Maart 2025
Legionella blijft om serieuze aandacht vragen
Techniek
Het is al ruim 25 jaar geleden dat de legionella-uitbraak tijdens de Westfriese Flora in Bovenkarspel tot 32 doden en 206 ernstig zieken leidde. Deze ramp schudde Nederland wakker. Toch is de legionellabacterie nog even levend als altijd, maar leeft het ook in de sector? Is de installatiebranche zich voldoende bewust van de gevaren? In een artikelenreeks beschrijven we de komende maanden de actuele ontwikkelingen rondom de legionellabacterie en legionellapreventie. In deze editie de huidige stand van zaken volgens Paul van der Wielen en Frank Oesterholt, senior onderzoekers bij KWR Water Research.
Binnen een jaar na de ramp in Bovenkarspel introduceerde toenmalig minister Pronk een tijdelijke regeling. In de jaren daarna ontstonden wet- en regelgeving en vele technische voorschriften die nu nog altijd gelden. De legionellabacterie, die verschillende verschijningsvormen en ‘stammen’ kent, werd een soort volksvijand nummer 1. De bacterie komt zeer algemeen voor in water en kan zich gemakkelijk en soms ook snel vermenigvuldigen in stilstaand, warm water met een temperatuur tussen 25 en 45°C. De bacterie is vooral bekend omdat ze de oorzaak kan zijn van legionellose. Deze ziekte, ook wel veteranenziekte genoemd, is een ernstige vorm van longontsteking die wordt veroorzaakt door het inademen van kleine druppeltjes (aerosolen) waarin de bacterie zich ophoudt. Mensen met legionellose hebben vaak koorts, koude rillingen, spierpijn, ze hoesten, zijn kortademig en soms gaat het gepaard met diarree of verwardheid. Deze ziekte kan levensbedreigend zijn, vooral voor mensen met een verzwakt immuunsysteem, ouderen en mensen met chronische aandoeningen.
Stijging van besmettingen
Paul van der Wielen en Frank Oesterholt zijn senior onderzoekers bij KWR Water Research, een instituut dat zich bezighoudt met onderzoek naar de vele aspecten van water. Oesterholt en Van der Wielen hebben de afgelopen decennia veel onderzoek gedaan naar legionella en de risico’s die deze bacterie oplevert. ‘Hoewel er in de afgelopen twee decennia veel wet- en regelgeving is ingevoerd, is het aantal besmettingen, met name de afgelopen tien jaar, toegenomen. Zo’n tien jaar geleden zaten we jaarlijks op ongeveer 180 besmettingen die in Nederland werden opgelopen en dat verdubbelde in de jaren daarna ruim met een piek van 650 in 2023’, vertelt Van der Wielen. ‘Dat is op zichzelf een zorgelijke tendens, al denken wij wel dat er specifieke factoren aan te wijzen zijn die deze stijging, in elk geval enigszins, kunnen verklaren’, zegt Oesterholt. ‘Keken we voorheen vooral naar drinkwaterinstallaties, de laatste jaren is duidelijk geworden dat juist ook koeltorens en waterzuiveringsinstallaties een bron van besmetting zijn. Daarbij komt dat de klimaatverandering, met warmere, maar ook vochtiger zomers, de verspreiding van legionella aantoonbaar versterkt. Ook is een deel van de stijging te verklaren uit de bevolkingsgroei in algemene zin en de vergrijzing in het bijzonder.’ Toch zijn beide onderzoekers ervan overtuigd dat, als we al die jaren niets hadden gedaan, het aantal ziektegevallen nog veel hoger zou zijn.
Optimale groeiomstandigheden
Legionella groeit optimaal bij de genoemde temperaturen, zo tussen 25 en 45°C, maar heeft daarvoor ook een gastheer nodig, een zogeheten amoebe. Deze organismen bevinden zich vooral in de biofilm, een slijmerige laag van bacteriën en andere micro-organismen die zich aan oppervlakken hechten, zoals in waterleidingen en tanks. In deze biofilm, met daarin de amoeben die op deze biofilm grazen, vindt de legionellabacterie bescherming tegen uitdroging, chemicaliën en hoge temperaturen. Bij een watertemperatuur lager dan 20°C is legionella meestal inactief. Zodra de watertemperatuur stijgt tot boven de 50°C worden de bacteriën geleidelijk gedood, en boven 60°C sterven ze snel af.
‘Het gevaarlijkst zijn de bacteriën tussen 25 en 50 °C’, vertelt Oesterholt. ‘Naast de juiste temperatuur vormt in een waterleidingsysteem stilstaand water, vooral in leidingen, tanks en reservoirs, een belangrijk risico, omdat dit de ideale omgeving is waarin legionella kan groeien.’ Circulerend of stromend water vermindert het risico, maar verontreinigd water, zoals water met roest, kalkafzettingen en sedimenten, biedt volgens Oesterholt juist een voedingsbodem en bevordert daarmee de groei. ‘Ook heeft een aerobe bacterie als legionella zuurstof nodig om te groeien. Dit gebeurt daarom vooral in water met zuurstof en de juiste pH-waarde, zo tussen 5,5 en 8,5, wat vaak gebruikelijk is in drinkwater- en andere watersystemen.’
Het aantal besmettingen is de afgelopen tien jaar zorgelijk toegenomen
Verplichte certificering
De afgelopen jaren zijn veel maatregelen genomen bij met name drinkwatersystemen in zogeheten prioritaire installaties, om besmettingen te voorkomen. ‘De wettelijke maatregelen en vooral ook de verplichte certificering van bedrijven die beheersmaatregelen en inspecties uitvoeren, droegen zeker bij aan veiligere installaties’, zeggen de twee KWR-onderzoekers. Onder prioritaire installaties verstaan we de gebouwen met installaties die een verhoogd risico vormen voor de volksgezondheid of waar de overheid een verhoogde verantwoordelijkheid heeft. Deze installaties vallen onder een strenger toezicht volgens de Drinkwaterwet en bijbehorende regelgeving. Dan gaat het om drinkwaterinstallaties in bepaalde openbare gebouwen, zoals ziekenhuizen, zorginstellingen en gevangenissen. Maar extra regelgeving geldt ook voor hotels, zwembaden en sauna’s. Ook zijn er extra regels voor koeltorens en luchtbevochtigers en voor kampeerterreinen, jachthavens en parkeerplaatsen met douchevoorzieningen of installaties die water vernevelen, zoals fonteinen. ‘Die extra regelgeving en bijbehorende certificering hebben echt geholpen om de problematiek in te dammen’, zegt Oesterholt. ‘Dat komt ook duidelijk naar voren in de rapportages die we in het Landelijk Overlegorgaan Preventie Legionella (LOPL – zie kader) regelmatig bespreken.’
Legionella gedijt goed in de biofilm die zich aan de waterleiding hecht bij water-temperaturen tussen 25 en 45°C. (beeld: Nist)
Koeltorens en afvalwaterzuivering
‘Neemt niet weg dat naar onze mening juist de regelgeving voor koeltorens en bepaalde type afvalwaterzuiveringen wel wat strenger mag’, zegt Van der Wielen. ‘De grote besmettingen in de laatste jaren, zoals in Amsterdam, Boxtel en Son werden veroorzaakt door respectievelijk een koeltoren en afvalwaterzuiveringen. Juist de warmere en vochtige zomers, zoals in 2023, dragen bij aan een eenvoudige en vlotte verspreiding van legionellabacteriën via de lucht. In die zomerse omstandigheden kunnen open systemen zoals koeltorens of bepaalde afvalwaterzuiveringen al snel een risico opleveren voor de omgeving. Daar zouden we meer aandacht aan moeten besteden.’
Tegelijkertijd vinden Van der Wielen en Oesterholt dat er een versoepeling mogelijk is van de regelgeving voor leidingwaterinstallaties. ‘Uit onderzoek blijkt dat niet elke legionellabacterie even gevaarlijk is. Verreweg de meeste besmettingen worden veroorzaakt door Legionella pneumophila. Maar andere legionellasoorten, de zogeheten Legionella non-pneumophila, veroorzaken slechts een paar procent van de ziektegevallen. Terwijl we in ons drinkwater in 97 procent van de gevallen waarin we legionella aantreffen, de Legionella anisa-bacterie tegenkomen. Deze bacterie is veel minder ziekmakend. Het zou logisch zijn als we bij het aantreffen van deze non-pneumophila bacteriën het beheersregime wat soepeler hanteren. Dat zijn voorstellen die nu bij het ministerie liggen.’ (daarover meer in het artikel in de mei-editie).
‘De temperatuur aan het tappunt moet echt 60 °C blijven’
Breed beschikbare kennis
Volgens de KWR-specialisten is er in de installatiesector inmiddels veel kennis aanwezig. Ook de verschillende Isso-publicaties en de Nen 1006 zijn breed bekend en beschikbaar. Oesterholt: ‘In vergelijking met twee decennia terug zijn er al veel minder mengwatersystemen in gebruik. Het mengen gebeurt nu bijna altijd dicht bij het tappunt. Of er is een centraal mengtoestel dicht bij de douches. Ook het monitoren van de temperaturen en het spoelen van drinkwatersystemen gebeurt nu veel gestructureerder en vaak ook geautomatiseerd. Dat zijn allemaal verbeteringen waardoor de risico’s zijn afgenomen.’
Maar stilstaand water in dode leidingen is volgens Van der Wielen nog altijd een risico, ‘maar we hebben wel het idee dat het saneren van dergelijke dode leidingen de afgelopen jaren veel prioriteit kreeg.’ Waar de sector volgens hem nog wel naar moet kijken is de materiaalkeuze voor leidingen. ‘De overstap van koper naar PEX kan een negatief effect hebben op het risico van besmettingen, omdat PEX-leidingen in algemene zin een betere voedingsbodem voor bacteriegroei bieden dan koper. Ook is de wens om de temperatuur in warmtapwatersystemen te verlagen, die onder druk van de verduurzaming met warmtepompen ontstaat, geen goed plan. Wij hebben daar onderzoek naar gedaan, en we zijn van mening dat de temperatuur aan het tappunt echt 60°C moet blijven. Deze temperatuur blijft het allerbeste instrument om de risico’s op een legionellabesmetting te voorkomen. Houd koud water koud en verwarm het warme tapwater hoog genoeg. Overigens is die gewenste verlaging van de warmtapwatertemperatuur misschien mogelijk door slimme innovaties, maar dan alleen als het aantoonbaar veilig is. Ook dat onderzoeken we nu bij KWR in verschillende projecten.’
Onzorgvuldige installaties vormen risico
Het belangrijkste risico, zo zeggen Oesterholt en Van der Wielen, zit hem vooral in de tijdsdruk en daardoor de mogelijke onzorgvuldigheid waarmee installaties worden aangebracht. ‘In projecten moeten veel installaties onder grote tijdsdruk in kleine ruimtes worden gepropt. Het risico van ongewenste opwarming van koudwaterleidingen in schachten of vloeren ligt dan op de loer. Meer en beter integraal ontwerpen, en ook het vergroten van de kennis bij bijvoorbeeld architecten, zou zeker helpen om de risico’s in drinkwaterinstallaties verder te verkleinen. Maar in gebouwen met zogeheten prioritaire installaties is er over het algemeen voldoende toezicht en zijn beheer en onderhoud in ons land goed geregeld. We hebben het idee dat het aantal besmettingen door prioritaire installaties de afgelopen jaren minimaal gelijk is gebleven, al zijn daar geen specifieke cijfers over. De toegenomen risico’s zijn in onze waarneming zoals gezegd vooral ontstaan door koeltorens en afvalwaterzuiveringsinstallaties. Het zijn daarom die installaties die naar ons idee onder een strenger beheersregime zouden moeten komen.’
Landelijk overlegplatform
Het Landelijk Overlegorgaan Preventie Legionella (LOPL) is een landelijk overlegplatform waar diverse brancheorganisaties, instanties en overheden hun kennis en ervaringen uitwisselen over het voorkomen van legionellabesmettingen. De nadruk ligt hierbij op legionellapreventie in leidingwaterinstallaties en proceswater, zoals koeltorens en afvalwaterzuiveringsinstallaties.
In het LOPL zijn de volgende partijen vertegenwoordigd: Bureau Leiding, Envaqua, Fenelab, ILenT, IPLO, Isso, Kiwa, KWR, Ministerie van IenW, Nationale Politie, Platform Controle en Handhaving, Rijksvastgoedbedrijf, Stichting Veteranenziekte, Techniek Nederland, TVVL en WeL Inspectie.