Juni 2025
Eigen proeftuin lost netcongestieprobleem TU/e op
Netcongestie
TU Eindhoven heeft op haar campus een ‘proeftuin’ geopend waar slimme oplossingen om netcongestie te voorkomen, kunnen worden getest. Het belangrijkste doel is om pieken in de energievraag te temperen, zodat het flexibele vermogen kan worden gebruikt om twee nieuwe gebouwen op de campus te voorzien van voldoende stroom.
Aan de TU/e wordt al bijna twintig jaar gewerkt aan slimme oplossingen om de netcapaciteit beter te benutten en zo in de huidige tijd netcongestie tegen te gaan. Het is echter lang niet altijd mogelijk deze in de praktijk te testen en door te ontwikkelen tot marktrijpe producten. Met het starten van een ‘netcongestie proeftuin’ in november 2024 kwam hierin verandering. De directe aanleiding voor dit project is het plan om twee nieuwe gebouwen aan de campus toe te voegen.
Thijs Meulen van de afdeling Real Estate (voorheen Dienst Huisvesting): ‘Voor deze gebouwen was een vrij zware netaansluiting aangevraagd, maar deze werd afgewezen. We stonden dus voor een uitdaging. We zijn toen begonnen het beschikbare flexibele vermogen te analyseren om de onbalans tussen vraag en aanbod – de hoofdoorzaak van netcongestie – te verbeteren. Dit flexibele vermogen is te ontsluiten door onder andere tijdelijke energieopslag, peakshaving en slimme regelalgoritmes.’
Prof.dr. Koen Kok, hoogleraar intelligente energiesystemen: ‘De benodigde technologie hiervoor is grotendeels op de TU/e ontwikkeld en wordt nu verder uitgewerkt met en door partners in het Genius-project, dat staat voor ‘grid efficiency network integration for universal sustainability’. Alle ontwikkelingen kunnen in de proeftuin worden getest, die de gehele campus met haar eigen, gesloten energienetwerk omvat.’
De onthulling van het batterijpakket eind vorig jaar.
Batterijpakket
Energieopslag en peakshaving zijn de eerste thema’s waaraan invulling is gegeven met de ingebruikname van een batterijpakket ter grootte van een zeecontainer. Deze oplossing werkt op lithium en ijzerfosfaat en bevat dus geen kobalt of nikkel. Daarnaast is er geavanceerde regeltechnologie toegepast, waarmee de batterij onderdeel is van een slim aansturingsplatform dat verschillende gebruikers, energiebronnen en opslagsystemen op elkaar afstemt. Hierdoor wordt de batterij op het juiste tijdstip geladen en ontladen en vindt een optimale verdeling van stroom onder de afnemers plaats.
De accu alleen al levert naar schatting 10 procent extra ruimte op het eigen energienet en verlaagt de totaalkosten doordat het minder vaak nodig is op ‘dure’ momenten energie in te kopen. Het flexibele contract van de accu maakt het bovendien mogelijk te handelen op de energiemarkt.
‘Alle ontwikkelingen kunnen in de proeftuin worden getest’
Warmtepompen
Een tweede focus ligt op het slim aansturen van de vele warmtepompen op het terrein in combinatie met het accumulerend vermogen van goed geïsoleerde gebouwen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk een gebouw in de nacht op te warmen tot 22 °C, waarbij de (goedkope, nachtelijke) energie voor de warmtepomp uit het net komt. De warmtepomp wordt ’s morgens uitgeschakeld, waarna het gebouw nog lange tijd comfortabel blijft. Meulen: ‘Je koppelt dus als het ware warmte los van netcapaciteit, waardoor je elektriciteit vrijspeelt en kunt gebruiken voor andere systemen die ’s morgens op de campus moeten opstarten. En mogelijk ook voor bedrijven in de directe nabijheid.’
Op korte termijn zullen ook de elektrische laadpalen in de regelstrategie worden betrokken. Meulen: ‘Het is eigenlijk raar dat je op een terrein zomaar verwacht dat je altijd je elektrische auto kunt laden. Met een benzine- of dieselvoertuig kan dat ook niet. Met de huidige generatie elektrische voertuigen – waarvan de actieradius zeer acceptabel is – is de noodzaak ook minder groot. In de toekomst zal het daarom vaak niet meer mogelijk zijn om op het terrein op vol vermogen te laden. De hoeveelheid stroom die hier wordt vrijgegeven, wordt afgestemd op de overige vraag naar elektrische energie.’
Drie jaar
Het project waarmee de proeftuin start, duurt in eerste instantie drie jaar en wordt gefinancierd door onder meer een Europese subsidie (650.000 euro), de rijksoverheid (350.000 euro) en de provincie Noord-Brabant (375.000 euro). De intentie is dat de proeftuin ook na het Genuis-project zal blijven bestaan. Wat dat betreft staan de onderzoekers nog aan het begin van een leerzame periode.
Naast alle technische oplossingen zal er ook worden gekeken naar de gedragscomponent binnen de campus. Zowel met betrekking tot het opladen van elektrische voertuigen als het in- en uitschakelen van apparatuur en verlichting of het sluiten van zuurkasten bij geen gebruik.
Meulen besluit: ‘Uiteraard betrekken we omliggende bedrijven en de energieleverancier bij het project door te fungeren als ‘energiehub’. Hiermee levert de hele proeftuin – waarin externe bedrijven overigens ook hun eigen ideeën mogen komen testen – waarschijnlijk een goede blauwdruk op voor de hele Nederlandse industrie en netbeheerders om netcongestie efficiënt aan te pakken.’
Zie ook: https://bit.ly/EW-TU-megabatterij
Tekst: Marjolein de Wit-Blok
Fotografie: Bart van Overbeeke, TU/e