Juni 2025
Sleutelrol voor installateur bij oplossen van netcongestie
Netbeheerders, energieleveranciers en techniekleveranciers – ze werken allemaal aan oplossingen voor netcongestie. Maar vaak is het de installateur die als eerste het probleem van (een dreigende) netcongestie daadwerkelijk signaleert. Welke rol speelt de installateur op zo’n moment in de strijd tegen netcongestie? Installeren zij vooral wat anderen aan technische oplossingen hebben bedacht? Of gaat hun rol verder? Thomas Piessens en John van Vugt, beiden van Techniek Nederland, over de cruciale positie van installateurs.
Netcongestie ontstaat wanneer er te veel energie op het net komt en deze niet direct kan worden afgenomen. ‘Vroeger gebruikten gebouwen alleen energie. Dat was redelijk goed te beheersen’, legt John van Vugt, vakspecialist bij Techniek Nederland, uit. ‘Maar door de elektrificering is lokale opwekking steeds gangbaarder geworden. Dat gebeurt bijvoorbeeld via grote zonneparken en de vele windmolens op zee, maar ook met zonnepanelen op de daken van woningen en bedrijfspanden.’
Dit heeft het energiesysteem fundamenteel veranderd: de eenrichtingsweg is nu een rotonde, waar energiestromen in alle richtingen overheen gaan. ‘Het probleem is dat er nog geen verkeersborden staan’, zegt Van Vugt. ‘Iedereen beweegt zich kriskras door het systeem, zonder voldoende inzicht in hoe de energiestromen precies lopen. Daarnaast zorgen batterijen voor extra complexiteit. Batterijen kunnen zowel energie vragen als leveren. Waar het vooral knelt, is bij de vermogensvraag. Die moet beter worden gestuurd en geoptimaliseerd, omdat die enorm variabel is. Daar kan het aanbod maar met moeite op worden afgestemd. En als vraag en aanbod niet in evenwicht zijn, dan heb je dus netcongestie.’
Volgens Thomas Piessens, programmamanager bij Techniek Nederland, is de installateur een belangrijke speler in het oplossen van deze uitdagingen. ‘Installateurs zouden daarom wat meer uit hun schulp mogen kruipen’, stelt hij. ‘Naast het uitvoerende werk moeten ze zich ook richten op energieadvies en energiemanagement.’
John van Vugt:
‘Installateurs zijn als geen ander in staat om energiebewust gebruik te bevorderen.’
Spil in het systeem
De installateur speelt op verschillende niveaus een belangrijke rol in het energiesysteem. In het midden- en hoogspanningsgebied werken elektrotechnisch installateurs samen met netbeheerders om grote infrastructuurprojecten te realiseren. Maar ga je een niveau lager, het laagspanningsgebied in, dan kom je uit bij woonwijken en bedrijfspanden waar installateurs direct invloed hebben op het energiesysteem.
Een belangrijke taak van de installateur is het in kaart brengen van het energiegebruik van klanten. ‘Een installateur kan een gedetailleerd overzicht maken van de stroomvraag van een bewoner of een gebruiker van een pand’, zegt Piessens. ‘Dat doet hij of zij door vast te leggen op welk moment welke hoeveelheid energie nodig is. Dit verbruiksprofiel bepaalt de grootte van de netaansluiting.’
Dit helpt netbeheerders om realistische inschattingen te maken en overdimensionering te voorkomen. ‘Het verbruiksprofiel bepaalt in feite de absolute hoeveelheid elektriciteit die een netbeheerder voor een klant beschikbaar moet stellen’, vertelt Van Vugt. ‘Hoe nauwkeuriger het verbruiksprofiel wordt vastgesteld, hoe beter.’
Slim gebruik
Naast een nauwkeurige inschatting van de energievraag, kan de installateur ook advies geven over hoe consumenten en bedrijven hun eigen opgewekte energie optimaal kunnen benutten. ‘Door eigen opgewekte zonne-energie eerst zelf te verbruiken en pas daarna het overschot terug te leveren aan het net, voorkom je onbalans’, stelt Van Vugt. ‘Daarnaast kan een batterij worden ingezet om energie tijdelijk op te slaan, maar dan moet het ontladen ook passen binnen het verbruiksprofiel.’
Dit is met name relevant in woonwijken en op individueel niveau. ‘In een wijk heb je meer tijd om energie te ontladen, maar thuis moet dat binnen 24 uur gebeuren. Anders raakt de batterij structureel vol en kan deze geen energie meer opslaan, waardoor het overschot alsnog op het net terechtkomt.’
Om dit proces goed te managen, is een HEMS (home energy management-systeem) nodig. ‘Installateurs kunnen consumenten adviseren over de aanschaf en het gebruik van een HEMS’, aldus Van Vugt. ‘Dit systeem stemt vraag en aanbod goed op elkaar af, wat helpt om netcongestie te voorkomen.’
‘Kleinere pieken kunnen samen behoorlijk impact op de vraag hebben’
Piessens voegt daaraan toe dat installateurs ook een rol spelen bij slimme aanpassingen in energiegebruik. ‘Piekmomenten ontstaan bijvoorbeeld doordat alle warmtepompen in een wijk tegelijkertijd op een hogere temperatuur gaan draaien om legionellavorming te voorkomen. Dit kan beter worden afgestemd per wijk of straat, zodat pieken worden verminderd. Het is maar een klein voorbeeld waarmee we een klein piekje in het verbruik kunnen aanpakken.’
Laten we de impact van dit soort kleine piekjes niet onderschatten, wil hij maar zeggen. ‘Vergelijk het maar met de al tientallen jaren durende discussie over de ochtend- en avondspits. Op papier los je die heel makkelijk op als we allemaal meer gespreid naar ons werk gaan. In de praktijk lukt dat niet, omdat we daarmee allerlei werkprocessen ingrijpend moeten veranderen en dat levert veel weerstand op. Zo kijk ik ook een beetje naar gedragsverandering als het om energiegebruik gaat. We kunnen van veel bedrijven niet verwachten dat zij hun energiegebruik overdag ineens fors verlagen door bijvoorbeeld hun productie naar de nachtelijke uren te verplaatsen. Dat zie ik simpelweg niet gebeuren. Maar die kleine piekjes – daar zie ik wel veel mogelijkheden.’
‘Kijk ook eens naar het energiegebruik van kantoren. Het zwaartepunt ligt dan veelal in de ochtenduren. Kun je daar wat piekjes uithalen door bijvoorbeeld de verwarming iets eerder op gang te brengen? Of bepaalde ruimtes juist iets later? Kun je sommige apparatuur wat eerder of later inschakelen? Dat zijn kleinere pieken die samen een behoorlijk impact op de vraag kunnen hebben.’
Thomas Piessens:
‘We moeten het net veel slimmer gaan benutten.’
Samenwerking in de markt
Piessens spreekt regelmatig met onder andere netbeheerders en organisaties zoals Bouwend Nederland, om meer duidelijkheid in de markt te krijgen. ‘Willen we de ambitie rond woningbouw halen, dan is een goede afstemming rond het voorkomen van netcongestie onmisbaar’, zegt hij.
Ook bij utiliteitsbouw en renovatieprojecten bij woningcorporaties moeten technische oplossingen zoals wijkbatterijen en warmtepompen slimmer op elkaar worden afgestemd. ‘Dit vergt samenwerking tussen installateurs, netbeheerders, bouwbedrijven en bijvoorbeeld projectontwikkelaars’, aldus Piessens.
Een ander belangrijk aspect is de ondergrondse infrastructuur. ‘Het verzwaren van wat we maar de ‘koperen plaat’ zijn gaan noemen, moet doorgaan’, benadrukt Piessens. ‘Dit kost enorm veel geld, maar is de komende jaren pure noodzaak. Maar daar zitten wel grenzen aan. We kunnen niet jaar in jaar uit 10 tot 12 miljard euro per jaar blijven investeren. Ja, het net moet op tal van plaatsen verzwaard worden, zodat we voldoende opgewekte elektriciteit op het net kwijt kunnen, maar we weten inmiddels dat we zowel de opwekking als de afname kunnen beïnvloeden. We moeten dus ook het net veel slimmer gaan benutten.’
Sleutel tot succes
Gedragsverandering speelt dan ook zeker een rol bij het verminderen van netcongestie. ‘Consumenten kunnen relatief eenvoudig hun energiegebruik aanpassen’, zegt Van Vugt. ‘Installateurs kunnen hen daarbij helpen. Wie dagelijks in dit wereldje rondloopt vindt het natuurlijk heel normaal dat je het opladen van de elektrische auto enigszins probeert af te stemmen op het moment van de dag. Of dat je de vaatwasser en de wasmachine ook overdag hun werk kunt laten doen. Laten we echter niet vergeten dat veel mensen daar helemaal niet bij stilstaan. Die parkeren hun auto in de voortuin en pakken direct de kabel van een laadpaal. Dat is geen onwil, maar veel eerder onbekendheid met de impact op de vraag naar elektriciteit die het allemaal tegelijkertijd de auto opladen heeft. Installateurs zijn als geen ander in staat dat bewustzijn te bevorderen.’
Piessens gaf het al aan: veel kleine slimme aanpassingen kunnen samen een groot effect hebben. Hij ziet het in de praktijk ook al gebeuren. ‘Bijvoorbeeld als een installateur besluit een inductiekookplaat en een warmtepomp op dezelfde fase aan te sluiten. Waarbij de warmtepomp tijdelijk wordt afgeschakeld als de inductieplaat wordt gebruikt. Beginnen we met koken, dan gebruikt zo’n inductieplaat behoorlijk veel elektriciteit. Als op dat moment – voor pakweg 15 minuten – de warmtepomp even wordt afgeschakeld, haal je weer zo’n piekje uit het verbruik. Voor de bewoners heeft het geen enkel negatief effect, maar het scheelt in de vraag.’
Piessens benadrukt dat er op dit terrein nog wel het nodige werk te verzetten is. ‘Want eigenlijk wil je dat alle apparaten en systemen in het netwerk data met elkaar kunnen uitwisselen. Zodat we goed grip krijgen op alle elektriciteitsstromen op die eerder genoemde rotonde. En dat is momenteel nog zeker niet het geval.’
Door slim om te gaan met energiestromen en gebruik te maken van de juiste technologieën, kan de installateur een sleutelrol spelen in het beheersen van netcongestie. ‘Het energiesysteem is complexer geworden, maar met de juiste inzichten en technieken kunnen we zorgen voor een stabiel en duurzaam energienetwerk’, concludeert Van Vugt.
Tekst: Robbert Hoeffnagel
Fotografie: Linda Kindt