als (S)COP. Dan blijft het elektriciteitsgebruik relatief laag en kun je seizoenspiekverbruik beperken, vooral op koude winterdagen.’ Impliciet is dat volgens Agterberg een pleidooi om zoveel mogelijk bodemwarmtepompen toe te passen. ‘Tot en met 2023 was 40 procent van de verkochte warmtepompen in de woningnieuwbouw een bodemwarmtepomp. Daarna is dat percentage langzaam teruggelopen. Mogelijk omdat de investering hoger is dan die voor een lucht-waterwarmtepomp. En in de bestaande bouw wordt de plaatsing als lastig ervaren, omdat de bron in een mooi aangelegde tuin moet worden geslagen. Een all-electric luchtwarmtepompsysteem is goedkoper, maar zorgt vooral in de winter als het buiten koud is voor pieken in het elektriciteitsverbruik.’ Toch ziet Agterberg mogelijkheden om dit te voorkomen. Bijvoorbeeld door gebruikers uit te leggen dat ze met een warmtepomp anders moeten omgaan dan met een gasketel. ‘Dus geen standaard nachtverlaging. Juist dan ontstaan er onvermijdelijk pieken op het elektriciteitsnet. We moeten de woning zelf meer als buffer inzetten, en eventueel ook warmte opslaan in een buffer of boiler, zodat het toestel uit kan blijven als het net overbelast dreigt te raken.’
Voor dat laatste is goede regeltechniek essentieel. Agterberg geeft aan dat hierover in Europees verband druk wordt gediscussieerd. ‘Zowel nationaal als internationaal voert onze vereniging overleg met netbeheerders, overheden en leveranciers om tot een standaard communicatieprotocol te komen om de warmtepomp slim aan te sturen. Als het toestel zelf niet slim is, dan is het mogelijk om hem via een huis- en energiemanagementsysteem (HEMS) alsnog slim aan te sturen via een signaal van de netbeheerder en/of op basis van variabele tarieven. Dit vergt wél extra inzet en kennis bij zowel leveranciers als installateurs.’

28 02

Ronald Schilt:
‘Netbelasting door warmtepompen flink lager dan netbeheerders ons doen willen geloven’

Ronald Schilt, directeur van adviesbureau Merosch, relativeert de ‘overlast’ van warmtepompen voor het net. Eind vorig jaar deed Merosch een onderzoek naar de netbelasting van de individuele warmtepomp. ‘Die blijkt niet zo ernstig als bepaalde partijen doen willen geloven. Uit ons onderzoek blijkt dat die belasting door warmtepompen al snel een factor twee tot drie lager is dan waarover netbeheerders praten.’ Volgens Schilt is vooral de inzet van het elektrisch element debet aan de extra netbelasting. Volgens hem zijn er echter verschillende manieren om die inzet te voorkomen of te minimaliseren. ‘Vooral leveranciers kunnen meer doen’, vindt hij. ‘Zij kunnen zorgen dat het elektrisch element niet meer nodig is. En als het element echt moet inschakelen, zorg dan dat het toestel of de totale installatie slim aan te sturen is, zodat het inschakelt op momenten dat er geen netcongestie is.’ We moeten volgens hem bewoners daarover ook zelf de controle geven, maar ook het láten regelen op basis van variabele energiecontracten is volgens Schilt een goede methode. ‘Het beste zou zijn om prijsprikkels te geven op basis van netbelasting. De ACM geeft dat ook als aanbeveling, maar de netbeheerders zijn nog niet zover. Maar ik wil benadrukken dat een warmtepomp niet automatisch voor een grote netbelasting zorgt. En om de netbelasting die een warmtepomp veroorzaakt te vergelijken met een laadpaal is al helemaal niet juist. Dat is als die muis en olifant die samen over een brug lopen...

Martin Hoekstra:
‘Eigen zonnestroom in zomer is groter probleem voor netcongestie dan warmtepomp’

‘Een warmtepomp gebruikt elektriciteit en ja’, zegt Martin Hoekstra van installatiebedrijf ST/Warmte,  ‘die belast dus het elektriciteitsnet zwaarder dan de aloude gasketel. Alleen ga je dan voorbij aan verschillende andere manieren en middelen die we hebben om congestie te vermijden. Allereerst is het in mijn beleving vooral de zonnestroom in de zomer die de grootste congestie veroorzaakt. Een warmtepomp kan juist helpen, mits goed aangestuurd, door die zonne-energie te gebruiken om tapwater op te warmen. En als we aan het systeem ook een accu toevoegen en een boiler en een energiemanagementsysteem, dan denk ik dat we het probleem van netcongestie door warmtepompen met 75 procent kunnen terugdringen.’
‘Over ‘andere manieren’ gesproken, Techniek Nederland heeft al eens laten uitrekenen dat, als de wegenbeheerders in heel Nederland overal ledlampen toepassen, we zó veel stroom besparen dat we elke woning probleemloos op een warmtepomp kunnen laten draaien’, zegt Hoekstra ter relativering van het netcongestieprobleem. ‘De bijdrage van ons als installateur om de netcongestie een halt toe te roepen, zit dus meer in het overtuigen van een klant om naast de warmtepomp ook te investeren in een EMS, accu en/of boiler.’ De early adapters snappen dat volgens Hoekstra ook wel, maar hij weet ook dat niet iedereen een dikke portemonnee heeft. ‘Zonder de juiste stimulering – en het huidige kabinet is wars van stimulering, zo lijkt het – wordt het lastig om het grote publiek te verleiden.’ 

28 03

Maarten de Vries:
‘Niemand zou meer een domme warmtepomp moeten willen hebben’

Maarten de Vries, programmamanager Smart Energy Systems bij TKI Urban Energy vertelt over de pilots die op dit moment lopen bij woningcorporaties. ‘Die passen een relatief simpele sturing toe om te zorgen dat een (hybride) warmtepomp toch op een 1x25A aansluiting past. Daarbij schakelt de warmtepomp even uit als er te veel stroomvraag is, bijvoorbeeld zodra mensen elektrisch gaan koken. Zo gebruik je de aansluiting zo effectief mogelijk.’ Binnen een paar jaar verwacht De Vries nog veel slimmere meet- en regelsystemen waarmee warmtepompen inspelen op dynamische energieprijzen en beschikbare zonne-energie. ‘Daarin zit dus een financiële prikkel voor de klant, maar er kan ook een sturing op netcongestie aan worden toegevoegd.’ Daarvoor moeten volgens hem verschillende partijen nog wel enkele randvoorwaarden invullen. Zo moeten netbeheerders contractvormen met prijsprikkels aanbieden om buiten ‘spitstijden’ de warmtepomp aan te zetten. En leveranciers moeten zorgen dat hun warmtepomp aanstuurbaar en te managen is. Installateurs op hun beurt moeten hun klanten informeren en dus kennis hebben van deze IT-technieken. Uiteindelijk moet volgens De Vries de algemene houding zijn dat niemand meer een ‘domme’ warmtepomp wil. En nog iets verder ziet hij voor zich dat we al het elektrisch gebruik slim gaan managen, in samenhang met zonnepanelen, laadpalen en eventueel accu’s. ‘Maar het slim maken van de warmtepomp kan al snel; laten we niet wachten tot we alles in één keer kunnen regelen.’

Mark Vellinga:
‘Door slimme software werking van warmtepomp voor alle partijen optimaliseren’

‘Wij zorgen op verschillende manieren dat een warmtepompsysteem van ons niet bijdraagt aan netcongestie’, zegt Mark Vellinga, algemeen directeur van Qvantum Nederland, een nieuwe toetreder op de Nederlandse warmtepompmarkt. ‘Dit doen wij in de eerste plaats door het systeem uit te rusten met een thermische batterij. Deze zogenoemde hydromodule slaat warmte op die het systeem op andere momenten weer kan gebruiken. Daarmee zorgen we dus dat de warmtepomp op piekmomenten geen stroom afneemt. En in de zomer als je eigen panelen veel zonnestroom opwekken, gebruik je die stroom om warmte in de hydromodule op te slaan in plaats van deze het net op te sturen.’
Volgens Vellinga werkt dit nu al op basis van de flextarieven, maar dat is gebaseerd op nationale bezetting van de capaciteit. ‘Wat je eigenlijk wil is dat we kunnen regelen op de belasting en capaciteit van het middenspanningsnet. Daarvoor ontwikkelen we nu ook software waarmee we onze systemen straks uitrusten. Met een Zweedse netbeheerder testen we de werking hiervan. Zodra het goed werkt, kunnen we alle toestellen in Nederland op afstand van deze software voorzien. Uiteindelijk kunnen we dan de schakelcapaciteit van een cluster aan warmtepompen bundelen, in bijvoorbeeld een bepaalde regio. Deze kunnen we dan als een virtuele centrale door de netbeheerder laten aan- of uitschakelen, afhankelijk van de krapte of overschot op het net. Zo kunnen we door slimme, op AI-gebaseerde software die rekening houdt met talloze factoren - waaronder elektriciteitsprijzen, temperatuur, wind en zon en ook het gebruikersprofiel - de werking van de warmtepomp voor alle partijen optimaliseren.’

Tekst: Rob van Mil
Fotografie: Vereniging Warmtepompen, Stedin, Merosch, ST/Warmte, Qvantum, TKI Urban Energy

Lees meer artikelen in het dossier Klimaat- en duurzame techniek

Meer weten over de nieuwste installatietechnieken en de laatste richtlijnen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis tweewekelijkse nieuwsbrief.