Maart 2025
RET’s innovatieve aanpak als netbeheerder
Slimme energievoorziening OV-bedrijf Rotterdam
Met de snelle elektrificatie van het openbaar vervoer en de toenemende energievraag in stedelijke gebieden, staat het Rotterdamse OV-bedrijf RET voor een complexe uitdaging: hoe kan een efficiënt, duurzaam en toekomstbestendig energienetwerk worden gecreëerd? Door haar nieuwe rol als netbeheerder met GDS-status (Grid Distribution System) kan RET haar energienetwerk optimaliseren en tegelijkertijd ondersteuning bieden aan externe partners zoals gemeenten en bedrijven.
De vraag naar elektrische energie in Rotterdam groeit explosief. OV-bedrijven moeten tegen 2030 volledig emissievrij opereren. Dit betekent dat naast de trams en de metro’s dan ook alle bussen elektrisch rijden, terwijl de frequenties en capaciteiten van het vervoer blijven stijgen. RET heeft in Rotterdam-Zuid nu al op sommige plaatsen regelmatig energietekorten, vooral tijdens drukke evenementen.
Leo Vliegenthart, integraal systeembeheerder bij RET: ‘We hebben bijvoorbeeld al soms met tekorten te maken in verband met festiviteiten. Dat is een serieuze uitdaging, zeker omdat conventionele oplossingen, zoals het bouwen van extra onderstations, erg duur, tijdrovend en ruimtelijk moeilijk te realiseren zijn.’
Daarnaast groeit in Rotterdam de behoefte aan elektrische laadpunten voor andere toepassingen, zoals bestelwagens en stadslogistiek. RET ziet hier kansen om haar infrastructuur breder in te zetten. ‘Als netbeheerder met GDS-status is het onze visie om niet alleen ons eigen netwerk te optimaliseren, maar ook bij te dragen aan bredere stedelijke energievraagstukken’, zegt Vliegenthart.
Remenergie
Een van de initiatieven van RET is het benutten van remenergie van metro’s en trams. Wanneer voertuigen remmen, komt er een aanzienlijke hoeveelheid energie vrij die vroeger verloren ging als warmte. Door het installeren van bidirectionele inverters kan deze energie nu worden teruggevoerd naar het netwerk of eventueel worden opgeslagen in batterijen. ‘De voordelen zijn significant: bij metro’s leidt deze technologie tot een energiebesparing van 5 - 10 procent op het totale metronetwerk’, aldus Vliegenthart.
‘Bij trams wordt een andere aanpak gehanteerd. Door bijvoorbeeld batterijen op het dak te plaatsen, kan straks remenergie lokaal worden opgeslagen en direct beschikbaar worden gemaakt voor andere trams in de buurt. Dit vermindert piekbelastingen en maakt een netwerk robuuster. Batterijen op het dak van een tram plaatsen, kan dus een keuze worden bij de aanschaf van nieuw materieel. HTM in Den Haag is hier al mee begonnen.’
RET simuleert verschillende scenario’s om het potentieel van remenergie te maximaliseren. ‘Met geavanceerde simulaties van de firma Kruch zien we precies waar en wanneer de meeste energie beschikbaar komt. Deze data gebruiken we om onze infrastructuur verder te optimaliseren.’
RET wil ook haar infrastructuur beschikbaar gaan stellen aan derden, zoals bedrijven, logistieke operators, gemeentelijke initiatieven en wellicht zelfs andere OV-bedrijven.
Energiebank
Dat optimaliseren gebeurt onder andere met de Energiebank die in samenspraak met Strukton is gebouwd. Dit is een compacte en verplaatsbare oplossing die lokaal opgewekte energie kan opslaan en inzetten. In tegenstelling tot conventionele onderstations, die doorgaans 70 m2 beslaan en een dure aansluiting op het Stedin-netwerk vereisen, is de Energiebank slechts 15 m2 groot, past op een dieplader en is volledig onafhankelijk van externe netten. ‘De Energiebank geeft ons de flexibiliteit om piekbelastingen te beheren zonder dat we zware aansluitingen nodig hebben. Dat is echt een game changer voor ons netwerk’, zegt Vliegenthart.
De Energiebank kan nu al worden geladen via de bovenleiding in het tramnet, maar in toekomst kan dit laden ook plaatsvinden via de remenergie van de metro’s, die deze energie vervolgens op piekmomenten kunnen inzetten. Tijdens rustige periodes kan de opgeslagen energie worden teruggeleverd aan het netwerk. De Energiebank is in feite een powerbank zoals we persoonlijk vaak gebruiken voor het opladen van onze telefoon. Maar met zijn capaciteit van 1 MW dus wel een flinke slag groter.
Het mobiele karakter van de Energiebank maakt deze technologie ideaal voor tijdelijke of dynamische locaties, zoals evenementen of tramremises. ‘In plaats van dure, permanente infrastructuur kunnen we de Energiebank eenvoudig verplaatsen naar waar de behoefte op een bepaald moment het grootst is’, voegt Vliegenthart toe.
De bovenleiding is eigenlijk het langste verlengsnoer van Rotterdam
EOV-hubs
Naast interne optimalisaties streeft RET ernaar haar infrastructuur beschikbaar te stellen aan derden, zoals bedrijven, logistieke operators, gemeentelijke initiatieven en wellicht zelfs andere OV-bedrijven. Hiervoor ontwikkelt RET de Energie Opslag en Verdelingshub (EOV-hub). Deze hubs maken gebruik van bestaande OV-infrastructuur, zoals bovenleidingen, in combinatie met geavanceerde opslag- en beheersystemen (EMS).
De EOV-hubs zijn ontworpen om energie op een efficiënte manier te delen. Ze kunnen bijvoorbeeld worden ingezet om elektrische bestelbussen of vrachtwagens op te laden via het tram- of metronet. Ook via de bovenleiding kan er geladen worden, denk aan bouwlocaties langs de weg of spoor. ‘De bovenleiding is eigenlijk het langste verlengsnoer van Rotterdam. Het is logisch om deze infrastructuur breder te benutten, zolang we maar ons eigen netwerk blijven prioriteren’, aldus Vliegenthart.
De hubs combineren opslagbatterijen en EMS-systemen om vraag en aanbod dynamisch te beheren. Hierdoor wordt niet alleen energieverlies geminimaliseerd, maar ook piekbelasting voorkomen. Externe klanten, zoals bedrijventerreinen, kunnen deze infrastructuur gebruiken, maar moeten wel rekening houden met fluctuaties in beschikbaarheid. ‘Open communicatie met onze partners is dus cruciaal. Waar gaten in de levering ontstaan, moeten klanten zelf aanvullende oplossingen implementeren, zoals eigen batterijen’, legt Vliegenthart uit.
Ook via de bovenleiding kan er worden geladen, denk aan bouwlocaties langs de weg of het spoor.
Batterijen en EMS
Batterijen spelen een cruciale rol in de nieuwe energie-infrastructuur van RET. Ze dienen niet alleen als buffer om piekbelastingen op te vangen, maar maken ook bidirectionele energiestromen mogelijk. Dit betekent dat energie niet alleen kan worden opgeslagen, maar ook teruggeleverd kan worden aan het netwerk of externe afnemers.
Het EMS-systeem vormt het brein achter deze aanpak. Dit systeem coördineert alle energiestromen binnen het netwerk, van remenergie en batterijopslag tot het beheer van externe leveringen. ‘EMS is de sleutel tot een efficiënt energienetwerk. Het systeem maakt real-time beslissingen mogelijk op basis van de vraag, het aanbod en de capaciteit van ons netwerk – inclusief batterijen’, aldus Vliegenthart.
Dankzij het EMS kan RET ook complexe scenario’s beheren, zoals het gelijktijdig opladen van bussen, het ondersteunen van externe klanten en het behouden van voldoende capaciteit voor de metro. Deze dynamische aanpak maakt het netwerk toekomstbestendig en robuust.
RET implementeert haar innovaties via een stapsgewijze aanpak. De eerste Energiebank wordt momenteel in een gecontroleerde omgeving getest op de locatie Laan op Zuid. De volgende stap is opschaling naar meerdere strategische locaties, zoals op andere lijnen waar de energievraag hoog is.
Voordelen
De slimme energievoorziening van RET biedt voordelen op meerdere gebieden:
• Lagere investeringskosten: door piekbelastingen te beheren met flexibele systemen zoals de Energiebank, zijn zware aansluitingen op het Stedin-netwerk niet nodig.
• Energie-efficiëntie: hergebruik van remenergie en slimme opslagtechnologieën minimaliseren verliezen.
• Duurzaamheid: door lokaal opgewekte duurzame energie te benutten, wordt de CO2-uitstoot van het OV verminderd.
• Flexibiliteit: het mobiele karakter van de Energiebank en de veelzijdigheid van EOV-hubs maken het systeem schaalbaar en aanpasbaar.
Samenwerking
RET werkt nauw samen met externe partijen om haar visie te realiseren. Gemeenten, bedrijventerreinen en zelfs Stedin als netbeheerder hebben interesse getoond. ‘Hoewel we geen concurrent zijn van Stedin, kunnen we wel tijdelijke oplossingen bieden waar zij niet direct kunnen leveren’, benadrukt Vliegenthart.
Subsidies van het Ministerie van Economische Zaken, decentrale overheden en Europese programma’s spelen een belangrijke rol in de financiering van deze projecten. ‘We moeten creatief zijn in het vinden van middelen en partners om deze transitie te versnellen.’
Als OV-bedrijf ziet RET haar nieuwe rol als netbeheerder als een kans om energiebeheer in stedelijke gebieden te transformeren. Volgens Vliegenthart is dit pas het begin: ‘Over tien jaar zal vraag en aanbod zichzelf reguleren. Onze infrastructuur zal dan volledig geïntegreerd zijn met andere netten, en samenwerking wordt de norm.’
Door samen te werken met windmolenparken en andere duurzame energiebronnen, wil RET haar netwerk verder verduurzamen. Bijvoorbeeld door windenergie te gebruiken om batterijen sneller te laden. Of om meer batterijen te kunnen laden. Deze integratie met externe bronnen zal niet alleen de flexibiliteit vergroten, maar ook bijdragen aan bredere stedelijke en landelijke duurzaamheidsdoelen.
Wat is een GDS-status?
Een Grid Distribution System (GDS) is een specifieke netbeheerderstatus die het organisaties mogelijk maakt om een eigen energienetwerk te beheren en stroom te leveren aan interne én externe afnemers. In Nederland wordt deze status gereguleerd door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en kent strikte voorwaarden. Alleen partijen met een eigen energienetwerk, zoals RET, kunnen deze status aanvragen.
Met de GDS-status kan RET energie distribueren via haar eigen netwerk, zoals bovenleidingen en metrokabels, zonder afhankelijk te zijn van het reguliere net van Stedin. Dit biedt flexibiliteit om lokaal vraag en aanbod te balanceren. Daarnaast mag RET wettelijk maximaal 49 procent van haar energiecapaciteit beschikbaar stellen aan externe partijen, zoals bedrijventerreinen en logistieke hubs. Hiermee kan RET een essentiële rol spelen in het oplossen van regionale energietekorten.