September 2025
Hoe sluit je een warmtepomp aan op de e-installatie?
De warmtepomp
Plaats je een warmtepomp in een woning, dan moet je deze aansluiten op de elektrotechnische installatie. Voor een werktuigbouwkundig installateur is dat meestal geen dagelijks werk. Hoe zorg je dat je dit veilig en op de juiste manier doet? Waar let je op en waar gaat dit in de praktijk nog vaak fout? Drie installateurs delen hun eigen visie en ervaringen.
De eerste stap in elk project is om de situatie goed in kaart te brengen. ‘Ten eerste zorgt dat voor wederzijds begrip met de klant’, stelt Maurice van den Nieuwendijk van installatiebedrijf In2Comfort. ‘Wij weten hierdoor beter wat de klant wil en kunnen zelf beter uitleggen wat er moet gebeuren en wat wel en niet kan. Daarnaast krijgen we een goed beeld van de isolatiewaarde van het pand en het afgiftesysteem. Die zaken zijn bepalend voor het selecteren van de warmtepomp. Iemand kan bijvoorbeeld graag een all-electric warmtepomp willen omdat er al vloerverwarming ligt, maar als dit een vloerverwarming uit de jaren ’80 is, gaat dat alsnog niet werken. We willen dus eerst alles goed in beeld hebben om een weloverwogen keuze te maken.’
Situatie in kaart
Een schouw is niet alleen nodig voor het selecteren van de warmtepomp, maar ook om deze uiteindelijk correct elektrisch aan te sluiten. ‘Zeker in de bestaande woningbouw is het aanleggen van de voedingskabel van de meterkast naar de warmtepomp vaak een uitdaging’, vertelt Martijn Deurloo van Deurloo Installaties. ‘Kunnen we door de kruipruimte, moeten we door de tuin of kan het via een wandgoot? En hoe voorkomen we dat de kabel lelijk in het zicht ligt? Ik ga hierbij niet graag van standaardsituaties uit, omdat in de praktijk vrijwel elke woning anders is. Het is dus belangrijk om op locatie al direct te kijken welke mogelijkheden er zijn. En om hierover ook in gesprek te gaan met de klant.’
Ook John van Tilborg van Hoppenbrouwers begint standaard met een schouw op locatie. ‘Wat is de oppervlakte van de woning? Hoe is deze geïsoleerd? Wat is het huidige gas- en elektriciteitsverbruik? Dat brengen we eerst goed in kaart, zodat we de juiste warmtepomp kunnen selecteren. Dit zou op afstand kunnen – telefonisch of via beeldbellen – maar wij vinden een schouw op locatie erg waardevol. We krijgen dan ook direct een goed beeld van de groepenkast. Voldoet deze aan de norm? Of moeten we aanpassingen doen, of de kast zelfs volledig vervangen? Ook kunnen we de klant dan beter adviseren over bijvoorbeeld de aanschaf van een thuisbatterij of een eventuele verzwaring van de netaansluiting.’
Maurice van den Nieuwendijk (In2Comfort): ‘Bij het bepalen van de aansluiting, moet je kijken naar de totale energievraag.’
Groepenkasten
Niet voor niets noemt Van Tilborg de groepenkast als belangrijke reden voor een schouw op locatie. Als er iets is wat hij in de praktijk vaak fout ziet gaan, is het dat deze niet aan de normen (vooral Nen 1010 is hier van belang) voldoet. ‘Tegenwoordig zijn er steeds vaker producten bijgeplaatst, zoals zonnestroominstallaties en thuisbatterijen. Maar mede vanwege de prijs en de concurrentie sluiten veel partijen dit product gewoon aan op de bestaande groepenkast, zonder te controleren of deze daarna nog wel aan de norm voldoet. Met enige regelmaat is dat niet zo. Daar hebben wij in eerste instantie niets mee te maken, maar dat verandert als wij de warmtepomp aansluiten. Dan worden wij wel verantwoordelijk voor de groepenkast. Als je als laatste aan de kast zit, moet jij dus zorgen dat deze aan de norm voldoet.’
Ook Deurloo komt met regelmaat problemen tegen in de groepenkast. ‘Ik zie bijvoorbeeld kasten die dusdanig zijn volgebouwd dat er brandgevaar ontstaat. Soms denk ik zelfs: het is een wonder dat hier nog niets is gebeurd. Denk aan verdelers waarvan de draden al zwart zijn geworden. Of waarin het zo heet is dat je bijna je handen eraan brandt. Om deze reden is een thermografisch onderzoek belangrijk.’
'Soms een wonder dat er nog geen brand is ontstaan in de groepenkast'
1-fase of 3-fasen?
In eerste instantie gaat het hier alleen nog over de staat waarin de groepenkast verkeert bij de schouw. De vraag is echter niet alleen of deze nu aan de norm voldoet, maar natuurlijk ook of deze geschikt is om de geselecteerde warmtepomp op aan te sluiten. ‘Het komt voor dat voor een hybride installatie geen nieuwe groep nodig is’, aldus Deurloo. ‘Maar een all-electric systeem is over het algemeen groter. Daarnaast zijn er in sommige warmtepompen elektrische elementen ingebouwd voor back-up verwarming en legionelladesinfectie. Daarvoor heb je al snel een groter vermogen nodig, waarvoor ten minste een aparte groep nodig is. Daarnaast speelt het gebouw zelf een rol. Zelf zijn we ook actief in de nieuwbouw, waar we aansluitingen nodig hebben van 3 x 25 of 3 x 35 A. Maar dat ligt meer aan de grootte van het gebouw dan puur aan de eventuele warmtepomp die we daar gaan plaatsen.’
Van den Nieuwendijk wijst erop dat het hierbij vaak gaat om het totaalplaatje. ‘Bij het bepalen van de aansluiting, kijken we naar de totale energievraag. In de bestaande, particuliere bouw is een 1-faseaansluiting vaak voldoende voor een warmtepomp, tenzij het om een heel grote woning gaat. Maar bij veel verduurzamingsprojecten komt meer kijken dan alleen een warmtepomp. Naast duurzame verwarming gaan mensen bijvoorbeeld ook elektrisch koken, elektrisch rijden – en dus ook laden – en het liefst ook koelen met hun warmtepomp. Dan kom je dus wel uit bij een 3-fasenaansluiting.’
Martijn Deurloo (Deurloo Installaties): ‘Als installateur moet je zelf goed nagaan hoe je zorgt voor een veilige installatie.’
Batterij
Is er inderdaad een zwaardere netaansluiting nodig, dan lopen installateurs steeds vaker tegen een volgend probleem aan: netcongestie. ‘Het gebeurt regelmatig dat een zwaardere hoofdaansluiting niet mogelijk is’, vertelt Van Tilborg. ‘Maar überhaupt is de vraag of een verzwaring altijd nodig is. Als een aansluiting niet meer volstaat omdat er steeds meer elektrische apparaten op zijn aangesloten, geldt dat doorgaans alleen voor de piekmomenten. Zo’n piek – die misschien maar een uur per dag optreedt – kun je ook opvangen door bijvoorbeeld een thuisbatterij te plaatsen. Sowieso kijken we altijd naar die mogelijkheid. Naast dat het soms gewoonweg niet kan, duurt het vaak ook langer en is het op de lange termijn duurder om een hoofdaansluiting te vervangen dan om een batterij te plaatsen.’
Deurloo plaatst hier wel enkele kanttekeningen bij. Ten eerste moet peak shaving volgens hem niet de enige reden zijn om een opslagsysteem aan te schaffen. ‘Je kunt inderdaad een batterij gebruiken om te voorkomen dat je een zwaardere aansluiting nodig hebt, maar in de eerste plaats pas je deze toe om je energiekosten te minimaliseren. Als het puur gaat om het afzwakken van de pieken, is een batterij een erg prijzige oplossing. Zelf denk ik dat een slimme regeling een makkelijkere en effectievere manier is om je energiegebruik te sturen. Dat kun je natuurlijk ook nog combineren met een batterij.’
Beveiliging installatie
Bij het aansluiten van de warmtepomp en – indien nodig – het aanpassen of vervangen van de groepenkast, moet natuurlijk ook de beveiliging in orde zijn. ‘Welke keuzes je hierin maakt, is afhankelijk van de documentatie en de technische specificaties van de warmtepomp’, zegt Deurloo. ‘Denk aan het soort installatieautomaat: type B bij een relatief lage inschakelpiek en type C bij een iets hogere inschakelpiek. Vervolgens moet je als installateur zelf goed nagaan hoe je zorgt voor een veilige installatie. Zijn er aanloopstromen en zo ja, hoe hoog? Welke afzekering is geschikt? En als je een type C wil toepassen: is de installatie hiervoor wel geschikt? De aardingsweerstand moet namelijk laag genoeg zijn om zeker te weten dat de automaat bij een fout ook echt op tijd afschakelt. Daar moet je dus altijd kritisch naar kijken.’
'Wij plaatsen altijd een eigen aardlekschakelaar bij de warmtepomp'
‘Wij plaatsen altijd een eigen aardlekautomaat bij de warmtepomp, los van andere apparaten’, aldus Van Tilborg. ‘Mocht er dan een storing zijn in de warmtepomp, dan blijft de rest van de woning wel gewoon draaien. Daarnaast is het belangrijk om als installateur standaard de aardlekbeveiliging te testen. Als je toch in de groepenkast bezig bent, is dat een mooi moment om te controleren of alles naar behoren werkt. Zoals ik al zei: je bent de laatste die aan de kast zit, dus jij bent hiervoor verantwoordelijk.’
John van Tilborg (Hoppenbrouwers): ‘Je bent de laatste die aan de groepenkast zit, dus jij bent hiervoor verantwoordelijk.’
Kabelberekening
Ook de aanleg van de bekabeling is een aandachtspunt. ‘We proberen de warmtepomp altijd redelijk dicht bij de groepenkast te plaatsen’, aldus Van den Nieuwendijk. ‘Maar dat kan niet altijd. Komt de warmtepomp echt wat verder weg te staan, dan moet je dus een kabelberekening maken.’ De andere twee installateurs beamen het belang daarvan. ‘Het gebeurt vaak genoeg dat ik ergens aankom en denk: hoe kan de kabel deze dikte hebben?’, aldus Van Tilborg. ‘Dan is er dus geen kabelberekening gemaakt. Ik ben het ermee eens dat je als installateur veel dingen uit je hoofd weet. Maar zodra je ook maar een beetje twijfelt, is een kabelberekening wel nodig.’
Deurloo benoemt daarnaast ook de manier van het aanleggen van de kabels. ‘Als je kerven in het koper maakt, ontstaat daar een behoorlijk hoge weerstand. Op het moment dat er veel stroom doorheen gaat, kan de temperatuur te hoog worden en ontstaat er brandgevaar. Dat zijn zaken waar niet iedere installateur zich kennelijk van bewust is, maar die wel heel belangrijk zijn.’
Tekst: Lars van Mil
Fotografie: Deurloo Installaties, Hoppenbrouwers, In2Comfort, iStock/AndreyPopov
Lees meer artikelen in het dossier Laagspanningsinstallaties